Bijdrage Harris Brautigam, viering 3 juni 2007

 
 

Voorganger: Harris Brautigam

Lector: Cees Blaauw

 
 

 

 
 

Lezingen:

Job 28;

Spreuken 8. 22-31

 

Thema: De geest waait.

 

 

Inleiding.

De tijd van Pinksteren geeft me soms een gejaagd gevoel. Alsof er veel te gebeuren staat. Alsof er toch weer iets nieuws op til is.

In zekere zin is dat een beetje onzinnig, want er gebeurt altijd wel wat: goed of kwaad. Maar het Lucasverhaal van de vurige tongen en van mensen die elkaars taal kunnen verstaan heeft veel met dit onrustgevoel te maken. Komt het dan toch goed met Hem, die niet laat varen het werk van zijn handen? Komt het dan goed met ons?

Vorige week heeft Frans in zijn overweging gesproken over Gods Geest die steeds een taal van bevrijding spreekt en oproept om bezield te zijn en waakzaam te blijven tegen de dreigende slavernij. De bijbel vertelt verhalen van bevrijding en van een visioen van een betere wereld waar iedereen een waardige plaats krijgt en mag leven.

Vandaag probeer ik die Geest op te sporen en zijn kracht te duiden aan de hand van gebeurtenissen in ons dagelijkse leven.

 

 

Overweging.

Ik moet nog dikwijls denken aan die roerige zestiger jaren. Amsterdam was het toneel van Provo, Kabouters, Oranje Vrijstaat. Er waren relletjes bij de vleet. De politie had zijn handen vol aan figuren die op het Spui, rond het beeld van het Lieverdje allerlei happenings organiseerden, en krenten aan de toeschouwers uitdeelden. De omstanders kwamen in steeds groter getale opdagen waardoor het verkeer gestremd werd en de trams hun gang naar het CS niet ongestoord konden voortzetten. De autoriteiten zaten met hun handen in het haar. Want wat gebeurde er nou eigenlijk? Er werd niet massaal geplunderd, auto's in brand gestoken, mensen gemolesteerd. De roep om vrijheid werd sterk gehoord. Vrijheid op politiek en religieus terrein. Er begon een steeds grotere run op seksuele vrijheden te ontstaan.

In Parijs was in '68 de grote studentenopstand die hier in de Nederlandse studentenwereld na – echode en regelrecht uitliep op de Maagdenhuisbezetting in 1969 te Amsterdam. Het grote magische woord in die dagen was: “democratisering”. Het was een protest, een vlucht vooruit naar vrijheid of wat daarvoor op dat moment voor doorging. Mensen waren elkaar niet kwaad gezind maar roken vrijheid en ruimte die de statische en starre machtsuitoefening niet bood.

Vanaf 1965 was ik als kapelaan van de Duif weer terug in Amsterdam en zat er middenin. Helemaal toen ik in 1968 weer met een studie aan de universiteit begon. Als 38-jarige was ik als eerste – jaars weer samen met jongeren, die net hun middelbare school verlaten hadden, in de collegebanken. Het was even wennen, maar wat was ik onder de indruk van de oprechtheid van de meesten. Ik vroeg me in die periode regelmatig af naar de oorsprong van dit alles. Waar kwam die bevrijdingsdrift vandaan? Zo massaal, zo ineens. “Make peace, no war”! Die kritiek op het gezag? Was het alleen maar puberale vrijheidsdrang of het gevolg van revolutionaire indoctrinatie? Natuurlijk: pers en media, de invloed van het buitenland, de universiteiten waren duidelijke bronnen. Maar er was meer.

Ik proefde door alle herrie heen een heimwee naar een levendige en dynamische samenleving voor alle mensen. Het ging om een bevrijding uit starre stelsels en taboe's. De RK Kerk kende zijn Vaticaanse Concilie met als motto van de toenmalige Paus Johannes de 23e: Een venster openen op de wereld. (en er kwam wat muffe lucht los!) Ik heb ontdekt dat ik weer veel aan die tijd ben gaan denken, juist sinds ik de laatste tijden vanuit verschillende kringen in de maatschappij smalende opmerkingen heb gehoord over die periode. Ze wordt door sommigen afgedaan als: naïef idealisme, geitenwollensokkengedoe, bandeloosheid, links geleuter, weke maatschappij. Woorden als ‘klaplopen', ‘potverteren' klinken er ook dikwijls in door. Opvallend dat altijd vooral van politiek ‘rechts'dit soort typeringen komen!

“Opstand der horden”, “protestgeneratie”, zijn andere typeringen voor die tijd, maar die geven volgens mij misschien impliciet een bereidheid aan om uit te zoeken waartegen die opstand en dat protest zich toen hebben gericht. Ze overstijgen in ieder geval het niveau van het laatdunkend schelden en belachelijk maken van een volgens mij onderschatte uiting van een oerverlangen naar een ideale samenleving. Het hield de bereidheid in om die uiting van onrust die soms op een storm uitliep te onderzoeken

 

De sommigen van U, zoals u hier zit, moet dit allemaal van ver of van dichtbij meegemaakt hebben. Misschien hebt u mee geprotesteerd. Misschien hebt u wel in die tijd conflicten met uw ouders gehad. De eerste stickies geprobeerd. Misschien zat u als opvoeder van uw jonge kinderen met de handen in het haar. Even: om alle misverstand te vermijden: ik wil geen sociologies of sociaal - psychologies verhaal of onderzoek hier lanceren. Het gaat me juist om dat eeuwenoude gerucht dat in mensen leeft. Van die echo, die in ons doorklinkt. Die vonk van God. Ik wil u deelgenoot maken van mijn zoeken en tasten naar een antwoord op dat gegeven wat ook in deze lezingen van vandaag zo klip en klaar naar voren komt, zoals verwoord in die uitsmijter van Job:

Ja, waar komt de wijsheid vandaan, weet iemand waar zij woont?

Had wat toen in die jaren zestig gebeurde iets te maken met ‘wijsheid'? Was het iets van Gods Geest?

 

Met alle gekkigheid, met alle vallen en opstaan en misstanden, waren de elementen van tasten naar bevrijding en proberen de regie over het eigen leven in handen te nemen en zoeken naar inhoud, de innerlijke drijfveren bij velen. Ik maakte het toen mee op de universiteit. Ik had er, zeker in het begin, veel moeite mee. Het ontnam me mijn zogenaamde zekerheden waarmee ik was opgevoed. Maar mijn onrust kon verdwijnen, dank zij die vele medestudenten van toen met wie ik samen was en bij wie ik de ernst en de oprechtheid met veel bewondering en ontroering als een getuigenis van oprechtheid in mij opzoog. In die periode maakte ik mijn pinksterpreek en getuigde van mijn geloof dat veel in die tijd volgens mij met de H. Geest te maken had. Van de Geest die altijd waait. Waar ze precies vandaan kwam en komt weet ik nog niet. Maar waar ze woonde en woont wel: in mensen van goede wil!. Weet u wel, die mensen waar we ook met kerstmis van zingen! Velen van onze generatie worden onrustig gemaakt door de steeds maar weer opnieuw opdoemende vragen of God nu wel of niet bestaat. Gerenommeerde namen leggen hun bevindingen in boek en geschrift aan ons voor. Voor de een betekent dit angstige vragen. Voor de ander verbijstering of juist bevrijding. Ik merk bij mezelf dat ik niet bang ben om met die vragen geconfronteerd te worden. Ik ga de confrontatie aan. Om mijn godsbegrip zoveel mogelijk uit te zuiveren en te ontdoen van alle ideologiese en moralistiese ballast.

 

De perikoop uit het boek Spreuken vind ik hierbij een verrukkelijke hulp. Want wat zegt, naar men vermoedt, Salomo: “De Eeuwige schiep mij – Wijsheid – aan het begin van zijn wegen: nog voordat de aarde bestond, de oceaan en de bronnen, nog voordat er heuvelen en bergen waren, nog voordat de schepping plaats vond. Heel summier wordt hier aangehaakt bij het scheppingverhaal. En als de schrijver van toen het in deze tijd had mogen schrijven, had hij, hoop ik, er aan toegevoegd: De eeuwige schiep mij nog voordat er theologen, pausen en kerken waren: toen was ik er al; en dan staat er:

“Ik (Wijsheid, H. Geest, Jezus de Mensenzoon) was bij hem als uitvoerster, ik was zijn vreugde dag in dag uit, mij verheugend voor zijn aanschijn, altijd door, mij verheugend over zijn aardrijk en mijn vreugde vindend bij de mensen”. Wie? Ik? Bij mij? Bij U? Bij ons dus ook? Ook bij mensen die de naam van De Eeuwige niet kennen maar wel vervuld zijn van een drang en heimwee naar een eerlijk en rechtvaardig leven voor allen? Ja, dat geloof ik.

 

Dat vind ik zo boeiend. Dat er over Gods Geest gesproken wordt bij Spreuken van: “spelend op het vlak van de aarde en mijn geluk lag bij de mensen! Er wordt hier dus ook over ons gesproken! Hier wordt een regelrecht verband gelegd van een soort samenspannen van God's Geest met de mensen. En dat kan alleen maar zijn om zijn schepping waardig in stand te houden. De hele Schrift getuigt van dat besef. Gevraagd en ongevraagd roept Gods Geest mensen op voor zijn schepping zorg te dragen en de muren te slechten of aan de kaak te stellen die een leefbare wereld in de weg staan. Dat is namelijk wijsheid. Het is het spiegelbeeld van die eeuwige wijsheid, die van alle tijden is.

 

Ik was onder de indruk van de documentaire van Al Gore: An inconvenient truth, over de milieuproblematiek van onze aarde. Een hint van Gods Geest?

Oud minister Jan Pronk die bewogen stelt dat “het gaat mis als we blijven toekijken”! Een hint van Gods Geest?

Dietrich Bonhoeffer die vanuit zijn gevangenis schreef: “Ons christen zijn zal in deze tijd slechts bestaan uit 2 elementen: bidden en onder de mensen het goede doen”. Een hint van Gods Geest?

Dat onbekende jongetje dat zei: “mensen zijn de woorden waarmee God zijn verhaal vertelt”. Een hint van Gods Geest om ons duidelijk te maken, dat wij wat te zeggen en te doen hebben met zijn schepping?

Of die dichtregel van Gerrit Achterberg: “Een mens is voor een tijd een plaats voor God”. Een hint van Gods Geest om te beseffen dat Hij het werk van Zijn handen in onze handen heeft gelegd?

Is misschien ook die veel besproken Donor show, die het probleem van te weinig donoren aan de kaak stelde op een provocerende wijze een hint van die Geest aan ons mensen? Er zo zijn veel meer namen te noemen van mensen die in hun doen en laten getuigen van Gods Geest die in hen leeft. Spoor ze op, heb oog voor hen en laat je inspireren! Af en toe wordt het mij benauwd om het hart als ik berichten lees over oorlog en geweld, over de macht van de bezitters, over de dreiging dat duizenden werkloos zullen worden gemaakt omdat kapitaal moet groeien in de handen van weinigen. Dan vraag ik me af of dat de tegenkrachten zijn van die Geest die niet gestopt kunnen worden. Ik hou me dan vast aan mijn vurige hoop dat de Geest waait en blijft waaien!

Ook door ons die het er niet bij laten zitten!

Zo moge het zijn!

       
 

Harris"Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl