|
Welkom
en inleiding
Van harte welkom in deze dienst in de Duif, welkom
aan jou die hier voor het eerst komt en welkom al die trouwe Duiven die
met elkaar deze warme gemeenschap vormen. Welkom aan de grote mensen en
welkom aan de kleine mensen voor wie het ook een mooi uur belooft te worden.
Wij lezen uit Lucas een tekstdeel over verantwoordelijkheid, geloof en
vergeving. En we lezen een tekst over vergeving die doorgegeven is van
gene zijde aan Janny Post en die zij in haar Tien geboden voor de Nieuwe
Tijd heeft opgenomen.
In de overweging wat gedachten over vergeving, een woord dat gemakkelijker
is om uit te spreken dan om te doen.
Maar eerst gaat Gerda de kinderen en ons het verhaal over vergeving vertellen.
Ik wens ons allen een mooi uur toe.
De tien geboden voor de Nieuwe Tijd. Lezing, vrij naar Jannie
Post
Wie heb jij nog niet vergeven, vergeven
- gegeven zijn vrijheid?
Vergeven is: vrijheid geven. Wie heb jij nog niet zijn vrijheid gegeven?
En jijzelf, kind: heb jij jezelf al
vergeven om hetgeen je zelf niet goed achtte, om hetgeen je van jezelf
verwachtte? Heb jij mogen leren incasseren, fouten maken en herstellen?
Heb jij mogen worstelen van jezelf? Heb jij mogen vallen en opstaan van
jezelf en mag jij nu nog fouten maken van jezelf of dien jij boven God
verheven te zijn?
Wie denk je dat je bent, als je jezelf
geen fouten toestaat? De werkelijke fouten zullen jullie allen niet meer
maken, omdat je Kinderen van het Licht bent. Dat wat je als fouten ervaart,
zijn futiliteiten vanuit de kosmos bezien. Het zijn randverschijnselen
van de ware zonde der aarde.
Je mag meegroeien in het licht dat
je is aangereikt.
Opdat je mag vallen en opstaan in je eigen verandering.
Leer dan toch, als jij werkelijk
je stappen verkeerd zet, dat je het herkent en erkent, opdat je samen
met elkaar steeds kunt vergeven. Voor jezelf, door jezelf naar de ander
en van de ander. Want alleen dan wanneer je de grote verandering waarin
je staat, herkent en erkent, zul je met elkaar tot inzicht komen en zul
je fouten durven maken.
Zo worden jullie bezien vanuit je
zieletrillingen als Kinderen van het Licht. Dat zal je altijd blijven
en door aardse futiliteiten zul je sluiers om je licht hangen, maar die
sluiers zullen je licht nooit meer verduisteren.
Overweging
Ik ben er niet zo goed in, in echt
vergeven. In vergeving geven en in vergeving vragen. Zowel van mijzelf
als van een ander. Want echt vergeven vereist vrijheid in jezelf, kunnen
loslaten van meer dan de dingen die je in jezelf en in een ander zo gestoord
hebben.
En soms zit ik zo vast, vast in oude beelden, in vijanddenken, in het
dualisme van goed en fout, van licht en duister.
Toen wij het in de liturgievergadering hadden over Kinderen van het Licht,
werd direct de koppeling gemaakt naar Kinderen van het Duister. Alsof
je bijna niet kan bepalen wat de uitmonstering van een Kind van het Licht
is, zonder eerst in het duister te gaan wroeten.
Wonderlijk en toch ook weer niet, wij zijn allemaal een beetje besmet
met het Hollandse calvinisme, met het oordeel van zonde en schuld.
Als een ander je er al niet mee belast, doe je het zelf wel, want het
zit in onze genen om eerder te kijken naar wat wij fout doen, dan wat
er goed gaat.
En als je vanuit dat perspectief, dat we allemaal wel veel goed fout doen,
het Lucas Evangelie leest, wordt je er niet vrolijk van.
Daarom is het goed om de focus even te veranderen. Om even de schijnwerpers
op de tekst te zetten en even geen spaarlampsterkte te gebruiken. Om de
tekst in het Licht te zetten.
Jezus zegt in het 1e deel van de tekst eigenlijk, het is bijna onvermijdelijk
dat er vuile handen worden gemaakt, maar zorg dat jij je verantwoordelijkheid
neemt, dat je weet wat het betekent als jij degene bent die doelbewust
de poten onder de stoel van de ander vandaan haalt, als jij degene bent
die de val van een ander voorbereid.
Hij zegt eigenlijk: Let op jezelf zodat je wegblijft uit de spelletjes,
de vuiligheid van politieke bondjes, van schijnbaar naïeve acties
die tot gevolg hebben dat de ander stevig op zijn bek gaat.
Let op je zelf !! En vergeef, vergeef wel zevenmaal of meer malen per
dag als jijzelf of iemand anders echt berouw heeft.
Er moet dus wel iets gebeuren, een mens kan pas ver-geven als er eerst
iets anders gegeven is, berouw, spijt, als je spijt betuigt in gewoon
Nederlands, als je even van een afstand durft te kijken naar wat je gedaan
hebt.
Er moet weer een nieuwe balans gevonden worden in jezelf en tussen jou
en de ander. Het is geven en ver-geven. In die volgorde.
En de apostelen zeggen, bij het horen van zo’n moeilijke opdracht,
waarbij gevraagd wordt om even boven je zelf en je eigen dingetjes uit
te stijgen: geef mij meer geloof.
En dan geeft Jezus aan dat dat geloof al voorhanden is.
Geloof ook al is het zo groot als een mosterdzaadje, het kleinste van
alle zaden, zo klein als wat, maar sterk als een olifant.
Als je er tenminste bij kunt komen, want geloof en vertrouwen horen bij
de standaarduitrusting van een mens, maar bij de een zit het wat meer
aan de oppervlakte als bij de ander, is het wat meer voor het grijpen.
En dat zeg ik zonder oordeel, meer als constatering, als feit.
We stappen over naar de ingevingen : heb je vergeven, heb je vrijheid
gegeven aan jezelf en aan de ander.
Of moest je zo nodig hoger zijn dan God, beter zijn dan de Eeuwige ?
Onaantastbaar en zonder fouten, zo wil toch geen mens zijn en toch wij
streven er erg naar. De onmogelijke opdracht van het leven.
“Je mag meegroeien in het licht dat je is aangereikt.
Opdat je mag vallen en opstaan in je eigen verandering.”
Dat klinkt als heel vrij en open. Het licht dat alles laat groeien, geeft
ieder van ons de kans om te ontwikkelen, te ontvouwen wat tot dan toe
nog verborgen was. Het geeft ons zicht op onze mogelijkheden en onmogelijkheden
Het laat ons zien dat fouten durven maken, de enige weg is die leidt tot
verandering, ook tot de grote verandering in bijbelse termen wat wel het
Koninkrijk van God wordt genoemd.
Het laat ons zien dat we soms vallen over futiliteiten en dat we niet
echt bezig zijn met het wegwerken van de ware zonde van de aarde.
En als Kinderen van het Licht zouden wij toch positieve massa genoeg kunnen
maken om dat wel te doen.
Maar daar zit em nou net de kneep. Jij en ik voelen ons lang niet elk
moment van de dag een Kind van het Licht.
Soms geven andere mensen aan dat jij iets voor hen betekent, dat je een
beetje licht in hun bestaan hebt gebracht, soms zijn er mensen die in
hun beroep veel licht kunnen brengen als ze dat willen zoals verpleegkundigen,
verzorgenden in verpleeg- en verzorgingshuizen.
Wie zou er niet eens benoemd willen worden met de eretitel van engel op
aarde? En toch deinzen we er ook voor terug.
Wij deinzen ervoor terug omdat het nogal wat van ons vraagt, om in balans
te zijn bijvoorbeeld, om je bewustzijn te voeden en te ontwikkelen, om
je gevoeligheid niet weg te stoppen, maar te laten groeien.
Om als er dan het een en ander bij je binnenkomt wat niet goed was, om
dan jezelf te durven vergeven.
Wij hebben grote potentie.
Potentie om Kind van het Licht te zijn en om te kunnen omgaan met de donkere
kant van jezelf, om die te herkennen en ermee te dealen. En als je het
nog niet alleen kan, zijn er altijd anderen om je heen die je kunnen helpen
herinneren, helpen her- en erkennen wie je bent en waartoe je geroepen
wordt.
In de Koran is er een Soera, een hoofdstuk dat ‘Berouw’ heet,
en wat ook wel ‘Vrijheid’ wordt genoemd.
Wat een prachtige combinatie: als berouw de weg naar vrijheid markeert,
klinkt het heel anders dan het tobberige gevoel wat ik er van huis uit
bij kreeg.
Berouw kun je niet afdwingen, het moet in vrijheid gegeven worden anders
verliest het zijn waarde voor het nieuwe evenwicht/ de balans en om tot
werkelijke vergeving te kunnen komen.
Vergeving en macht passen niet bij elkaar. Vergeving en vrijheid wel.
Wat dan als je stuit in je eigen leven op de ware zonde van de aarde?
Als het niet meer om futiliteiten gaat.
En als ik ware zonde zeg, dan heb ik het niet over de zonde die waardoor
de schijnheilige roomskatholieke kerk het verdomde om jonggeboren nog
niet gedoopte overledenen en mensen die zelfmoord hebben gepleegd, in
gewijde aarde te begraven.
Ware zonde heeft met vermoorden te maken, niet met de wanhoop van iemand
die niet meer verder kan leven, met dodelijk geweld, met mensen geestelijk
en lichamelijk de nek omdraaien.
Wat moet je dan met vergeving ?? Voor een dader is echte vergeving vragen
de eerste stap naar vrijheid en ook voor het slachtoffer, maar je zult
geen Godsoordeel horen als je de vergeving niet kunt schenken, als het
teveel was, wat je is aangedaan. Want vergeven is niet niks in zo’n
situatie, het is een berenklus, je hebt er jaren dagwerk aan.
Wat een groot geluk is, is dat je Gods Kind van het Licht blijft.
En dat er alleen maar medeleven is, met hen die vergeven waar de liefde
ver weg is, kapot gemaakt is.
Want waar liefde is, is vergeven een stuk gemakkelijker. Waar de ruimte
en de vrijheid van liefde heerst, is de futiliteit ook sneller weggesmolten.
Waarom zijn die ingevingen eigenlijk zo positief, zo vrij en open? Zou
dat ook zijn voor de balans? Voor het evenwicht omdat wij van nature sneller
kijken naar het duister dan naar het licht ??
Ik zou ons toewensen dat wij Gods Kinderen van het Licht durven zijn,
vandaag en alle dagen van ons leven, met af en toe wat sluierbewolking
maar die trekt altijd weer op. Dat is de belofte !
Amen
Nodiging
Iedere zondag mogen wij met elkaar delen van brood en wijn, tekenen van
leven en van samen. Wij willen delen met elkaar om dat wij het leven willen
delen hier in onze gemeenschap en met de mens daarbuiten, het leven met
alles erop en eraan, met vreugde en blijdschap, met verdriet en rouw,
met zachtheid en tederheid en met heftigheid en kracht, met Licht en met
Duister.
Iedereen is uitgenodigd aan deze tafel, wie je ook bent wat je ook voorstelt,
waar je ook in gelooft, iedereen zonder uitzondering, want voor God is
iedereen gelijk en geliefd.
Komt want alles is gereed.
Zegenbede
De Krachtige en Tedere zegent ons en behoedt ons,
Zij wendt haar gelaat naar ons toe en zet ons in haar genadevolle Licht,
De Eeuwige omvat ons allen in onmetelijke liefde en geeft ons vrede.
Amen
|
|