Lezingen:
Goedemorgen, welkom op deze byzondere zondagmorgen
in De Duif. Deze week -om precies te zijn op 13 januari jl.- was
het 25 jaar geleden,
dat enkele moedige parochianen van de parochie St. Willibrordus
binnen de Veste -hun kerk De Duif- kraakten na de officiële
sluiting door het bisdom Haarlem.
Vandaag vieren wij 25 jaar vrije geloofsgemeenschap; 25 jaar met
vallen en opstaan Open-Kerk zijn. Wij zijn dankbaar voor de stap
toen gezet en voor al die spannende en gezegende jaren van opbouw
van de gemeenschap van De Duif.
Wij zijn blij, dat wij iedereen hier welkom mogen heten in de
Naam van de Eeuwige, die ons Zijn wegen bekend heeft gemaakt en
van onze Broeder Jezus, die voorgeleefd heeft hoe het is om bijna
goddelijk te zijn.
Iedereen is hier welkom zonder uitzondering naar ras, geslacht,
geaardheid, wie je ook bent, wat je ook bent, je bent welkom.
De Duif, een gezegende plaats waar wij mensen heiligen genoemd
woren en waar wij de verantwoordelijkheid krijgen om de goede
dingen te doen, gerechtigheid en vrede te bevorderen, te helen
en te genezen waar mogelijk.
De Duif, een plek waar als er twee of meer bij elkaar komen de
Geest van God aanwezig is en ons troost en inspiratie geeft en
wat wij verder vragen.
De Duif, een plaats waar mensen samenkomen om met elkaar méér
te zijn dan alleen, een plaats van
samenkomst van "maten van Jezus", van "gabbers
van God".
De Duif, een wijkplaats van "gewonde" en verdwaalde
mensen, een plaats waar recht wordt gedaan.
En ook niet, want wij blijven mensen, mensen die elkaar pijn doen,
die elkaar verdriet bezorgen, die niet het antwoord krijgen op
wat onze naaste vraagt, die veiligheid bieden en ook weer niet;
kortom: een club waar je niet de kans krijgt om in te dutten.
Er is veel bereikt in al die jaren, dankzij de moed en het doorzettingsvermogen
van de oude garde en van de jongere generatie die meekraakte.
Het gebouw zal binnen enkele jaren gerestaureerd zijn. De tocht
en de kou zullen wij niet missen, misschien wel de saamhorigheid
die het oude gebouw oproept.
Wat nu ?? Wat stelt de Duif eigenlijk voor als geloofsgemeenschap
?
Daar worden wij op bevraagd: zowel binnen onze gemeenschap
als daarbuiten klinkt de vraag: Waar willen jullie naartoe? Waarlangs
gaat jullie weg ?
Dat moeten wij uitzoeken met elkaar en dat gaan wij ook doen aan
de hand van het jaarthema
"Bouwen in en op onzekerheid", een jaarlang zullen wij
onze ervaringen delen in werkgroepen met thema's als Ontmoeting
met de openbaring, Ontmoeting met God in de vieringen en spiritualiteit
en Ontmoeting met vele godsdiensten en hun achtergronden.
Het eerste thema is "Gemeenschap als verbondenheid met God
en mensen met elkaar". Hiermee beginnen wij dit byzondere
jaar voor de Duif en wij zullen er ook mee eindigen.
Nou is dat een hele mond vol: Gemeenschap als verbondenheid met
God en mensen, en mensen met elkaar. Wij hebben een vertaling
gevonden in het Hebreeuwse woord "verbinden": CH B R
, op z'n jiddisch uitgesproken als "gabber".
Gabber-zijn kan je in allerlei situaties, in een zaak of onderneming,
op reis, als vrienden, bij een sportieve prestatie, in je familie
Maatjes, de voorwaarde om meer te zijn dan het gewone;
om meer te doen dan het gemiddelde. En dat houdt in dat je van
elkaar weet wat je bereiken wilt, waar je naar op weg bent en
nog belangrijker, wat jijzelf en de ander nodig hebt onderweg.
Gabber moet je willen zijn - van elkaar en van God - ; het hoeft
niet
waarom zou je?
Je kunt elke dag opnieuw kiezen om in verbondenheid met elkaar
en met je Schepper te leven. Vandaag zijn we bij elkaar om stil
te staan bij 25 jaar verbondenheid met elkaar en met God enook
om te beslissen wat wij na vandaag gaan doen: of wij ook in de
toekomst "Gabbers van God en van elkaar" willen blijven
of niet. Wat hebben wij nodig om Gods wegen op aarde te leren
kennen, om door te krijgen hoe wij met elkaar en met onze andere
gabbers om moeten gaan?
Gods zegen als het heilige vuur dat ons bezielen zal zoals
beschreven in Psalm 67,
en misschien wel opnieuw leren bidden met de woorden van
onze broeder Jezus uit het evangelie van
Lucas
en de kennis van de liefde van Christus zoals Paulus die
beschrijft in zijn brief aan de Gemeente van
Efeze
en de kennis van je broertje en zusje die naast je staat,
want met elkaar vormen wij een sterke kracht temidden van Gods
grote gemeenschap op aarde, die niet is gebonden aan kerken of
officiële instanties.
Ik wens ons allen een goede dienst toe.
Toen ik begon aan de voorbereiding van deze dienst kwamen er
twee woorden in mij op:
Vastbesloten en vol overgave.
Woorden die voor mij kenmerkten wat onze gemeenschap nodig heeft
om door te gaan. De psalm 67 bevat beide elementen: een bede,
een vraag om de zegen van God en tevens de overtuiging, dat die
zegen geschonken is en zal worden. De Eeuwige wordt gevraagd om
haar gelaat, haar aanschijn naar ons toe te wenden waardoor wij
het licht zien en de wegen van de Eeuwige zullen herkennen, want
die wegen betekenen welzijn. Welzijn, sjaloom; geen onverwachte
schoten in een muziekcafe, geen dood en verderf, geen angst bij
de vreemdeling die in uw stede woont, geen wandelgangencircuit
waarin mensen afgemaakt worden en nooit meer op kunnen staan.
Als je er bij stil staat hoeveel on-welzijn er is in de wereld,
mag God wel een soort Superman zijn, want in onze wereld moet
Hij eigenlijk alle kanten tegelijk op kijken om ons en onze medemensenkinderen
de weg te wijzen.
Iemand zei maandagavond bij de voorbereiding van deze dienst:
in de Duif heb ik het vertrouwen dat ik bij mensen ben die allemaal
weten en willen dat het anders kan en daaraan ook willen werken.
Dat is een rijk gevoel als je mensen om je heen hebt die zo in
elkaar steken, mensen die Gods handen en voeten op aarde willen
zijn.
Een ander zei: de Duif had het nooit zo lang volgehouden als de
groep niet zo eerlijk was geweest, een eerlijke kerk.
Een ieder die vraagt, krijgt, staat in het evangelie; de Duifgroep
vroeg 25 jaar geleden: laat onze kerk open blijven, laat alles
doorgaan en wij kregen alleen niet precies datgene waar om gevraagd
was; de weg van de gekraakte kerk liep niet over rozen, mensen
liepen weg bij veranderingen of omdat er niet snel genoeg veranderd
werd, ruzies, misverstanden, maar ook prachtige ervaringen deden
mensen op in de afgelopen periode. Hoge verwachtingen hadden wij
en wij hebben naar elkaar gekeken alsof wij allemaal van die fijne
broertjes en zusjes van Jezus zijn. Maar Jezus zegt keihard, dat
wij "slecht" zijn.
Eelke goed-gereformeerde weet, dat hij/zij geneigd is tot alle
kwaad, dus dat is niks nieuws. Voor de ouderwets opgevoede roomsch-katholiek
was er ook veel te biechten, dus dat woord "slecht"
moet niet vreemd klinken. Maar wij zijn niet alleen maar slecht,
dat is een oud beeld. En dat is een van de verdiensten van de
Duif, dat oude beelden afgebroken zijn, beknellende plaatjes verscheurd.
Wij hebben alles in ons, het licht van de vrede, de liefde van
Christus, maar ook het gif van de slang, het venijn van de schorpioen
en wij kunnen kiezen of wij met Paulus' wens meegaan dat wij samen
met onze collega-heiligen de liefde van Christus in al zijn dimensies
willen leren kennen of niet. In de Duif zeggen we niet zo gauw
hardop, dat iemand het gif van de slang uitspuwt en of hij daar
als de donder mee op wil houden of dat iemand het venijn van de
schorpioen tegen een andere heilige gebruikt en dat zij eruit
vliegt als zij dat blijft doen.
Wij zijn liever aardig totdat het helemaal uit de hand loopt
en dan is die ander niet meer te redden of heeft hij/zij anderen
in zijn/haar val meegesleept. Vastbesloten moeten wij zijn als
wij van de wegen van God af gaan dwalen, als Gods kinderen zich
niet meer veilig voelen in Gods huis, de Duif. Dat betekent dat
ieder van ons uitgedaagd wordt om het licht van Gods aanschijn
te weerspiegelen; dat het niet alleen in de wandelgangen thuishoort,
wat er mis is in de gemeenschap en dat wij ook niet moeten vergeten
onze zegeningen te tellen, te zien wat goed is en wat heilig is
in onze Duif.
Wij lopen nooit meer over gebaande wegen, dat is eigenlijk wel
eng. Maar het is duidelijk dat de Duifgemeenschap dat al een aantal
jaren doet en niet onverdienstelijk. Er is een aantal goede, ervaren
gidsen in onze groep waarnaar wij goed moeten luisteren, want
niet iedereen weet even goed wat de juiste weg naar het Koninkrijk
is. Zeker als je veel hel op aarde hebt gezien en ervaren, dat
is het moeilijk om de hemel mee vorm te geven.
Vol overgave, dat is niet iets wat past in onze harde, gewelddadige
maatschappij. Overgave hoort bij onze binnenwereld, bij de intimiteit
van onze persoonlijke omgang met God en onze naast medemens. Maar
wij kunnen het leren, door de woorden van Jezus; wij kunnen leren
vragen, wij kunnen leren vertrouwen en onze knieën buigen
niet omdat het moet, maar omdat wij zelf willen weten hoe het
is om onze arrogantie en onze assertiviteit even af te leggen
en ons in te stellen op het ontvangen van Gods liefde, ons hart
te openen voor het geloof in de Eeuwige en de Geest, die onze
kracht is. Wij kunnen leren om in kwetsbaarheid en zachtheid uit
te wisselen waar wij voor staan in de wereld, wat de zin van ons
bestaan is, waarin onze bestemming ligt en wat wij merken van
de gemeenschap met God. Wij kunnen vragen, aankloppen, om vergeving
vragen en niet schrikken als iemand ons om hulp vraagt. Want wij
mogen elke dag vragen om Gods zegen, wij kunnen elke dag kiezen
voor de liefde en tegen de haat; wij kunnen zeggen: ik blijf een
gabber van God, doe jij ook mee ?
En wat belangrijk is, dat wij ons geborgen weten in Gods hand
en dat wij niet stoer hoeven te zijn in het kontakt met God en
met elkaar.
Vastbesloten en vol overgave gaan wij als gabbers van God de toekomst
tegemoet.
Amen.