Gedicht  Zondagochtend    Hans Ernens  
 

 

 
 

 

 
 

 

Zondagochtend

Het begin van”de dag des heeren”

Zalige rust zo vroeg

Lege tafels in de buurtkroeg

Zo'n gevoel van “niets kan mij deren” …

 

Zondagochtend

Rustige Prinsengracht zo hemels stil

Herfstbladeren dwarrelen op het water

En dobberen van hier tot later…

En gaan waar heen men wil…

 

Zondagochtend

Wandelend op de Prinsengracht,

God hoe mooi is Amsterdam,

Dat het soms m'n adem benam,

Nu in deze kleurige Herfstpracht,

 

Zondagochtend

Dan toch bij de Duif aangekomen

Maar had eigenlijk nog zo graag wat willen lopen,

En op wat zonnestralen willen hopen,

Maar ik moet nu stoppen met dromen,

 

Zondagochtend,

Ik voel me lekker nu in de Duif, maar droom weer een beetje weg,

“Ach die voorganger deed toch zo z'n best..”

“En ik zit maar wat te mijmeren in mijn Duif nest,”

Maar voel me niet schuldig, dan heeft hij maar een beetje pech,

 

Zondagochtend,

Ik ben hier voor God en medemens,

En voor een goed gevoel

De wereld is me vaak genoeg een “janboel” …

Ik bid en zing de mooiste wijs…

“Zou God me horen, zou Hij het mooi vinden denk ik dan,”

“Maar ach jongen, wat verwacht je… een reactie dan…?”

Zondagochtend

Plots verschijnt uit een Duif raam boven in de top

Een zonnestraal, zo maar opeens, en schijnt op m'n kop…

Ik geniet, zo iets moois en onverwacht…

En denk… dat is vast God die even naar mij lacht…

       
 

Gastvoorgangers |

 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl