Bijdrage Harris Brautigam, viering 24 december 2007 Kerstnachtviering

 
 

Voorganger: Harris Brautigam

Lector: Paul van Ewijk

Thema: Een Kind - werk aan de winkel.

 
 

 

 
 

Een woord van welkom

 

Welkom lieve Duiven, die als vaste gasten met ons een Godzoekende gemeenschap willen vormen. Welkom lieve passanten, die met ons in deze nacht met de rust van ons prachtige Duifgebouw het feest van Christus'geboorte willen vieren, de Zoon van God die genoemd wordt door de profeten: “Licht, Wonderbare, Vorst, God van de Vrede, Vader voor immer, wiens rijk geen einde zal hebben”. Welkom allemaal.

We hebben al veel gezongen. Als een opwarmertje. Om in de stemming te komen. Om tot ons te laten door dringen dat het ons gaat om een Godsgeschenk, dat de hemel niet kon vasthouden en de aarde toch niet kan weerstaan.

 

We willen graag met U bij dit mysterie stilstaan. Kerstmis, met al zijn romantiek en glitter met al zijn symbolen van licht en groen, met al die elementen die het tot een heerlijk lief feest kunnen maken, is in feite een ongelooflijk mysterie. En dat niet alleen omdat God het wonder van zijn zoon aan deze wereld voltrekt. Maar omdat door dat gebaar wij mensen er helemaal bij betrokken worden. Het wonder gaat niet buiten ons om, maar volstrekt zich in en vooral mét ons. Daarom willen wij in woord en lied bij dat mysterie stil staan.

 

We gaan in vogelvlucht door het verhaal van de H. Schrift, beginnend bij het scheppingsverhaal; het gaat daar om een gulle en trotse God die zijn schepping aan mensen gaf, en zag dat het ‘goed, zeer goed was'! We gedenken (in een gezongen tekst, direct na deze inleiding) het wonder van Gods bevrijdend handelen uit de slavernij van Egypte. Dank zij dat handelen, kan het woord van bevrijding en visioen op onze lippen liggen, zo sterk dat het klank en stem kan krijgen, en ons met elkaar kan binden. We kunnen daarom verder leven met dat niet aflatende visioen van die bevrijdende God die ons de weg wijst naar vrede en gerechtigheid voor allen!

 

Deze inleiding is misschien een handleiding om met elkaar dit feest aan te gaan. Een kleine waarschuwing vooraf hoort er wel bij: het scheppingsverhaal eindigt met de mededeling: Op de 7 e dag rustte God. Een milde formulering om ons er op attent te maken dat het welzijn van die schepping nu daarom in onze handen ligt! Ik wens ons allen een goed samenzijn.

 

Overweging.

“Een kind: werk aan de winkel”, het was er uit op onze voorgangervergadering, voordat ik het eigenlijk goed en wel wist wat ik zei. En ik wist toen ook, al even impulsief, dat ik zou kiezen voor het scheppingsverhaal, waarin de schrijver God de woorden in de mond legde: “En Hij zag dat het goed, zeer goed was”.

 

Ik weet zeker dat mijn plannen voortkwamen uit al die alarmerende berichten over wat er allemaal en overal in onze wereld gaande is:

•  Een bedreigde natuur;
•  Een vervuild leefklimaat.
•  Een grotere kloof tussen arm en rijk en schaamteloze verrijking van enkelen.
•  Dictators die miljoenen mensen onderdrukken.
•  Onbetrouwbare regeringsleiders.
•  Nepprofeten die God misbruiken voor misdadige praktijken.

 

Ik hou hier maar even stil. Kunt u wat op adem komen. U had heel waarschijnlijk het begin van een kerstpreek wel wat rustiger voorgesteld. Ik ben ook niet van plan er een donderpreek van te maken. Dit tot uw geruststelling. Ik probeerde u alleen een beetje een beeld te scheppen hoe en tegen welke achtergrond mijn themakeuze tot stand kwam. Soms word ik overvallen door een gevoel van somberte omdat er zo weinig van het visioen overblijft en we minder doen dan we misschien wel kunnen.

 

Ik vond dat motto: ‘Werk aan de winkel': opeens zo mouwenopstroperig klinken, zo activistisch, zo politiek en weinig passend in de milde sfeer van een kerstfeest, waarbij we waarschijnlijk het vuur uit onze sloffen hebben gelopen om alles voor een feestelijk samenzijn in huis te halen, waarin we recepten hebben langs gegoogeld om een tam konijn toch nog wild op tafel te krijgen. Kortom, waarin we toch met elkaar van alles hebben gedaan en willen doen om die jachtige en soms dreigende wereld even buiten de deur te houden.

 

Een kind in ons leven geschonken, betekent vanaf het eerste moment ‘werk aan de winkel'. Slapeloze nachten, in het begin; verzorging op elk benodigd moment, waakzaamheid en bescherming zonder ophouden; spanning of het goed zal gaan op school, werk, tijdens puberteit, tijdens het proces van verdere socialisatie: wie worden de vrienden en vriendinnen, in welke kringen raakt het leven van een kind verzeild. Ik heb ooit eens in een boekrecensie (Mijn visie, Samenwerken aan een betere toekomst.) op een boek van Hillary Clinton haar uitspraak gelezen: dat een compleet dorp nodig is om een kind op te voeden. En dan somt zij op: dokters, familie, buren, onderwijzers, ambtenaren, winkeliers, en nog meer.

 

Zo iets gaat ook op voor Jezus van Nazareth, wiens geboorte in Bethlehem wij nu gedenken.

In die geboorte heeft God zich definitief met ons verbonden! Tegelijk heeft Hij daarmee ook zijn scheppingsactiviteit waarover we lazen afgerond. Met als gevolg: in handen van de mensheid, van ons, gelegd. Voor hem is geen compleet dorp nodig maar een hele mensheid.

Toen ooit eens een predikant wat al te enthousiast over de volmaaktheid van de schepping preekte, dat alles zo mooi en geweldig was. Stond na afloop van de kerk een boer hem op te wachten: “Eerwaarde, zei hij, U hebt mooi gepreekt maar als wij boeren niet hadden geploegd, bemest en geëgd, dan was het nog een mooi zootje geweest”! En zo is het maar net. Ons is de schepping als een gave en opgave in handen gelegd, ons is de heerschappij over die schepping in handen gegeven, ons is door God een visioen aangereikt dat het goed zal komen met die schepping. Misschien is met dat laatste ook wel een misverstand in handen gelegd. Dat een visioen slechts een kwestie van geduldig en lijdzaam afwachten is. Van: “Waar blijft u met uw wonderen”? Het visioen van een goede en rechtvaardige wereld is ons aangereikt niet als een garantie maar als een opgave en uitdaging!

 

Toen ik met iemand uit onze Duifgemeenschap wat ideeën over die thematiek waarmee ik speelde ventileerde werd ik onmiddellijk gewaarschuwd: “Kijk uit voor politiek in de kerk”!

Dat wil ik best doen, maar we geloven toch niet alleen binnen de kerkmuren? Bidden in de kerk, betekent toch ook ‘werk aan de winkel in het dagelijkse leven'. Gods blijde boodschap verkondigen en bezingen betekent wel de daad bij het Woord voegen: praatjes vullen geen gaatjes. Ook niet in het Ozongat!

 

De herders krijgen het te horen: Gij zult een kind vinden, in doeken gewikkeld”. Geen dwingeland dus, geen tiran, geen fanatiekeling, maar een mens als wij. Kwetsbaar en even afhankelijk van de helpende hand van een medemens. Dat is iets om te onthouden. Catharina va Sienna heeft eens gezegd dat God de mens makkelijk zo had kunnen maken, dat hij zijn hele leven niemand nodig heeft, dat hij volkomen selfsupporting zou zijn . Had gekund, Maar dat heeft God juist niet gedaan. Elk mens heeft een ander nodig, de bakker, de dokter, de opvoeder, de fietsenmaker, de ambtenaren, de winkeliers. Zo is Gods zoon ook: afhankelijk van wat mensen, wij met Hem doen of nalaten.

 

Ons leven is één grote reis door het leven van elke dag. Met vallen en opstaan. Met geloof en wanhoop. Met een duidelijk zicht en dan weer een vertroebeld visioen. We maken brokken en strekken ook weer onze helende handen uit. We geven en we nemen. We houden voor onszelf maar delen ook weer uit. We zijn passief en ondernemen ook weer acties, bijvoorbeeld omdat we vinden dat mensen elders in de wereld ook zo vrijelijk over gezond water en energie kunnen beschikken als wij. Steeds weer wordt van ons gevraagd te beseffen dat we niet alleen op de wereld leven. Steeds weer is er dat beroep om ons hart open te stellen voor de ander.

Door het kind in Bethlehem heeft God zich met ons verbonden als een onafgebroken uitnodiging. Het Kind in Bethlehem: een uitnodiging. Om werk van zijn schepping te maken!

Moge dat zo zijn.

 

Uitnodiging.

We zongen het zo-even: Moge deze ons verschijnen, niet in een droom maar in mensentaal van liefde:

Om deze wens te onderstrepen heeft Hij zich gegeven in tekenen van brood en wijn. Een eeuwenoud gebaar, steeds doorgegeven om onze band met Hem levend te houden.

Hij geeft zich. Wij hoeven alleen maar ‘ja'te zeggen tegen Hem.

Daarom nodig ik u allen uit, wie je ook bent, wat je ook bent. Als je je herkent als zoeker, a;s je blij bent met zijn komst, deel met ons dan de tekenen, die Hij ons gaf.

Wees welkom, want alles staat klaar! En met Hem, ben je niet alleen.

wij wensen iedereen gelukkige kerstdagen toe !

         
       
         
  klik hier voor de imprsssie van de kinderkerstviering  
       
   
       
 

Harris"Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2007-12-30 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl