Bijdrage Harris Brautigam, viering 25 februari 2007  
 

Voorganger: Harris Brautigam

Lector: Angela van der Marck

Thema: Hoe ver te gaan?

 
 

 

 
 

Inleiding.

Ik heb een dierbare nicht in Amerika wonen met wie ik veel e-mail contact heb. We schrijven elkaar over hoe wij God ervaren en over Hem denken, hoe wij omgaan met de officiële kerken en georganiseerde religies, en dat we die eigenlijk op een afstand willen houden omdat het naar onze mening niet moet gaan over de verschillen tussen godsdiensten, maar over de weg die wij naar God willen bewandelen en ieder zijn eigen weg mag kiezen. Nu stuurde zij mij laatst een citaat van een Amerikaanse schrijver dat ik wel interessant vond om als inleiding voor vandaag te gebruiken. Ik probeerde het zo goed mogelijk te vertalen:

“Waarover moet je je echt zorgen maken?

Leef vandáág!

Gisteren is voorbij, en morgen is slechts een droombeeld;

Maar elke dag van vandaag bewust beleefd maakt het ‘gisteren' tot een droom van geluk,

En iedere dag van ‘morgen' tot een hoopvol visioen.

Pieker niet over het verleden, noch over de toekomst:

Leef vandáág en doe dat goed!”

 

Ik vond het een boeiend citaat. En er zit inderdaad wat in. Alhoewel ik het toch niet al te letterlijk kan opvatten. Nee, je zal maar ‘gisteren' je auto in de prak hebben gereden en ‘vandaag' je ernstige zorgen zitten maken of de verzekering ‘morgen' alles wel uit betaalt!

Maar we zijn hier nu niet om ons over te geven aan uitgesproken materialistische beschouwingen. Wij doen hier in zaken van eeuwigheid, van God & Co, en dan krijgt zo'n citaat een radicale wending. Het kan vandaag, de eerste zondag van de vasten, niet beter geïllustreerd worden aan de hand van ‘gisteren', toen vooral in de zuidelijke provincies carnaval gevierd werd. En deze eerste zondag van de vasten staat in het teken van ‘morgen', namelijk van ‘Goede Vrijdag', de herdenking van het lijden en sterven van Jezus Messias. ‘Vandaag' staat dus nu bijzonder in het licht van ‘gisteren' en ‘morgen'.

Wij houden het vandaag bij het Lucas 'verhaal van Jezus' beproeving door de duivel in de woestijn.


 

Overweging.  

Het werd erg stil toen ik dit gedicht bij de liturgievoorbereiding had voorgelezen. Opmerkingen als: “dit liegt er niet om”, “dat komt aan”, gaven uiting aan een gevoel van een zekere gechokeerdheid. Het was iets als “Mens staat op tegen God, maakt God verwijten, in de trant van “je laat ons mooi alleen met de rotzooi zitten”, uitlopend op die provocerende vraag van “kun je dit……… kun je dat……ga je met ons mee……..of moeten wij alleen maar ondergaan?

De overgang naar het Lucas'verhaal van Jezus' beproeving in de woestijn werd met een zeker misprijzen ontvangen: “Dat verhaal kennen we ondertussen wel”, klonk het een beetje schamper. “Logisch dat je een beetje gaat hallucineren na 40 dagen vasten in de woestijn”. Het bleef verder een beetje stil. Want wat moet je met een overbekend verhaal, dat al door ontelbare predikanten is uitgemolken tot een verhaal waarbij Jezus steeds als de grote overwinnaar op de duivel in ons midden wordt gezet. “Ja”, opperde toen iemand, “wat moet je met zo'n geraffineerd aanbod, dat juist daarom zo geraffineerd is omdat het verleidelijk is. En met die opmerking kwamen we wel heel dicht bij onze eigen huid. Het aanbod dat aan Jezus wordt gedaan is duidelijk in zijn structuur: het haakt aan bij een noodsituatie of uitdaging, maar het gaat er tegelijk helemaal aan voorbij. Het suggereert dat er een oplossing voor het probleem is zonder het zelf te hoeven aanpakken of er iets voor te hoeven doen: “heb je honger?, zeg dan even dat die stenen brood worden! Lekker makkelijk. Je gooit er een wondertje tegen aan. Je neemt geen oventje, je kneedt geen deeg, je vraagt je niet af hoe die honger veroorzaakt werd, nee, slechts een toverformule wordt gehanteerd en klaar is kees. Van hetzelfde laken een pak: “Gooi je maar naar beneden, en ánderen vangen je wel op”! Met andere woorden: “leg de verantwoordelijkheid maar bij een ander”!

 

Het was duidelijk voor onze groep dat Jezus zijn ziel aan de duivel verkocht zou hebben als Hij op dat aanbod was ingegaan. Wat zouden wij dan moeten met zo'n figuur die bereid is een pact te sluiten met de vijand. Alle vertrouwen is toch weg! Bovendien, en zo werd langzaamaan het Lucasverhaal meer en meer op onszelf betrokken, wat doen we onszelf aan als we in moeilijke situaties stilletjes op een wondertje van God wachten. Stel: er is honger, er is geen brood: hoe komt dat? Wat is daar de oorzaak van? Wat staat ons te doen? Bidden om een wonder of een wonderlijke ingreep is in feite voorbijgaan aan wat ons wellicht te doen staat. Dat is hetzelfde als het eigen initiatief uit handen geven, passief blijven. Niet nadenken waar onze eigen mogelijkheden liggen. Er is ooit eens een kerkliedje geweest dat die houding propageerde: “Stil maar wacht maar, alles wordt nieuw: de hemel en de aarde….! Heerlijke en levensgevaarlijke naïviteit, die van de schepping op de duur een rottend gezwel maakt. Enkele dagen geleden zag ik op de TV een documentaire van een Afghaanse vrouw, Malalai Joya, die met gevaar voor eigen leven, zichzelf kandidaat stelde om zitting te kunnen nemen in het eerste democratisch gekozen Afghaanse parlement. Een ongekend gebaar van vrouwenemancipatie in een door tirannieke mannen beheerst land. Ze trotseerde daarmee de nog steeds dreigende terreur van de Taliban, de wraak van de krijgsheren die niets van vrouwen moeten weten. Ze riep de vrouwen op te gaan stemmen om samen een einde te maken aan de eeuwenoude onderdrukking. De beelden in de reportage lieten duidelijk zien dat ze daarmee hoop gaf aan haar seksegenoten. Ze doèt het. Ze laat het niet aan Allah over. Ze vraagt Allah niet om die harde mannenharten week te maken. Die doet niets. Ze laat zich wellicht sterken door haar geloof in hem, door haar geloof dat Hij met haar meegaat.

Zo waren indertijd de grote en moedige vrouwen in onze cultuur eeuwen terug. Die lieten het ook niet aan God over, maar stonden op en trotseerden de spot en de dreiging.

 

Er is nog een ander punt dat het Lucasverhaal ons leert. In ons dagelijkse leven kennen we vele vormen van zo'n verleidelijk aanbod dat het risico in zich draagt dat men zich blind staart op de aantrekkelijke kant van het aanbod, maar geen oog heeft voor de consequenties die heel riskant kunnen zijn. Een geweldige carrière in het vooruitzicht kan ellende veroorzaken als men zich niet afvraagt “waar begin je aan, wat zet je op het spel”? Voor mij is onvergetelijk gebleven die documentaire over een keurige Duitse jongen die voor de oorlog medicijnen studeerde. Om een betere carrière te kunnen krijgen ging hij bij de Duitse Studenten SS. De man eindigde na de oorlog met zelfmoord in de gevangeniscel omdat hij als kamparts in Auschwitz voor massamoord was aangeklaagd. Later zei zijn moeder als een”soort eerlijke verantwoording: “we hebben er niet goed tot in de uiterste consequenties over nagedacht”. Maar dichterbij speelt het gevaar ook. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan ouders die zich bezorgd maken over de vriendjes of vriendinnetjes waarmee hun kinderen te maken zullen krijgen. Welke bedrieglijke verleidingen komen ze tegen? Op TV, internet, chatboxen, drankjes, clubjes, disco's, hoekjes van de straten. Die zorg is ook al zo oud als de wereld. Alleen lijkt het nu wel dat de verleidelijke aanbiedingen die de eigen normen kunnen doen verliezen veel geraffineerder zijn dan toen. Het Jezusverhaal van de beproeving in de woestijn kan helemaal ons verhaal, en ook dat van onze kinderen zijn! En wat te denken van de verleider? Is die geïnteresseerd in Jezus? Is een verleider geïnteresseerd in zijn prooi? Nee, natuurlijk niet. Het is zijn natuur en wezen de ander te bezitten, macht over hem te hebben. De glimlach en het aanbod van de verleider is het gif dat zijn slachtoffer van zijn eigenheid berooft en uiteindelijk willoos onderwerpt.

 

Terug naar dat citaat wat ik van mijn nichtje uit Amerika kreeg:

“Waarover moet je je echt zorgen maken?

Leef vandáág!

Gisteren is voorbij, en morgen is slechts een droombeeld;

Maar elke dag van vandaag bewust beleefd maakt het ‘gisteren' tot een droom van geluk,

En iedere dag van ‘morgen' tot een hoopvol visioen.

Pieker niet over het verleden, noch over de toekomst:

Leef vandáág en doe dat goed!”

 

We leven met de lessen van ‘gisteren' van Jezus in de woestijn, van het Verbond dat God met de mensen aanging, van onze ervaringen van ‘gisteren', en leven ‘vandaag', om het goed of zelfs beter dan ‘gisteren'te doen, zoals Hij, om altijd bij de les te blijven, en leven naar die dag van ‘morgen' met dat hoopvolle visioen dat ons dank zij Goede Vrijdag geschonken werd. Wij kunnen getroost blijven vragen: “ga je met ons in de dood”?

       
 

Harris"Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2007-09-11 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl