Catrinus' bijdragen, dienst 4-4-1999

Lezingen:

Inleidend deel door Frank Belt:

Het onrecht onder het licht

In de dienst van Goede Vrijdag hebben we stilgestaan bij Jezus' proces, zijn lijden en zijn dood, bij de spelers in zijn laatste levensverhaal. We hebben stil gestaan bij het onrecht waar Jezus het slachtoffer van werd, bij het onrecht vandaag ook, in ons eigen leven of in de wereld om ons heen. Dat onrecht, de mensen die eronder lijden zijn door velen in de dienst benoemd, opgeschreven. Voordat wij ze gaan stellen in het licht van Pasen, in de hoop dat God ook dit lijden ten goede helpt keren, noem ik u de intenties die zijn opgeschreven:

alle kinderen die worden beschadigd door machtsmisbruik,
asielzoekers die een verblijfsvergunning wordt geweigerd uit angst voor precedentwerking,
mensen die uit angst zwijgen en zo overschreeuwd worden,
mensen die de deur gewezen wordt omdat we onze rijkdom niet willen delen,
kinderen die geboren worden in de armoede van de Derde Wereld,
mensen die gevangen zitten in de onmacht van haat, geweld en agressie,
de Inuit die worden verdreven van hun land omwille van communicatiemogelijkheden,
de vluchtelingen uit Kosovo,
slachtoffers van "zinloos geweld",
het pleegkind dat dagelijks dankbaarheid moet bewijzen voor de "liefde" waarmee het opgenomen is,
mensen die worden gepest, uitgescholden en uitgelachen,
mensen gebracht in psychische nood,
zij allen, onschuldig en niet begrijpend, jong en oud, geliefd en met zoveel pijn.

Gebed
God van leven,
u hebt het volk Israël uit het slavenhuis van Egypte geleid,
terug naar hun land van belofte.
Jezus' lijden en dood hebt gij ten goede gewend
en omgevormd tot het licht van Pasen,
tot het licht dat wij zojuist opnieuw hebben ontstoken.
Kom met dat licht tot ons
en sterk onze harten, hoofden en handen,
dat u God-in-onze-handen mag worden,
licht der wereld, weg ten leven.
Het vuur van deze kaars is symbool van opstanding,
teken van het vuur van uw, van Jezus' geest,
Laat dit vuur dan het onrecht,
door ons benoemd, doen ontbranden,
omvormen tot licht en warmte.
Dat wij leven mogen,
vrij en bevrijdend,
in uw licht.
Amen.

Inleiding (dit en verder door Catrinus)

Goedemorgen en van harte welkom allen in deze Paasviering. Van harte welkom op dit feest, om de goede tijding te ontvangen, dat Jezus uit de doden is opgewekt. Om opnieuw tot ons door te laten dringen, dat de dood niet het laatste woord heeft en dat de God van licht en liefde steeds opnieuw levend kan worden in ons mensen.
Hoe kan dat nu? Op goede vrijdag hebben we stilgestaan bij onrecht in deze wereld. Hebben we iets meer dan normaliter tot ons laten doordringen, hoeveel situaties van onrecht, van geweld er zijn, waar je machteloos tegenover lijkt te staan. En ook al was u er vrijdagavond niet bij, wellicht bent u dan toch geraakt of in verwarring door de beelden van geweld in Joegoslavië, Kosovo of onrecht en geweld nog dichter bij huis.
Wij zijn niet de eersten of de enigen, die geconfronteerd worden met onrecht, geweld, situaties uitzichtloos lijken.
Het volk Israël werd onderdrukt in Egypte en onder leiding van Mozes sloeg het op de vlucht. Maar toen waren ze er nog niet. Ze moesten nog een lange reis door de woestijn maken. In de eerste lezing horen we daar meer over.
Maria van Magdala werd geconfronteerd met een wel heel pijnlijk verlies: Jezus, die in zijn leven vele mensen heeft genezen en heeft bevrijd uit benarde situaties, was haar ontvallen. Als deze mens van God er niet meer is, is er dan nog hoop?
Ja, die hoop is er. Die kwam er voor het volk in de woestijn, die kwam er voor Maria aan het graf en die kan er ook voor ons zijn. Hoe die hoop er is, zal ik in de overweging proberen duidelijk maken.
Het geloof dat er hoop is willen we in deze viering verder kracht bij zetten, door het onrecht onder het licht te plaatsen. Hoe dat precies gaat gebeuren zult u zo dadelijk merken.
Ik wens ons allen een prachtige viering en wil nu overgaan tot het ontsteken van de Paaskaars.

Om de gedachte levend te houden aan Hem, die aan het begin van alles heeft geroepen "Licht" en het licht werd geboren
die heeft geroepen 'mens' en
u en ik zijn geboren en
alle mensen zijn tot leven gewekt,
ontsteken wij nu opnieuw dit licht.

Overweging

Gemeente van Christus, beste mensen,
Het verhaal van Pasen is het verhaal van God en mensen. Meer dan een verhaal.
Een lied wellicht, waarin bezongen wordt hoe mensen bruggen weten te slaan om opnieuw verbinding te maken met dat wat leven geeft. Een lied van de doortocht, hoe je door angstige situaties bent heen gekomen. Maar bovenal het lied of het verhaal hoe ons vanuit een andere wereld iets wordt aangereikt, waardoor we verder kunnen. Hoe het licht kan doorbreken in ons mensen, terwijl we misschien al vergeten waren dat het licht er was.
Bij drie verhalen of drie liederen wil ik vandaag in het bijzonder stil staan:
Het verhaal van Exodus, een persoonlijk paasverhaal en de wonderbaarlijke geschiedenis van wat Maria van Magdala overkwam op de paasmorgen.

Toen Frank het idee opperde, om naast het onrecht een teken van licht en vuur te plaatsen, toen dacht ik: wat helpt vuur bij onrecht? Ik dacht niet aan het vuur van de kruisraketten uit de F-16's, want die waren toen nog niet afgeschoten.
Bij mij kwam de gedachte op aan de vuurzuil waarin de Eeuwige aanwezig was en bleef en zoals Hij vooruit trok om het volk door de woestijn te leiden. De vuurzuil als teken van Zijn aanwezigheid. Een intense vuurgloed in de kou en de duisternis van de nachten in de woestijn. Dit beeld van een heel volk in beweging
roept ook beelden op van volken die vandaag de dag op de vlucht zijn. En dan hoop en bid ik, dat, zoals de Eeuwige in de wolkkolom en de vuurzuil aanwezig was, dat er mensen zijn voor deze vluchtelingen voor praktische steun en opvang.
Geef ons het hart, het lef en de creativiteit om chaos tot mensenland te scheppen.
Verder denk ik aan de kilte van eenzaamheid, de kilte van de agressie en de haat en de koele zakelijkheid. Vanuit de overtuiging dat de God van Israël met zijn vuurgloed nog steeds aanwezig is, weet ik dat mensen mensen van liefde kunnen zijn. En dan bid ik dat voor de verharde of verkilde mensen dat er weer mildheid en warmte kan ontstaan.

