Bijdrage Marina Slot - viering 27 januari 2008
 
 

Voorganger: Marina Slot (l) en

Lector: Cees Blaauw

 
 

 

Lezingen:

Psalm 139

Jesaja 49

Matt. 4; 12-22

 
         
 

Thema: Gods nabijheid

         
         
 

Votum

Wij zijn hier bij elkaar in de nabijheid van de Ene en Eeuwige die ons kent en bemint.

Wij spreken over Jezus van Nazareth, over de start van zijn werk en over de liefde waarmee hij mensen naar zich toe trekt.

En wij laten ons zielsdiep raken door de Geest die altijd is waar twee of drie in Zijn Naam bijeen zijn.

 

Welkom en inleiding

Lieve mensen, van harte welkom vandaag in de Duif, Welkom als je hier zomaar eens langskomt.

Welkom jij die hier vaker komt, je weet je gastvrij ontvangen elke keer weer. Elke zondag zijn wij in de gelegenheid om te praten, te zingen, te bidden en even te wonen in Gods huis.

Vandaag gaat het over Gods nabijheid, over je genodigd voelen, je uitgekozen weten door die Ene die ons al kent voordat wij zijn geweven in de schoot van onze moeder.

We zingen de 1 e lezing Psalm 139, daarna leest Cees ons de profetie van Jesaja voor over wat Gods nabijheid en het beroep wat God op ons doet, kan betekenen in ons leven.

In de 3 e lezing uit het Evangelie van Mattheus wordt ons verteld over Jezus' verhuizing naar Kafarnaum in vertaling, het dorp van vertroosting of het dorp van Nahum( ook een profeet uit het OT) gelegen aan het Meer van Galilea.

En wij lezen in Mattheus over de vervulling van de profetie van Jesaja voor het volk dat in duisternis leeft en een schitterend licht ziet.

Jezus werft zijn naaste kring, als eersten de broers Petrus en Andreas, en Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus en Salome, de vrouw die Jezus nabij was aan het kruis en bij het graf. Petrus, Jacobus en Johannes, het driemanschap dat mee de beweging gaat leiden en bepalen. Waarvan Johannes, de discipel is die Jezus liefhad en die in zijn Evangelie en Openbaringen Jezus' leven en werken vastlegde op een zeer mystieke wijze.

Geen weblog om stemmen te trekken of aanhangers te werven, geen pagina op Hyves heeft Jezus van Nazareth tot zijn beschikking, slechts zijn persoon, zijn woorden en zijn charisma zijn aantrekkelijk voor de zoekers in het door Romeinen bezette Galilea.

 

Galilea van de heidenen, waar zowel joden als veel niet-gelovigen, toen heidenen genoemd de boodschap van de nieuwe profeet indronken.

Verhalen van lang geleden, woorden van weleer die nog steeds betekenis krijgen wanneer je ze laat werken in je leven. Wanneer je durft te naderen tot God.

Ik wens ons een mooi uur toe.

Overweging

Er zijn momenten in je leven dat het gemakkelijker is om Gods nabijheid te ervaren. Oermomenten in een mensenleven, bij geboorte en dood, afscheid en verlies, angst en grote nood, pijn en ernstige ziekte of bij diep geluk en grote vreugde. Dan zijn ook de woorden van Psalm 139 veelzeggender dan ooit. ‘Had ik vleugels van morgenrood, vloog ik over de verste zeeën, ook daar Gij, uw hand, uw rechterhand die mij vasthoudt. Op het moment dat ik mij het meest vrij voel, is er ook de grote geborgenheid van de immer aanwezige Ene en Enige God.En toch ‘Duisternis even stralend als het licht, ik ben uw schepping in hart en nieren', dat lukt mij toch niet om elke dag hardop te zeggen. Soms moet ik diep buigen voor mijn ego en zie daardoor niets van al het moois van Gods schepping om mij heen. Of ik blijf tobberig kijken naar dat wat donker is zonder het licht te zien, dat mij aan alle kanten omringt.

Dikwijls zie ik het morgenrood en dénk er niet aan om de vrijheid van mijn vleugels te kiezen.

 

Jesaja was klaar om zijn stevige profetieën de wereld in te slingeren, hij wist dat de Ene hem om een boodschap kon sturen. Hij wist dat hij tot een licht voor alle volken was gemaakt om redding te brengen tot aan de einden der aarde. Dat is nogal wat! Hij wist dat hij uitgekozen was om licht te brengen in de duisternis van ballingschap en onderdrukking, om de overlevenden van Israël terug te brengen. Een wat wrange opmerking want dat is door de eeuwen heen aan de orde van de dag, de overlevenden van Israël, van razzia's, oorlogen, pogroms. Jesaja wist van zijn opdracht om het vertrouwen in Gods aanwezigheid terug te brengen. Hij had gezien waar zijn mensen naar verlangden, zijn geloof in de Ene was gesterkt door het aparte zicht wat hij gekregen had, het visioen van vrede wat hem vergund was. Maar ook hij was bang dat het tevergeefs was, “het was voor niets, het heeft geen zin gehad.”

 

En dan Jezus, de Mensenzoon die ook Zoon van God wordt genoemd. Hij neemt onmiddellijk het stokje over van Johannes de Doper als deze gevangen genomen wordt. Zelfs zijn tekst is de zelfde als die van Johannes.”Kom tot inkeer - tot bekering staat in de oudere Bijbelvertalingen – want het koninkrijk van de hemel is nabij.” En hij werft een aantal medestanders. Hij weet dat hij ze nodig heeft. Er is nog geen twijfel, alleen enthousiasme en een volmondig ‘ja' van de kant van de tanige, gebruinde en gezonde vissers, die hij in zijn nieuwe woonplaats heeft leren kennen.

En ook daar leeft het volk in duisternis en heeft behoefte aan het grote licht van de profetie van Jesaja, ook daar wonen mensen in de schaduw van de dood en hopen en bidden dat het licht hen zal beschijnen. Wat was erger, de Romeinse overheersing of de onderdrukking van de Herodesdynastie, we weten het niet maar toen en ook nu wordt een mens gemakkelijk vertrapt, geminacht. En de werkelijkheid is dikwijls het tegendeel van de inhoud van Psalm 139 waarin elk mens belangrijk is, waar Gods handen elk mens aanraken en waar Gods adem ieder mens lucht geeft om te leven, leven in het licht. Gisteren nog kwam een kind bij me, uit het lood, op haar ziel getrapt, voor de zoveelste maal gekrenkt en doelbewust gekwetst, wiebelig en onzeker en ik voelde dat ik met meer dan gewone kracht moest getuigen van de schoonheid van Gods schepping, de grootheid van Gods liefde die alle ellende overstijgt. Dat ik even echt Gods handen op aarde mocht zijn en mocht liefhebben en aanraken om te helen, om kracht te geven. Soms opeens weet je welk beroep de Barmhartige op je doet.

Dan bevind je je in een situatie waar meer dan het gewone nodig is en het wonderlijke is dan dat je zó veel te geven hebt. Zoveel dat er weer balans is om verder te gaan.

Als het licht ver te zoeken, als letterlijk de schaduw van de dood, de afwezigheid van leven er is, als de adem is gestokt, dan is God nabij om te openen, om de goede herinnering te laten leven. Om lucht te geven daar waar jou eigen adem stokt en je bijna niet meer verder kunt.

 

De Ene heeft ons uitgekozen, de nabijheid van God is onontkoombaar en eigenlijk willen wij ook niet ontkomen. Want elk mens kent het verlangen naar vrijheid, naar licht, naar te stappen uit de schaduw van de ander, van de angst, van ziekte en dood. En tegelijkertijd willen wij geborgen zijn, willen wij niet te ver weg van degene die wij liefhebben en die ons liefheeft.

Bij mensen vaak onmogelijk zoveel wensen, zoveel vragen en toch bij God is niets onmogelijk. Zo gastvrij als Gods huis, zo gastvrij mogen wij zelf de Ene en Enige ontvangen in onszelf. De Psalmdichter zegt tegen zijn God: ‘toets mijn verborgen gedachten', een verregaande uitnodiging om binnen te komen, om in de intimiteit te treden waar weinigen mogen komen. Durf je het aan? Heb je het vertrouwen? Weet je je liefdevol gezien? Weet jij dat je prachtig gevlochten bent, in schoonheid geschapen? Alleen dat je ontzagwekkend gemaakt bent, maakt dat je bestand bent tegen de schaduw van dood, tegen gebrekkig licht en tegen miskenning van jou als prachtig mens. Dat Godsgeschenk mogen we allemaal, stuk voor stuk aanvaarden. Ieder mens is uitgenodigd om te gaan op de weg van Gods dagen die ook onze dagen zijn.

Amen

 

Nodiging

Vandaag mogen wij delen van brood en wijn in de wetenschap dat wij allen mens zijn, teder zijn en zacht, breekbaar en te kwetsen en ook sterk en krachtig, onverschrokken en achtenswaardig. Wij hebben elkaar nodig om te spiegelen wat menszijn in Gods nabijheid betekent. Wij zoeken samen naar beelden en woorden om te naderen tot elkaar en tot God.

Wij breken en wij delen omdat wij het leven willen delen met alles erop en eraan, wij delen van brood en wijn, tekenen van leven en van samen. En in dit Godshuis is iedereen welkom, ieder wie je ook bent, wat je ook voorstelt, waar je ook in gelooft. Als je je verbonden voelt met degene die naast je is en tegenover je, komt dan want alles is gereed.

 

Zegenbede

In Gods nabijheid zijn wij gezegend alle dagen van ons leven,

De Ene behoedt ons en laat Zijn Licht stralend over ons schijnen

De Barmhartige verheft Haar gelaat over ons en geeft ons vrede.

Amen
 
       
   
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 | Marina's "Hoofdpagina" | 

 
 

RG 2008-01-27 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl