|
||||
Bijdrage Rob Gijbels, zondag 9 maart 2009 |
||||
Voorganger: Rob Gijbels Lector: Hedwig Buren |
||||
Lezingen: Thema: Adem geven
|
||||
Thema: adem geven …
Welkom en inleiding.Beste mensen, goedemorgen en van harte welkom in De Duif. Als je hier vaak of vaker komt, welkom. En als je hier zomaar eens binnenkomt, weet dan ook dat je hier van harte welkom bent. Elke zondag een uur van bezinning, ontmoeting en inspiratie. We lezen in zingevende teksten en verhalen, die ons door de eeuwen bewaard zijn gebleven, we zingen, bidden en delen samen dit mooie Godshuis.
Ik was gisteren in Maastricht en in een lezing daar haalde iemand de uitspraak aan: - dit leven- hoe mooi (hopelijk) ook, is ons maar in leen gegeven – Het leek een mooie opmaat naar twee lezingen deze ochtend, die mij -en de mensen die de dienst mee voorbereidden- wel tot de verbeelding spraken. Vandaag zijn ons teksten aangereikt, die richting geven in de 40-dagentijd zo vlak voor Pasen. Als eerste een lezing met oude visioenen die de priester-profeet Ezechiël optekende. We kozen ervoor om een langere tekst te lezen dan eigenlijk was aangegeven, omdat we vooraf de beeldspraak zo mooi vonden; tot driemaal toe zegt hij: ---ik zal je adem geven, zodat je tot leven komt ---
Wie was deze Ezechiël eigenlijk? We weten dat hij zo'n 600 jaar voor Christus leefde en waarschijnlijk priester in de Tempel was. Dat was toen een rumoerige, fel bewogen tijd. Het kleine Koninkrijk Juda lag temidden van al die woelingen. Een sterke legermacht voerde de achttienjarige koning Kojaochin met een deel van zijn volk in ballingschap af naar Babel. Temidden van die ballingen, verdreven van hun geboortegrond en –stad, is hun tempel prijsgegeven aan het verwoestende vuur. En die verwoesting staat voor de onttroning van hun God. We lezen daar dat God zich zal tonen als een God, die zich ontfermt over de ballingen, de weggevoerden en vluchtelingen kun je zeggen, die zich ooit zullen herenigen en terugkeren naar een zuiver land - het rijk van God. Maar in wijder perspectief dus ook een verwijzing naar de Messias en waarin God via Jezus zich als een liefdevolle, troostrijke en rechtvaardige doet kennen. En zich in liefde verbindt met mensen over de grenzen van de fysieke dood heen. Dit verhaal lezen we in combinatie met het evangelie van Johannes over de opwekking van Lazarus.
Over adem geven gesproken - Ik wens ons een mooi uur toe.
Laten we nu enkele momenten stil zijn, om de aanwezigheid van God in onszelf te zoeken en te ervaren. En bidden we daarna samen het gebed uit het boekje. Overweging. In onze taal heeft het begrip “adem” nogal eens zijn plaats op de grens van zwakte en kracht, van leven en dood. Wie de langste adem heeft, heeft gewonnen; hij is de sterkste. En wie de laatste adem uitblaast, is gestorven. Een kind – zo prachtig geweven in de moederschoot – wordt geboren. Het gaat onmiddellijk ademen en laat van zich horen! Adem is van essentie voor vitaliteit en levenskracht. In de bijbelse taal is adem ook sterk verwant aan wind en geest. Adem beweegt zich in en om ons heen, zonder dat zij tastbaar of zichtbaar is.
Ezechiel ziet in zijn visioen een dal vol beenderen; hij beschrijft een knekelveld, een slagveld, waarop de beenderen van de gesneuvelden onbegraven zijn blijven liggen. Zij zijn uitgedroogd en maken daarmee een door-en-door dode indruk. In zijn visioen schetst hij dat, wanneer hij profeteert zoals God hem opgedragen had, dode beenderen nog niet tot leven komen. Er was méér voor nodig: pas wanneer de van God komende levensadem - die door de gehele natuur waait en alle schepselen het leven geeft - in hen trekt, komen zij tot leven. Hij wonder voltrekt zich; zij gaan op eigen benen staan en komen in beweging: tot leven gekomen. De geest, de adem, zijn essentieel voor de innerlijke vernieuwing. Die vernieuwing is nodig om te komen op de weg die ons brengt waar we uiteindelijk thuis horen. “Zodra ik begon, ontstond er een immens gedruis” zegt de profeet even later. Het Woord van God heeft een onbegrijpelijke kracht.
Of zoals de dichter van psalm 104 zegt: zonder Gods adem zijn wij als stof, maar in zijn Geest herboren, vinden we nieuw leven, een nieuw gezicht, ons wáre aangezicht voor de Eeuwige.
Laten we met dit beeld in het achterhoofd nog eens kijken naar wat Johannes schrijft over Lazarus. Op de liturgieavond spraken we erover of je dit verhaal naar de lètter kunt geloven. Want hoe je het ook wendt of keert, het is nièt te beredeneren en iemand merkte dan ook op: dat gaat mijn pet te boven! Maar dat is natuurlijk ook de kèrn van wonderen, dat het je pet te boven gaat. En je kunt het geloven of niet, ik vind het verhaal van Johannes - naar de geest in elk geval super-levenskrachtig!
Een paar elementen til ik eruit. 1. Allereerst de rol van Maria. Het lijkt erop, dat Maria en de vrouwen die met haar optrokken, vooruit gereisd zijn in verband met hun speciale opdracht, namelijk het vinden van onderdak voor hun rabbi. Zo is daar ook Maria in Bethanië – een klein dorpje net achter de top van de Olijfberg – waar Jezus in die laatste week van zijn leven heeft gelogeerd in de intieme kring van mensen, die hem zo dierbaar waren. Met duizenden feestgangers is Jezus voor de laatste keer op weg naar de Tempel om met zijn vrienden het Joodse paasfeest te gaan vieren. Opvallend is Johannes ook de naam onthult van de vrouw die Jezus zalfde, namelijk Maria van Bethanië. Op schilderijen kunt u Maria Magdalena dan ook altijd herkennen als de vrouw met een grote kruik of zalfpot in haar handen, maar dat terzijde. We hebben dus een inkijkje in een familie die voor Jezus veel betekende; twee vrouwen bij hun broer die ernstig ziek is. Jezus is echt bewogen met het verdriet en de pijn van de mens.
2. De sfeer is een moment van liefde en vriendschap. Maria had de voeten van Jezus met mirre gezalfd. Let op die mirre; we komen het al tegen onmiddellijk bij Jezus geboorte als één van de geschenken van de wijzen uit het oosten. Mirre is een kruid dat gebruikt wordt als iemand werd begraven; op Goede Vrijdag lezen we ook over “met mirre gekruide wijn”- die Jezus vlak voor hij sterft niet meer wil drinken … de smaak is bitter. En Maria had later de voeten van Jezus met haar haren gedroogd; een gebaar van liefhebben en dankbaarheid. De entourage van vriendschap van liefde beantwoordt Maria op haar beurt met liefde en overgave.
3. Wat hier gebeurt is een parallel met wat er gebeuren gaat anderhalve week later met zijn eigen dood en begrafenis. Wanneer Jezus het graf van lazarus nadert, gaat er bij het zien van de grote steen een huivering door hem heen. Dat staat er om duidelijk te maken dat Jezus goed wist dat hij zou sterven zodra hij zich nogmaals in Judea waagt, waar ze hem pas nog wilden stenigen …
4. Het ten leven wekken van Lazarus is niet alleen een groots moment, maar tegelijk ook een voorafspiegeling van zijn eigen lijdensperiode, zijn sterven èn de opstanding, dat hiermee voor hem ook direct een aanvang neemt. Johannes meldt, dat deze gebeurtenis de rechtstreekse aanleiding is voor de autoriteiten (schriftgeleerden en hogepriesters) hem als een gevaar te bestempelen voor de natie en over hem een doodvonnis uit te spreken.
Johannes roept Lazarus bij zijn naam: Lazarus - Hierheen! Kom naar buiten! Zijn levenwekkende kracht en adem raakt hem aan en Lazarus wordt ervan vervuld en zo ook al de mensen om hen heen; Martha, Maria, alle omstanders daar in Bethanie, Johannes, al die kerkgangers en ook wij vandaag in De Duif die dit lezen en horen met elkaar.
Alles wat door de levengevende kracht van God wordt aangeraakt, deelt in Gods eeuwige leven. Denk maar aan de vrouw, bij de put en de blinde die weer zicht kreeg, waar we de afgelopen weken over lazen. Zij leren dat de Geest van God liefde is die je -zelfs over de grenzen van de dood heen - aan Hem verbindt. Met Lazarus worden wij allereerst opgeroepen op hem te vertrouwen en de band van liefde en vriendschap te delen, met Hem en met elkaar. En daarbij màg je je soms verlamd voelen, of blind voelen, onzeker zijn, verdriet hebben - ook dat is gewoon mens zijn. En daarmee mag je je ook bewust zijn van je eigen kracht en sterkte. Jouw adem kan anderen (letterlijk ook!) nieuw élan brengen, goede moed om verder te gaan, in beweging te komen. Hoe? Misschien door er gewoon maar te zìjn en te luisteren.. Ik geloof, dat de Geest open houdt, wat niemand voor mogelijk houdt. Vervolgens worden we er met Lazarus ook toe opgeroepen erop te vertrouwen, dat zijn vriendschap - èchte vriendschap - oneindig ver reikt, over onze horizon heen.
Toen mijn moeder enkele jaren geleden overleed, zei ik tegen haar in een afscheidswoord: Wordt maar wakker aan de andere kant van dit leven, Met het licht van de zon op je kussen. En daar houd ik mij aan vast.
O ja – tot slot; Bethanië is nog àltijd een mooi en rustig dorp. Het heet nu: El-Azariye (inderdaad klinkt als: Lazarus en dat betekent: God helpt!) En zo zij het.
Zegen. Een pelgrimszegen - naar Psalm 121:
Onze hulp zal zijn van de Ene, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal je voet niet laten wankelen.
De Ene en Eeuwige behoedt je voor alle kwaad Hij waakt over je leven. De Ene, die in ons woont - zij doet de vonk van liefde in je overslaan. De Eeuwige waakt over je alle dagen van je leven. Amen.
|
||||
|
||||
RG 2008-04-28 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||