Het tweede lied of verhaal is een wonderbaarlijke persoonlijke belevenis, die mij een maand geleden overkwam en die diepe indruk maakte. Een vriend van mij vertelde hoe hij bezig was met zijn overleden vader en hoe dat nu nog speelde in zijn verhouding tot mensen.
Omdat ik merkte dat daardoor van alles bovenkwam aan herinneringen aan mijn eigen vader, nodigde ik hem uit om te luisteren naar een bandopname van de laatste kerkdienst, die mijn vader leidde en waar ik ook bij geweest was. Deze dierbare herinnering aan mijn inmiddels 19 jaar dode vader, zou ik graag nog eens met hem delen. Op de geboortedag had ik hem uitgenodigd. Voor het eerst stond ik zo nadrukkelijk stil bij mijn vader. Ik had een mooie foto van hem opgezocht en vol respect neergezet in de kamer, omringd met cherbera's zijn lievelingsbloemen. En terwijl ik daar zat met mijn vriend Wiel, wilde ik op een gegeven moment de band starten. Nee, zei Wiel, voordat ik begin wil ik iets voelen van welk contact je met je vader hebt. Dus ik ging nog eens wat dichter bij de foto zitten en toen was het alsof mijn vader me echt ging aankijken. Met een vriendelijk gezicht keek hij mij in de ogen en het was net alsof hij weer een levend mens was.
Het bracht me ertoe om tegen hem te gaan praten en een van de eerste dingen die ik aan hem vroeg was: "Hoe is het nu met je" Tot mijn verwondering kreeg ik antwoord. "Goed" zei hij: "Ik ben in een zee van vrede". Dat ontroerde me. Ik besefte nu pas dat ik altijd bang geweest was waar hij na zijn dood terecht zou zijn gekomen. Het was een intense geruststelling. Bovendien was het bijzonder om te horen dat er een 'zee van vrede is'. Lieve mensen, er is dus een zee van vrede. Laat dat beeld eens tot u doordringen.
Het gesprek ging nog verder. Ik vroeg hem hoe de laatste weken van zijn leven hier voor hem waren geweest. 'Ik was doodsbang' zei hij. Ik dacht dat mijn leven voor niets was geweest. Dat ik als predikant met zoveel toewijding en energie bezig ben geweest in de kerk, maar was dat geen akelige grap? Als je ziet wat er gebeurt, zeker ook binnen de kerk, bestaat die God van liefde dan wel? Had ik het wel goed gedaan in mijn leven?
Nadat dit gesprek was afgelopen, merkte ik, dat ik zeer rustig was geworden. En er was een innige vreugde. 'Er bestaat een zee van vrede'. De raakvlakken met het lied, het tafelgebed van vandaag zijn treffend: een mens, gestrooid in de akker, gewacht een lange winter, in stilte van de dood, die mij groette vanuit zijn verte, aankeek van dichtbij en mijn ziel tot rust deed komen....

Het derde paasverhaal of lied is dat van Maria van Magdala. Zij ging vroeg, toen het nog donker was naar het graf van Jezus. In de duisternis van de marteldood en het verlies Jezus wil zij op een of andere manier toch nog bij hem zijn. Kan zij hem niet loslaten. Wat verder opmerkelijk is in dit verhaal, dat er wel drie keer wordt gezegd dat zei huilde. Niet alleen wil ze contact houden met Jezus, maar ook blijft zij in contact met haar gevoel. Op dat gevoel wordt ze aangesproken, dat is waar ze door de engelen en door Jezus op aangesproken wordt. En dan gebeurt het. Met het roepen van haar naam herkent ze Jezus de levende. En dan durft ze zich helemaal tot hem te wenden, zich te laten zien en Jezus helemaal te zien.
Het vergt soms moed om je gevoelens toe te laten en die te laten zien. Om je niet af te wenden in verbittering, ergens overheen te praten, of je handen in onschuld te wassen. Als je je gevoelens laat zien, dan ontstaan er vaak openingen.Het lied ander ouder zingt hiervan: De Ander, ouder doet ons gaan in tranen, maar ongebroken door de nacht van de schepping en houdt ons gaande houdt naar een nieuwe geboorte.

Lieve mensen, weest verwonderd en verheugd over de aanwezigheid van God onze bevrijder en de bijzondere wijzen waarop hij tot ons komt. God geve dat we vanuit deze vreugde en verwondering de nieuwe geboorte en doortocht van Pasen blijven voortzetten en dat we in die Geest Paasliederen blijven zingen.
Amen

Vredesgroet
Alvorens in het delen van brood en wijn, de verbondenheid tussen God en mensen en de verbondenheid met elkaar te vieren, wilt ik u uitnodigen tot een vredesgroet, waarin u degene die naast u staat vrede en alle goeds kunt wensen en een hand of omhelzing wellicht kunt geven.

Nodiging

Ik mag u allen, zonder uitzondering, van harte welkom heten om deel te nemen aan de maaltijd, zoals de Jezus, de opgestane heer die een nieuwe betekenis heeft gegeven.
Komt nu, want alles is gereed. Alles is gereed het bestaan te vieren, u te verheugen in onze God, die met ons meetrekt en soms aankijkt van dichtbij.

Zegenbede

Aan het einde van deze paasviering wens ik u allen nog een heel vrolijk Pasen en
graag bid ik met u om de zegen van de Eeuwige om met vreugde en liefde de week verder in te gaan.
De genade van de heer Jezus Christus
en de liefde van God
en de gemeenschap van de Heilige Geest
zij met ons allen.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Catrinus' "Hoofdpagina" | Frank's "Hoofdpagina" |

AM 25-6-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl