Bijdrage Marina Slot - viering 15 juli 2007
 
 

Voorganger: Marina Slot

Lector: Ineke Pruissen

Fluit muziek: Ans Kremer

 
 

Lezing: Psalm 23

 
         
 

Thema: Wie wil zich laten leiden?

         
         
 

Welkom en inleiding

Lieve mensen, Van harte welkom in dit samenzijn hier in de Duif, welkom als je hier voor het eerst bent en ook welkom als je bij onze gemeenschap hoort.

We zijn bij elkaar in de tweede dienst van de zomerserie met de titel een Psalmensymfonie, nav de CD met Psalmen in een nieuwe bewerking van Huub Oosterhuis en Antoine Oomen. Huub Oosterhuis heeft onder de titel ‘Om leven dat doorgaat' deze liederen opgedragen aan de nagedachtenis van Prins Claus.

Vorige week heeft Rob Gijbels Psalm 1 overwogen. Deze week is Psalm 23 aan de beurt, waarin de bekende woorden ‘De heer is mijn herder, mij ontbreekt niets' in verschillende toonaarden terug komen. In vraag, in smeekbede in angstige verwachting en in stevige hoop en vertrouwen. Een hedendaagse verwante tekst heb ik gekozen in het gedicht ‘Enkele mensen' van Wislawa Szymborska, de poolse dichteres die in 1996 de Nobelprijs voor literatuur won. De klanken van de woorden worden vergezeld van klanken uit de fluit van Ans Kremer. Ik heb Ans ontmoet op mijn stilteplek de Voorde en toen wij met elkaar spraken over muziek en haar betekenis als toegangspoort naar de Eeuwige, was er herkenning tussen ons. Toen ik hoorde dat zij ook in haar eigen kerkgemeenschap Haren (bij Groningen ) voor de muziek zorgt, was de vraag snel gesteld of zij in deze zomerdienst mee zou willen werken.

   <-- Ans Kremer

Ik wens ons allen een mooi uur toe.

 

 

Gebed om kracht

Er is een kracht die geest is en leven

Licht en waarheid en grenzenloze ruimte.

Zij omvat alle activiteit en verlangen,

Alle geuren en smaken.

Deze kracht is het die het hele universum ontvouwt

En in stilte alles lief heeft.

Dit is de kracht die in mijn hart woont.

 

Overweging

Een eindeloos verlangen naar geborgenheid, naar een goede plek om te leven, naar rust en voeding, naar een ziel die op adem kan komen, dat is wat er spreekt uit de Psalm 23 en ook uit het gedicht wat Ineke net heeft voorgelezen. De omstandigheden zijn moeilijk, de gevaren groot en de angst is heel erg aanwezig. Deze week was er een zelfmoordaanslag in Afghanistan. De zoon van een van mijn collega's werkt daar in het Nederlandse vredesleger.

Omdat het gebeuren al in de pers was uitgelekt voordat de familieleden van de soldaten waren geïnformeerd, heeft zij twee lange uren niet geweten of het haar zoon was die zwaar gewond was of hij - die jongen van 19 jaar – betrokken was of slachtoffer bij deze aanslag. Gelukkig kwam er goed nieuws, en een heel geschokt kind aan de telefoon over alles wat hij had meegemaakt. Voor haar maar voor elk van ons zijn er zulke momenten in je leven.

Uren, dagen, maanden en voor sommigen zelfs jaren van je leven waarin de angst overheerst, de afgrond dichtbij is en zelfs de doodsvallei in zicht.

 

En dan het beeld van de herder die langs het schapenpadje zijn kudde schapen, allen een voor een naar grazige weiden leidt en naar vlietend, kabbelend water, die de ziel op adem laat komen en je aanbiedt om op het rechte spoor te gaan. Een romantisch plaatje en zelfs in het vervolg het aanbod om als een koning, als een eregast je voeten te laten wassen en zalven met balsem. Je te laten inschenken zodat je niks ontbreekt. Een vorstelijk onthaal. Maar in deze versie van de Psalm is het beeld niet alleen romantisch, het begint met de dringende vraag of het wel waar is, dat mij niets zal ontbreken. Bijna de klank van een aanklacht …. Zou mij echt niets ontbreken, is dat wel waar ?? Moet ik de afgrond in, ik zal bang zijn, kan ik zeker zijn dat je naast mij bent ? En er is zelfs sprake van doodgaan van angst. Dan ben je bang hoor, als het zover gaat, dat de angst je adem afknijpt en je hart beklemd. Wat maakt dat er een omslag komt, wat maakt dat de hoop de overhand krijgt ? Waardoor of door wie laat je je leiden naar de ruimte, naar de plek waar het goed toeven is ? Ben je bereid om je over te geven aan degene die het goed met je voor heeft ? Wie is je gids die weet heeft van de uitweg, van de verlichting van lasten ?? Wil je je laten leiden of ben je bang dat iemand of iets misbruik maakt van de situatie ? Wil je je überhaupt wel ooit eens laten leiden of heb je dat afgeleerd in het leven hiervoor, omdat laten leiden het gevaar niet oplost, maar eerder vergroot. Zijn er herders die je naar de slachtbank leiden in plaats van naar de grazige weiden. Zijn er leiders die je meesleuren de afgrond in ??

 

Ons beeld van dieren is dat zij als makke schapen achter de leider aanlopen, maar ze geven zich dikwijls alleen maar over als hun intuïtie zegt dat het goed is. En ook een dier schreeuwt van angst als het in een situatie komt die niet goed is. Elk levend wezen weet van binnen, welke kant de goede is, waarheen de weg ten leven gaat en die wil je op. Want van ons mensen zijn er velen wier ziel eraan toe is om op adem te komen, om het leven te proeven in al zijn rust en eenvoud. Om de ruimte van goed leidersschap te ervaren, de leider die geroepen is tot leidersschap, die geboren is om leider te zijn. De leider die niet ter meerdere eer en glorie van zichzelf leider is, maar die dienstbaar is aan zijn mensen. De psalm zegt veel over de relatie tussen de mens en haar herder, de persoon en zijn God. Maar de psalm zegt niet zoveel over de relaties onderling in de kudde, in de gemeenschap. Stimuleren we elkaar om elkaars herder te zijn, weten wij wie wij als leider willen kiezen ? Zijn we wel een kudde, een gemeenschap en willen we wel met elkaar op pad ??? Of vervallen wij in kuddegedrag en behoudzucht en willen wij vooral alles laten zoals het is. Is de goede herder voor ons als groep herkenbaar en willen we ons laten leiden naar waar dan ook ? Op die momenten waar de psalm het over heeft, die momenten waarop de afgrond zich opent, waarop de doodsvallei zichtbaar wordt, is God bij je. Dat is het onverwoestbare geloof van de psalmdichter. Eigenlijk is ie helemaal wars van God. Hij voelt zich gesteund, vorstelijk onthaald en is ervan overtuigd dat God niet de regisseur is van zijn ellende, maar degene die hem opvangt, een dak boven zijn hoofd is en rust geeft aan zijn ziel. Met die vaste overtuiging en de zekerheid dat de psalmdichter niet spreekt vanuit een roze wolk, maar met de benen diep in de shit, daarmee heeft deze psalm voor velen steun gebracht, troost in heel donkere dagen. Het gaat ergens over, het is geen wollige praat over God, over je leider en je gids die altijd bij je is en bij wie je echt mag wonen alle dagen van je leven. De kracht van dit levenslied is dat het nog steeds geldig is voor elk van ons, een voor een en allemaal samen. Als de schapen van de kudde, als de mensen in het gedicht, mensen onderweg op een levenspad wat soms even stokt, waarop de tijd stilstaat en het tijd is om een persoonlijk contact aan te gaan met jouw leider, jouw herder die er altijd is die je allang heeft uitgenodigd ook toen je het nog niet nodig had, toen je je weg zelf nog goed alleen kon gaan.

En nog steeds is de vraag niet beantwoord waarom je geleid zou willen worden. Die vraag kan ook alleen jij beantwoorden. Want de een kan en wil veel langer alleen dan de ander. Maar van belang is dat je je uitgenodigd weet, al eeuwenlang door de Eeuwige die bij je en in je is. Je hoeft niet alleen verder. En je hoeft je voor niemand te schamen, elke spot is misplaatst, want ieder mens heeft een gids ten leven, die de weg weet.

 

 

Er is een eindeloos verlangen in de mens naar geborgenheid, naar een goede plek om te leven, naar rust en voeding, naar een ziel die op adem kan komen. En zolang er leven is, is er hoop op geluk in tijden van nood en verdrukking, vertrouwen in de toekomst omdat je niet alleen bent. En blijvende hoop op leven dat doorgaat. Amen

 

Nodiging

Jij hebt de tafel al gedekt- mijn spotters weten niet wat ze zien: dat jij mijn voeten wast, ze zalft met balsem mij inschenkt, drink maar zeg je niets zal mij ontbreken.

In de wetenschap dat er een is die ons met open armen ontvangt, die ons vorstelijk onthaald en bij ons is al de dagen van ons leven, mogen wij het leven delen met elkaar in de symboliek van brood en wijn, tekenen van leven en van samen.

De tafel staat klaar, iedereen is welkom, wie je ook bent, klein of groot, jong of op leeftijd, man of vrouw, hoe je ook in elkaar zit, voor de Ene en Enige God is ieder mens gelijk en welkom. Komt want alles staat gereed.

 

 

Gebeden

Onnoembare,

Bent u mijn herder ?

Behoor ik tot uw kudde ?

Als dit zo is, dan ben ik een weerbarstig mens.

Regelmatig probeer ik uit het gareel te springen,

Maar met dezelfde regelmaat brengt u mij weer in uw kudde.

U brengt mij dan terug naar grazige weiden, waar het goed toeven is.

Geef mij de kracht om daar te mogen blijven tot in lengte van dagen.

 

Barmhartige,

Het lijkt soms of wij mensen alles zelf kunnen, of met geld alles te koop is.

Maar heel dikwijls wordt je op jezelf en je omgeving teruggeworpen omdat

het leven niet alleen te leven is, omdat we allemaal leiding en begeleiding nodig hebben..

In voor- en tegenspoed, als het lekker gaat en als er even aan een rem wordt getrokken, waar en wanneer dat is, altijd zijn er momenten dat een herder gewenst is, een goede herder in welke vorm of verschijning dan ook. Dan is het prettig als je al tot een kudde behoort, een gemeenschap die mee zoekt naar de grazige weiden, naar de rust van het verkoelende, kabbelende water. Geef ons de kracht om leiding te durven ontvangen en om lid van de kudde te willen zijn. Amen.

 

Zegenbede

De Eeuwige zegent ons en zij behoedt ons,

De Barmhartige doet zijn Gelaat over ons lichten en is ons genadig

De Onnoembare verheft haar liefdevolle Gelaat over ons en geeft ons vrede. Amen

 
       
   
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2007 | Marina's "Hoofdpagina" | 

 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl