Vandaag gedenken wij het lijden en sterven van Jezus van Nazareth. Iemand sterft niet om onze schulden te delgen; God eist geen zoenoffer. Iemand sterft omdat Hij vasthoudt aan zijn eigen principe's, zijn roeping en zo aanvaardt hij de uiterste consequenties.
Waarom?
Waarom is er zoveel lijden op deze wereld?
Waarom kruisigen mensen elkaar?
Waarom is Jezus van Nazareth de weg van het kruis gegaan?
Waarom is het lijden hem niet bespaard gebleven?
Een bevredigend antwoord of een verklaring van dit waarom is er
niet.
Er is wel een weg die een antwoord doet vermoeden.
De kruisweg van Jezus, is dat het antwoord op het lijden?
De weg van het kruis is een weg waarvoor wij terugschrikken.
We willen er niet zomaar aan of in geloven als het lijden in ons
leven komt.
Het valt niet mee Jezus te volgen op zijn kruisweg.
Het valt niet mee de weg te gaan die Hij gegaan is.
Toch is Hij de weg, de waarheid en het leven.
Laten wij leven zoals Hij geleefd heeft.
Laten we luisteren naar zijn waarheid.
Laten we hem volgen op zijn weg.
Eerste statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld.
Jezus heeft zich kwetsbaar en eenzaam gevoeld voor Pilatus. Want
waarom veroordeeld en waarom afgeschreven?
Ook in de wereld van vandaag, ook in het economisch zonnige Nederland,
zijn er mensen die even kwetsbaar en eenzaam zijn. Mensen, die
niet begrepen worden, maar die toch trouw zijn aan hun roeping.
Tweede statie: Jezus neemt het kruis op zijn schouder.
Waar heeft Jezus de kracht vandaan gehaald om zijn eigen kruis
te dragen? Wie heeft hem geholpen?
Waar halen mensen van vandaag, ver weg en dichtbij, de kracht
vandaan om hun kruis op te nemen? Wij vragen de eeuwige hen te
helpen als het zwaar valt. De mensen te helpen, die gebukt gaan
onder grote zorgen. Kracht om het kruis te dragen.
Derde statie: Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.
Het kruis is te zwaar en toch legt Hij zich er niet bij neer.
Hij valt, staat op en gaat verder.
Ook onder ons zijn er die dreigen te bezwijken onder de last die
gedragen moet worden.
Wij bidden om kracht, opdat zij verder kunnen gaan.
Vierde statie: Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder.
Wat gaat er om in het hart van een moeder die haar kind ziet lijden?
Daar zijn geen woorden voor.
Zijn het niet dwaze moeders in deze wereld, die voelen wat Maria
voelde? Het zijn vrouwen, die niet weten waar ze het zoeken moeten
van ellende. Maar ook onze Vader lijdt mee. Hij wiens diepste
naam is: Ik ben bij je.
Vijfde statie: Simon van Cyrene wordt gedwongen Jezus'kruis
te dragen.
Jezus is zijn kruisgang niet alleen gegaan. Een mens hielp hem
door zijn sterke schouders onder het kruis te zetten.
Wij mogen anderen niet alleen laten gaan. Wij kunnen ze helpen.
Als we eerst maar horen en eerst maar zien met welk verdriet zij
aan ons voorbij komen.
Zesde statie: Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.
Jezus is zijn kruisweg niet alleen gegaan; Veronica heeft zijn
tranen gedroogd, zijn zweet gewist, heeft hem aangeraakt. Hij
heeft haar hand gevoeld.
Dat wij zijn als Veronica.
Elkaar willen troosten, aanraken, zodat wij elkaars nabijheid
voelen.
Zevende statie: Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis.
Zelf heeft Hij mensen opgericht; lammen zijn weer gaan lopen,
zieken stonden op, doden leefden. En deze man kan niet meer. Maar
toch staat Hij op om zijn weg ten einde te gaan.
Wij verliezen op onze tocht zo vaak de moed en zo vaak terecht.
En toch is er wind onder je vleugels.
Achtste statie: Jezus troost de wenende vrouwen.
Ondanks zijn eigen pijn, zijn eigen kruis, was Jezus bezorgd om
anderen; bleef gevoelig voor verdriet.
Onze pijn kan zo gemakkelijk ons hart sluiten voor de nood van
anderen. Wij knijpen van verdriet de ogen dicht en zien zo het
lijden van anderen niet. Jezus voorbeeld blijft echter: probeer
nabij te zijn en nabij te blijven.
Negende statie: Jezus valt voor de derde maal onder het kruis.
Het is gemakkelijker Jezus als de sterke man te zien, dan hem
te aanschouwen in zijn zwakte. Zwakte? Het kruis is te zwaar,
hij is volkomen uitgeput. Zwakte? Hij staat op voor de derde keer.
Dat dit de mensen die ook volkomen uitgeput zijn, lichamelijk
of geestelijk, mag helpen om toch door te gaan.
Tiende statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd en met gal
gelaafd.
Ze hebben hem niet gespaard. Hem zelfs zijn kleren afgenomen.
Hij wordt in zijn naaktheid vernederd. Zie de mens, Ecce Homo.
Niets bleef er van hem over.
Zoals ook in onze tijd er mensen zijn, die niets meer hebben.
Zoals er in onze tijd mensen zijn, die gemarteld en vernederd
worden. Zien wij in hen de Man van Smarten? Zien wij de mens?
Elfde statie: Jezus wordt aan het kruis genageld.
De kruisweg die Jezus ging is een voor ons moeilijk te begrijpen
weg. Deze dood voor iemand en die het leven juist wil doorgeven.
Ook wij zijn niet gevrijwaard. Je kunt alleen maar zeggen: God,
ik heb het zo verdomd moeilijk. Help mij om niet af te dwalen
van de weg die mij bij u brengt. Ik voel me gekruisigd. Blijf
bij mij Heer, als de avond nabij is.
Twaalfde statie: Jezus sterft aan het kruis.
'Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest'. Dat waren zijn laatste
woorden. Met de laatste kracht die in Hem was heeft Hij zich opgericht
tot de Vader.
Dat wij niet vergeten tot Wie we ons wenden als het einde daar
is. Dat wij in leven en sterven ons verbonden weten met Jezus
Christus, de Man van Nazareth. Vader in Uw handen beveel ik mijn
geest ...
De stilte van de dood.
Een stilte die spreekt over een levende.
Laat de stilte spreken, God.