Zondag 14 december werd het kerkasiel feestelijk afgesloten met eten, drinken en dansen in de Morgensterkerk in Eindhoven, de kerk waar het allemaal startte deze zomer.
De afgelopen tijd was nog spannend geweest. Eerst werd duidelijk dat er geen Iraniërs meer zouden worden uitgezet naar Iran, althans voorlopig (zie het vorige HGL). Tegen de tijd dat er een nieuw ambstbericht over Iran komt (waarschijnlijk deze maand nog) zal de tweede Kamer opnieuw beslissen over uitzettingen. De regering van Iran heeft openlijk gezegd dat onderzoekers naar mensenrechten niet welkom zijn in Iran. Ook Iraniërs wordt verboden te praten met waarnemers. Daarmee was het eerste doel van het kerkasiel voorlopig bereikt.
Het tweede doel van het kerkasiel was om de dossiers heropend te krijgen. De twee uitgeprocedeerden in Wychen en Geleen hadden lange gesprekken met hun advocaat en na veel emoties besloten zij te proberen opnieuw hun zaak heropend te krijgen.
Anderen hadden er weinig hoop op gehad of waren bang dat zij direct zouden worden uitgewezen als ze zich daar meldden. Nu er van uitwijzing geen sprak meer was, werd het besluit genomen zich met allen tegelijk aan te melden.
Zondag 30 november meldden zij zich, samen met nog een aantal andere Iraniërs, in Rijsbergen. Van alle asielkerken waren mensen aanwezig, ook van de Duif. Na een korte toespraak begon het lange wachten. Zij wachtten binnen en wij - mensen uit kerken - wachtten buiten. Ondanks de kou hielden een aantal doorzetters zich op de been met koffie, thee, broodjes en zwaaien naar de Iraniërs binnen.
Een paar mensen overnachtten in een transportbus, die door het SKIA was geregeld en de volgende ochtend kwamen er nieuwe mensen mee posten. Zo'n 24 uur nadat ze naar binnen gingen kwam de eerste groep weer te voorschijn. Er was een heel kort verhoor geweest en foto's en vingerafdrukken waren gemaakt. Allen kregen te horen dat hun zaak was heropend. Daarmee kwam een eind aan hun illegale status en was het tweede doel van het kerkasiel bereikt. (Voor een uitgebreider verslag van het gebeuren in Rijsbergen zie het stukje "'Onze' Iraniërs").
En nu zitten ze, in groepjes verspreid over Nederland in centra te wachten op een uitgebreider verhoor. Van onze groep zijn G., S. en E. in Amsterdam, S. en A. in Appelscha en de anderen in Egmond-binnen. Helaas is een tweede groep van 20 mensen die zich een paar dagen later aanmeldden met dezelfde hoop op heropening van hun zaak volledig afgewezen. Daarmee wordt duidelijk dat er geen sprake is van een nieuw beleid naar Iraanse asielzoekers.
Diana Vernooij
Zaterdagochtend. Diana aan de telefoon. Of ik nog het telefoonnummer wist van die licht-blonde vrouw, die ook mee had gedaan aan de asielactie in De Duif. Verder als haar voornaam kwam ik niet. "Tot nu toe gaat alleen Alet zondag naar Rijsbergen, Ton en Jan gaan maandag" hoorde ik Diana wat mismoedig zeggen. Zij had velen gebeld. "Als zo weinigen gaan, dan moet ik maar gaan" dacht ik bij mezelf.
Een dag later reed ik mee met Ton, Christien en Fons naar Rijsbergen, waar de Iraniërs zich opnieuw zouden aanmelden om asiel te aan te vragen. Na een kleine omzwerving door Breda was het Aanmeldcentrum (AMC) snel gevonden. Een lange oprijlaan, donkere kale bomen tegen een grijze lucht te midden van de brabantse akkers, met op de achtergrond hier en daar wat bos. Een twintigtal auto's een kleine 100 mensen, waarvan enkelen druk doende waren om bomen te tooien me spandoeken. Een oude kleine vrachtwagen, met het veelzeggende opschrift: Émmaüs, welvaartsresten'stsond op een grasstrook voor het aanmeldcentrum. Dit centrum had iets weg van een kleine kazerne: wat gebouwen omheind door hekwerk en bij de ingang een slagboom, sluithek en wachthuisje.
De sfeer was een merkwaardige mengeling van spanning, hartelijkheid, protest en bemoediging. Nog steeds was onduidelijk hoe een en ander zou lopen. Wat gaat er precies gebeuren? "Ordnung muss sein" zullen ze bij het AMC gedacht hebben De auto's mochten niet op de oprijlaan geparkeerd blijven, want dat was tegen het brandweervoorschrift. Dit was de eerste merkwaardige actie, want ook met geparkeerde auto's zouden er wel bijna twee vrachtwagens tegelijk langs kunnen. Maar goed, iedereen zette braaf zijn of haar auto op de daartoe aangewezen plek.
Daarna ging het vrij snel allemaal. Een korte toespraak het SKIA, een snel afscheid van de Iraniërs, hetgeen bij sommige mensen zichtbare emoties opriep. Daarna gingen de Iraniërs één voor één door een draaihek. Bij dit emotionele, symbolische moment hoor je natuurlijk als groep achterblijvers/steuners iets te doen. Verder dan een applaus kwamen we niet. Daar blijf je dan achter op zo'n mistroostige middag en wat rest je dan nog? Hoelang, hoelang wachten? Wanneer zouden 'onze' Iraniërs het AMC weer verlaten? Enkelen vertrokken al snel. Maar ja, wat is nu een paar uur wachten vergeleken bij de maanden die de Iraniërs al gewacht hebben?
Het wachten leverde in ieder geval op dat ik eens stil stond bij de situatie. Een rare, absurde situatie. Een slagboom en een schuifhek midden in het land. Symbolen van de manier waarop we ons land vergrendelen? Waarom? Zijn we zo arm dat we onze rijkdom niet kunnen delen?
Op zoek om de absurditeit te doorbreken hielp ik iemand van het SKIA om de bloemen uit De Duif te maken tot een mooi boeket in het hek. Als symbool om de grenzen te relativeren. Ondanks de vele kerkemensen, kwam het net niet tot zingen van liederen.
Na enkele uren komen een paar taxi's en een bus het terrein op. De spanning stijgt. Even later rijden de voertuigen, met gekleurde inzittenden de oprit af. Iedereen kijken, nee, 'onze' Iraniërs zitten er niet in. Het is bijna alsof deze andere vluchtelingen niet tellen.
Verkleumd zoek ik na een aantal uren beschutting tegen de motregen in de wagen met welvaartsresten. Een oude bank en wat stoelen staan alleen in een kring. Woorden van een lied van Oosterhuis schieten me te binnen:
Huilt als een bron een vulkaan in mensen
De mens om de mens en schaamt zich
dat niet dit uur wij levend of dood
worden veranderd in vrede
Even later rijd ik met Alet terug. Goed was het om aanwezig te zijn, om betrokkenheid te ervaren, om te zien hoe onze samenleving in elkaar steekt. Te ervaren dat er toch ook de solidariteit is, die mede heeft geleid tot een succesvol asiel aanvragen.
Catrinus Mak
UIT DE DUIVENTIL
In het laatste stukje onder deze titel (HGL 12 october jl) schreef ik al over de moeilijkheden om het bestuur op voltallige sterkte te krijgen overeenkomstig het besluit van de VA (vergadering van aangeslotenen) van 29 juni van dit jaar. De beide gekozen voorzitters door de pastorale werkgroep en de voorgangersvergadering vonden het een te zware klus om ook nog eens de bestuursvergaderingen te moeten bijwonen. Dus werd op de VA van 23 november besloten voorlopig maar te aanvaarden dat er twee vacatures waren. Op de liturgievergadering van 1 december gaf Wim Rombouts aan, dat de koppeling van een sectievoorzitterschap aan een bestuurs-lidmaatschap voor hem teveel van het goede was en dat hij zich dus niet meer beschikbaar stelde voor zijn functie in de liturgievergadering. Omdat er zich geen gegadigde meldde om hem op te volgen, kwamen we in een moeilijk parket. Doorgaan met drie vacatures zou in strijd zijn met de statuten, die een vijfhoofdig bestuur als minimum stelt. We konden nu dus wel spreken van een bestuurscrisis. Op 10 december hielden we overleg in een bestuursvergadering, waarbij Ans Visser en Diana Vernooij ook aanwezig waren. Vanwaar die tegenzin om een bestuursfunctie te aanvaarden? Dieperliggende oorzaken werden verondersteld maar we kwamen tenslotte bij een minder ernstig euvel uit: er wordt gewoon te veel vergaderd, kan dat niet wat minder? De statuten vereisen minstens TTn bestuursvergadering per jaar. Wij doen dat elke zes weken en daarnaast moeten de meeste actieve Duifleden, naast de zondagse viering, minstens elke week nog wel minstens een keer extra komen opdraven. Dat daarbij dan ook nog de geregelde bestuursvergaderingen bijkomen, is voor de meesten teveel en daar dienen we begrip voor te hebben. Na ampel beraad kwamen we tot het volgend voorstel: het voltallig bestuur komt voortaan eenmaal per kwartaal bijeen, dus viermaal per jaar, het dagelijks bestuur (voorzitter, secretaris en penningmeester) vergadert daarnaast in beginsel elke maand. Daarbij laten we uiteraard de mogelijkheid open dat er voorzover nodig een keertje meer of minder wordt vergaderd, trouw aan het uitgangspunt: geen onnodige vergaderingen. Ans en Diana waren in dit voorstel bereid tot het bestuur toe te treden en Wim, - wegens griep afwezig - liet vanaf zijn ziekbed weten accoord te gaan en zich alsnog herkiesbaar te stellen. Hiermee was iedereen tevreden en was het bestuur gekomen op de vereiste sterkte.
Dieze mededeling viel in goede aarde op de VA van 14 december jl. Omdat de jaarlijkse verkiezing van de sectievertegenwoordigers ter plaatse gebeurt, moest er alleen nog gestemd worden over het DB en deze drie leden werden herkozen. Hiermee is de dreigende crisis voorbij en het bestuur van de Duifgemeenschap bestaat dus nu uit: Ton Wiemers, voorzitter; Alet Aalders, secretaris; Jan Groenewegen, penningmeester; en als leden Angela van der Marck, Ans Visser, Diana Vernooij en Wim Rombouts als vertegenwoordigers van resp. het koor, de pastorale werkgroep, de voorgangers en de liturgievergadering. Namens De Duif heet ik alle ge- of herkozen bestuursleden van harte welkom en laten we hopen, dat deze nieuwe bestuursstructuur, waarover op het bezinningsweekend augustus 1996 zoveel gepraat is, nu eindelijk van start kan op een voor iedereen bevredigende wijze tot zegen van onze gemeenschap.
Hiermede grijp ik tevens de gelegenheid aan om aan alle 'postduiven' en iedereen die het wel en wee van De Duif een warm hart toedraagt een 'zalig Kerstmis' toe te wensen en een goede gezondheid en voorspoed in het komende jaar 1998.
Tom Wiemers