Bijdrage Maruja Bredie - viering 2 maart 2008.
 
 

Voorganger: Maruja Bredie

Lector: Yvon van der Meer

Thema: Ziende blind!

 
 

Lezing:

Ef. 5; 1-14

Joh. 9; 1-12 en 26-39

 
         
 

Overweging.

 

Volg het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft en ga de weg van de liefde. Zo begint Paulus de brief die hij schrijft aan de Efezi?rs. De weg van de liefde, je zou zeggen dat klinkt niet zo ingewikkeld maar het blijkt voor ons mensen al eeuwenlang de moeilijkste opdracht te zijn die we ons voor kunnen stellen. Ik hoef net echt ver om me heen te kijken om te zien hoe er met deze opdracht geworsteld wordt tot op de dag van vandaag zullen we maar zeggen. Laten we het daarom vandaag vooral eens over ons zelf hebben, over hoe wij onderweg zijn en hoe wij lief hebben.

Ter illustratie het volgende voorbeeld: als een man een rivier oversteekt en er een lege boot tegen zijn eigen boot botst, dan zal hij niet erg kwaad worden ook al is hij een humeurige man. Maar ziet hij een man in de boot, dan roept hij tegen hem dat hij uit de weg moet gaan. En als die man hem niet hoort, dan roept hij nog eens en nog eens, en begint hij te vloeken... en dat allemaal omdat er iemand in die boot zit. Als de boot echter leeg was, zou hij niet roepen en zou hij niet kwaad zijn. Als je zorgt dat je eigen boot leeg is als je de rivier van de wereld oversteekt, zal niemand je tegenwerken, zal niemand je kwaad doen.

Hoe waar en hoe actueel zijn deze oeroude woorden van Chuang-Tse. De boten hoeven niet eens te botsen we hebben ons oordeel of mening al klaar. Want daar zijn we goed in. We oordelen iemand op zijn, in onze ogen rare bril, vreemde haardos, raar uiterlijk. Raar in de zin van afwijkend, van afstotend iets waar we geen raad me weten en afwijzen. Zo kijken we naar de ander ook naar ons minder bedeelde medemens. In het Johannes evangelie dat we vandaag gelezen hebben ziet Jezus een blinde die met zijn bedelnap tegen de stadsmuur aanhangt en zijn leerlingen vragen. Hoe komt dat toch dat hij blind geboren is, is dat de schuld van zijn ouders of is hij daar zelf schuld aan. Een vraag die ook vandaag de dag gesteld wordt zoals ik gisteren op mijn werk merkte. Daar werd ik geconfronteerd met een gezin van drie kinderen, het eerste kind een zoon zwaar gehandicapt door een erfelijke ziekte daar konden de ouders niet voor zorgen want iedereen zou de ouders erop aan kijken dat hun zoon ernstige beperkingen had, er kwam een tweede zoon met de zelfde ziekte ja ook die werd weggegeven, erger is te weten gestraft te zijn dan geen zoon te hebben, het derde kind werd een meisje ook ernstig ziek maar ja dat was een meisje daar zou niemand kwaad van spreken, meisjes zijn niet erg belangrijk.

Het is erg ingewikkeld om met dergelijke opvattingen geconfronteerd te worden, dit zijn niet zomaar meningen maar opvattingen die zijn doorverteld en doorverteld en doorverteld. Ik denk ook dat we ons niet moeten vergissen want er in ieders rugzak zit aan vastgeroeste opvattingen vooroordelen en meer ja ook in die van u en mij. Het bijzondere van het verhaal van Johannes is dat Jezus nu juist deze man, deze blinde man ziet. Hij ziet hem staan terwijl de anderen hem over het hoofd zien of misschien zelfs niet willen zien want de confrontatie met anders zijn voelt vaak ongemakkelijk. Maar Jezus ziet deze man en reikt naar hem uit. Door hem wordt Gods werk zichtbaar en wanneer de man de ogen geopend zijn is hij een ander mens geworden hij heeft een nieuwe kijk op zijn leven en op hetgeen Jezus gedaan heeft. Er wordt ons ook verteld hoe de mensen om hem heen daar op reageerden. Ze herkennen hem niet, ze zitten zo vast in hun denken dat een zondaar, een zondig mens, want ja anders was hij toch niet blind geweest, niet nu ineens kan zien.

Ze zijn ziende blind zou je kunnen zeggen.

De man vertelt aan iedereen wat hem is overkomen maar hij wordt wederom uitgejouwd en uiteindelijk door de Farizeeërs op straat gegooid. De Farizeeërs de handhavers van de wet, de geleerden die de leer van de wet zo goed kenden, hadden geen oog voor wat er in werkelijkheid gebeurde. Ook zij waren ziende blind, ze hielden vast aan hun regeltjes en hun opvattingen en hadden geen zicht op de boodschap die Jezus door middel van deze man wilde laten doorkomen namelijk de boodschap van verzoening en van liefde. Karin Armstrong, een vooraanstaand wetenschapper maar ook een ervaringsdeskundige zegt het volgende: het is in de praktijk van het medeleven dat we een glimp opvangen van God De reden daarvoor is dat gemeend medeleven ervoor zorgt dat mijn eigen ego uit het centrum van mijn leven verdrongen wordt door de andere met wie ik begaan ben Als ik handel vanuit de overtuiging dat de anderen heilig zijn, dan kan ik niet anders dan ruimte voor hen maken in mijn hart De bijbel staat er vol van: het is waardeloos om prachtige erediensten te houden voor God als de weduwen, de armen, de vreemdelingen niet beschermd worden. Je kan zeggen dat een bevrijdende praktijk tot godservaring leidt.

We kunnen dit natuurlijk op allerlei terreinen doen. Ik geloof zelf ook dat mensen die zich inzetten om een regenwoud te redden, bezig zijn met een heel hedendaagse vorm van mededogen Als die acties maar niet door haat gedreven worden, maar door liefde Want haat, zegt de Boeddha, is een vorm van onwetendheid. Geloof moet me ertoe brengt mezelf van binnen leeg te maken -van mijn streven naar erkenning en macht, van mijn zelfingenomenheid of zelfs van mijn heilige overtuigingen. Het is pas als mij rugzak bij wijze van spreken, niets anders meer bevat dan water en een appel om de reis te vervolgen dat ik in staat ben om met open blik naar anderen te kunnen kijken. Mededogen en medeleven als basis voor ons zijn en handelen.

Het is zoals Paulus ons zegt: neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis. We laten ons door het licht, door het licht van de Eeuwige, ontmaskeren, alles wordt openbaar en alles wat openbaar wordt is zelf licht.

Laten we in deze 40- dagen tijd voor Pasen, een tijd van juist meer bezinning en stil staan en kijken, laten we vooral ook eens bij onszelf naar binnen kijken, naar de bril die we opzetten of de kleur die we geven aan de dingen die om ons heen gebeuren, hoe blind of slechtziend zijn wij, hoe duister zijn soms onze gedachten, hoe vol is ons bootje. We verstoppen ons niet achter tekst of achter anderen, we kijken met onze eigen ogen, onze eigen ogen die zich bewust zijn van waar het in het leven werkelijk omgaat, onze ogen die geopend zijn door het licht, onze ogen die zien en weten.

Het is juist de vreugdevolle boodschap van de Eeuwige aan de wereld die ons helpt een beter zicht te krijgen, laten we dit doorvertellen en doorvertellen en laten we anderen delen in deze verzoenende liefde. En zo zij het.

 

Zijn we een ogenblik stil om in onszelf te kijken.

  breken en delen

 

       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 | Maruja's "Hoofdpagina" | 

 
 

RG 2008-03-02 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl