Bijdrage Catrinus Mak - viering 14 oktober 2007
 
 

Voorgangers: Harris Brautigam en Catrinus Mak

Thema: Over de grens

 
 

Lezingen:

2 Koningen 5, 14-17 - De genezing van Naäman

Lucas 17, 11 – 19 - In het grensgebied van Samaria

 
         
         
 

Welkom en inleiding

Voor deze zondag hebben we twee lezingen uit het leesrooster genomen. Zowel de lezing uit het eerste testament als die uit het tweede, gaat over genezing van melaatse mensen. En het opmerkelijke is, dat de hoofdpersonen daarin niet inwoners van Israël zijn, maar dat ze over de grens wonen.

Het is al boeiend genoeg om de Bijbel verhalen nog wat preciezer te lezen. Maar er komt nog bij, hoe speelt het thema van grenzen bij ons, hier en nu in 2007? Aan de ene kant leven we mondialer dan ooit. We kunnen vrij eenvoudig naar iedere plek op de wereld met vakantie tegenwoordig. En het lijkt alsof we op ieder moment op de dag, wat we ook aan het doen zijn, bereikbaar willen zijn. Onlangs kwam er nog iemand hard pratend langs me rennen, joggen dus. Hij bleek een mobiel te bellen. Aan de andere kant moeten we ons afschermen tegen de ongelofelijke veelheid van indrukken en mensen. En weten soms niet precies hoe we met buren om moeten gaan. En de Polen, die hier werken, moeten die nu een inburgeringscursus krijgen of niet? niet?

In de overweging zal ik nader op het thema van grenzen ingaan. Laten we nu stil zijn en ruimte bieden om de Eeuwige in stilte te begroeten.

Gebed
Lieve God,
U, verre vreemde soms misschien, maar ook vaak intiem vertrouwde
In dit uur, waarin we stilstaan bij wat er is, in ons eigen leven of de wereld om ons heen
Vragen we U aanwezig te zijn.
Wees aanwezig bij wie we zijn nu
Met wat ons zwaar of verdrietig maakt,
Maar ook met wat ons verheugt, inspireert en gaande houdt.
Schep ruimte in ons en vernieuw ons met Uw levensadem.
In navolging van Jezus uw Zoon,
Amen.

Eerste lezing: 2 Koningen 5, 14-17
De genezing van Naäman
Hierop daalde Naäman af naar de Jordaan en dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals de godsman had gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als de huid van een kind, en hij was weer rein. Toen keerde hij met zijn hele gevolg naar Elisa terug, maakte bij de godsman zijn opwachting en zei: ‘Ik wist wel dat er behalve in Israël in de hele wereld geen God is. Alstublieft, neemt u een geschenk van uw dienaar aan.’ Maar Elisa antwoordde: ‘Zo waar de HEER, in wiens dienst ik sta, leeft, ik zal niets aannemen.’ En hoe Naäman ook aandrong, Elisa bleef weigeren. Toen zei Naäman: ‘Als u werkelijk niets van uw dienaar wilt aannemen, wees dan zo goed mij twee muildierlasten aarde mee te geven. Ik verzeker u dat ik nooit meer offers zal brengen aan andere goden dan de HEER.

Tweede lezing: Lucas 17, 11 – 19
In het grensgebied van Samaria
Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat leden; ze bleven op een afstand staan. Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ Toen hij hen zag, zei hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. Hij viel neer aan Jezus’ voeten om hem te danken. Het was een Samaritaan. Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’

Overweging

Beste mensen, gemeente van Christus,

Vlak voor de liturgievergadering van de maandagavond, waarop deze viering werd voorbereid, was ik bij een speciale maaltijd. Ik heb een baan in een van die prachtwijken van Nederland en daar werk ik veel samen met de politie en met de Marokkaanse wijkagent Mustafa in het bij bijzonder. Mustafa had mij uitgenodigd voor die maaltijd, een iftar maaltijd, georganiseerd door het netwerk van Marokkaanse politiemensen. Ik was op weg naar, wat ik dacht, een soort achteraf zaaltje, ergens bij een manege van de politie links van de Amstel. Toen ik daar kwam, bleek dit zaaltje nogal groot uitgevallen te zijn. Het was een flinke hal, feestelijk versierd en er stonden een paar honderd ronde tafels waar zo’n tien personen om heen konden zitten. Het ging om een iftar maaltijd, de maaltijd die na zonsondergang in de Ramadan tijd wordt genuttigd. Deze bleek al voor het 5e achtereenvolgende jaar georganiseerd te worden. Een van de dingen die me het meest opviel, was de toespraak van commissaris Welten. Om te zorgen dat we in Amsterdam, een stad met 170 nationaliteiten, in vrede met elkaar leven, is het essentieel dat we binnen de politie bruggenbouwers hebben. Nieuwe Nederlanders, van buitenlandse afkomst, die een brug weten te slaan tussen de verschillende culturen hier in onze stad. De manier waarop deze hoogste politieman sprak over de noodzaak bruggen te slaan, vond ik een indrukwekkend voorbeeld hoe je heden ten dage concreet kunt werken aan vrede en ontspanning. Hoe je om kunt gaan met dat soms lastige grensvlak, van mensen die samen leven, maar heel anders zijn in cultuur, doen en laten.

Van de opperbevelhebber van de Amsterdamse politie gaan we naar de opperbevelhebber van het Syrische leger in ons Bijbelverhaal van vandaag. Naäman, zo valt te lezen in 2 Koningen, was de hoogste baas van het Syrische leger en had al lang last van melaatsheid. Het is interessant om het verhaal nog breder te bekijken dan alleen het stukje dat afgedrukt staat. Het blijkt namelijk dat een meisje aan het hof van Naäman hem overhaalt om naar Elisa te gaan. Let op, dit meisje was een gastarbeider uit Israël. Dat mensen de grens over gaan voor werk, is dus niets nieuws.
Naäman bereidt zich voor op een reis naar Elisa en als hij aankomt, verwacht hij met alle egare ontvangen te worden. Maar wat doet Elisa, hij stuurt een van zijn bedienden naar buiten, om Naäman instructie te geven: ga naar de Jordaan. Naäman wordt helemaal boos. Komt hij met zijn halve hofhouding naar Elisa, hij verwacht een waardig ontvangst van de man Gods, maar hij komt niet eens binnen en wordt naar een smerige rivier gestuurd. Even lijkt het erop dat hij helemaal niet naar die rivier gaat, maar dan halen zijn eigen bedienden hem over, het toch maar te proberen. Tot zijn verrassing geneest hij en hij gaat terug om Elisa te bedanken en dringt erop aan geschenken aan te nemen. Elisa weigert. Ten slotte vraagt Naäman toestemming om de God van Israël te eren in zijn eigen land.
In dit verhaal zitten bijzondere elementen. Pas als Naäman afstand kan doen van zijn denken in macht, aanzien en rijkdom, pas dan geneest hij. Het tweede wat me opvalt, is dat de bedienden de bruggenbouwers zijn. Dus niet altijd de mensen van gewicht en formaat bewerkstelligen de vrede, maar misschien juist zij, die weinig te verliezen hebben.
Ten slotte eert de man de God van Israël. Een God, die boven de afgoden uitstijgt, die je niet kunt bedenken, de God die steeds anders is en met perspectieven kan komen, als de mens geen uitzicht meer heeft. Het is geen God, gecreëerd door mensen, een afgod zoals de Baäl, de economische groei of de privacy. Het is de Eeuwige, die er al was, voordat wij er waren.

Als we bij Lucas gaan kijken, zien we dat er ook een genezing plaats vindt. En hier is het opnieuw een buitenlander, die de God van Israël gaat prijzen. Wat mij opvalt in dit verhaal, is hoe de mensen met de huidziekte, in beweging komen, ondanks het feit dat ze in een isolement zitten. Volgens de voorschiften moesten ze afgezonderd leven – logisch gezien de besmettelijke ziekte. Maar toch komen ze in beweging, ze liepen Jezus tegemoet. En op een afstand houden ze halt en dan zetten ze hun stem in. Ze verhieven hun stem, staat er. Jezus stuurde ze volgens de voorschriften naar de priester. Normaliter, zo valt te lezen in het oude testament, moeten deze mensen nauwgezet de aanwijzingen van de priester opvolgen om te genezen. Maar nu werden ze al beter, terwijl ze onderweg gingen.

Lieve mensen, wat zeggen deze verhalen ons nu? Wat zeggen deze verhalen ons in de gekte dan deze tijd? Waarin een tiener een moord op zijn klasgenoot pleegt, waarin normen en waarden dwars door elkaar heen en tegen elkaar in lopen, waarin mensen zoeken naar de ander of juist helemaal niets meer met elkaar te maken willen hebben.
Ik denk dat het erop aan komt ruimte te maken en in beweging te komen. Ruimte maken in de benauwing. Zoals de Monniken in Birma de afgelopen maanden hebben proberen te doen bijvoorbeeld. In beweging komen, zoals Naäman en die ruimte kon maken uiteindelijk, om niet langer in termen van macht en aanzien te denken. Die zich kon laten overhalen zijn eigen denkbeelden niet voor de absolute waarheid te houden. En die de vreugde van genezing en grootsheid van God kon ervaren.
In beweging komen, ruimte maken en grenzen opzoeken doe je gevoel, vanuit je geloof. Zoals de melaatsen in het verhaal van Lucas in beweging kwamen en de grenzen opzochten.

Het is niet altijd super baanbrekend, die bewegingen. Maar laat ik gewoon een paar voorbeelden noemen, zoals ik die het afgelopen half jaar tegen kwam. Zo sprak ik vorige week iemand, die bezig is met het organiseren van een broers en zussen dag. Ze zei: “Ja vaderdag en moederdag hebben we al, maar waarom geen broers of zussendag? Veelal is de relatie met je broers of zussen onuitgesproken. Soms is die goed, soms matig en sommigen hebben helemaal geen contact. Maar wat zou er gebeuren als je daar nu eens samen met je broer of zus, ruimte voor zou maken. Aandacht geven. Die kennis van mij gaat er mee door en gaat dit initiatief concretiseren in heel het land.

Een ander voorbeeld Een vriend van mij is docent op een vmbo school. Het viel hem op dat leraren eigenlijk bijna allemaal ieder voor zich bezig zijn, terwijl ze het veelal moeilijk hebben. Dat men oppervlakkig met elkaar praat, maar het juist niet heeft over de soms toch wel zware taken waarvoor ze staan. Hij besloot een speciale bijeenkomst te organiseren, waarin leraren vanuit stilte samen zijn. Die stilte mocht alleen doorbroken worden, als mensen echt iets te zeggen hadden. Dat bleek goed te bevallen en sindsdien is het contact gaandeweg verbeterd op die school.

Wat betreft ruimte scheppen en in beweging komen heb ik nog een laatste punt. Hier in de Duif hebben we het eigenlijk nauwelijks over wat Jezus persoonlijk voor ons betekent. Wel zeggen we, dat het de mens is, die God helemaal vertegenwoordigde of woorden van gelijke strekking. Maar wie is Jezus nu, vandaag de dag? Ik kom erop omdat de zieke mensen in Lucas zich in het bijzonder tot Jezus richten en omdat ik zelf de laatste tijd merk, dat er bij mij ruimte kom, als ik me voorstel dat Jezus met mij contact heeft of andersom. Zo zat ik hier een paar keer in de Duif naar het kruis hierboven te kijken. En ik verbeeld me dan dat Jezus daar is. En het opmerkelijke is, dat Jezus dan ook reageert. Zo was het alsof er een grote glimlach op zijn gezicht verscheen, toen ik me voor het eerst tot hem richtte.
Beide Bijbellezingen vandaag laten mensen spreken, die getuigen van groot geloof. Ik denk dat wij alleen dan in beweging kunnen komen, die ongebaande wegen kunnen begaan, als we geloven dat er een God is, die ons aller begrip te boven gaat. Een God die met Jezus, mensen vasthoudt en liefheeft, precies zoals wij zijn. En laten we daar maar eens ruimte voor maken.
Amen.

Nodiging
U bent allen van harte welkom om deel te nemen aan de maaltijd, zoals hij door Jezus is ingesteld. Laat u roepen door de God, die ons leven telkens weer nieuw maakt en laten we dit met elkaar vieren in het delen van brood en wijn. Komt nu, want alles is gereed.

Gebeden uit de gemeenschap
God van mensen,
Melaatsheid komt in onze samenleving in lijfelijke vorm niet meer voor. Maar geestelijke melaatsheid lijkt wel een nieuwe ziekte in onze samenleving. Met de komst van vreemdelingen zijn er groepen ontstaan die elkaar niet kunnen of willen verstaan. God, help ons de barrières te doorbreken. Laten we ruimte hebben voor anders zijn, anders denken, zonder dat onmiddellijk te verwerpen. God helpt ons hierbij.

Lieve God,
Wij bidden vandaag om mensen die vast zitten en weinig perspectief meer in hun leven hebben.
Mensen, geïsoleerd door ziekte. Mensen die hun leven kapot zien gaan, omdat ze verslaafd zijn. Ouderen, die soms geen familie en vrienden meer zien en eenzaam wegkwijnen.
Heer ontferm u en geef hen nieuwe ruimte.

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2007 | Catrinus' "Hoofdpagina" | 

 
 

FV 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl