|
Welkom en inleiding
Goedemorgen en van harte welkom in De Duif. Van harte welkom in deze
viering, om te delen met elkaar en met de Eeuwige.
Zoals u ziet zitten we vandaag in een andere opstelling dan gebruikelijk.
Een aantal van u kent deze setting al, het is dezelfde als toen we diensten
hadden zonder koor en pianist. Om het gevoel van samen zijn te versterken,
hadden we toen bedacht om een kring te vormen. Deze viering en de komende
viering hebben we afgesproken om dat opnieuw doen. Rond de maaltijdviering
zal het iets anders gaan dan gebruikelijk, maar dat zal ik later vertellen.
De lezingen die ons vandaag worden aangereikt, gaan over arm en rijk,
over delen, over houding van de rijken en van de armen.De lezingen roepen
eigenlijk meer vragen op dan dat ze beantwoorden. Maar voordat we aan
de lezingen beginnen, wil ik u uitnodigen voor een moment stilte. Een
paar minuten om bij u zelf te zijn, hoe zit ik hier, hoe is het om in
de kring te zitten.
Om stil te staan bij wat u ontvangen heeft deze week, wat was vreugdevol,
wat was zorgelijk.
Eeuwige, wees met uw mildheid bij ons en deze wereld,
opdat wij kunnen blijven leven in liefde.
|
|
|
Overweging
Beste mensen,
Een maand geleden nam ik deel aan een reis in Italië - ik had sinds jaren
het geld weer om zoiets te betalen - en dat deed ik in een groep van 13
personen. Er was heel veel geregeld, behalve de lunches.
De eerste ochtend werd de vraag voorgelegd door de reisleider: Mensen,
hoe doen we dat. Doen we gezamenlijk inkopen, of ieder voor zich. Zelf
had ik me al weer voorstellingen gemaakt van maaltijden in een kring en
ik deed dus ook het voorstel om dat zo te organiseren. Edoch, dat was
allemaal te ingewikkeld en bovendien, als je eenvoudig zou willen eten,
dan liep je toch het risico een duurdere ingewikkelde lunch te krijgen.
Dus bij het eerstvolgende dorp zag je 14 mensen in de rij staan bij de
plaatselijke kruidenier, bakker en een paar uur later pakte iedereen in
zijn uppie het pakketje uit wat hij of zij ingekocht had. Ieder zat dat
een beetje in zijn uppie op te peuzelen. Over schrijnende armoede gesproken......
De drie vragen die uit de lezingen naar voren komen zijn:
Zijn de rijken arm?
En als dat zo is, hoe doorbreken wij dan die armoede?
Hoe doorbreken we het onrecht en de armoede in de wereld?
Uit bovenstaand verhaal blijkt, dat rijken arm kunnen zijn. Als je nog
maar weinig van wat je hebt, kunt delen, dan ben je arm denk ik.
Terug naar Toscane, voor de behandeling van de tweede vraag.
Reeds een aantal eeuwen eerder, zo in de 13e eeuw al, ontstond er in Toscane
veel rijkdom. Daar in die periode zag je de opkomst van de handel en het
afnemen van het belang van het feodalisme. Geld en handel werd dus belangrijk.
Het woord florijn komt niet voor niets van Florence, de belangrijkste
stad toen in Toscane. Zo had je koopman, die goede zaken deed in de handel
en die graag wilde dat zijn zoon ook mee ging doen in zijn handelsonderneming.
Deze zoon echter, Franciscus van Assisi, weigerde echter in de sporen
van zijn vader te leven. Hij predikte armoede. Want, zei Franciscus, geld
leidt tot bezit en rijkdom. En dat willen mensen verdedigen. En dat leidt
weer tot oorlogen.
Soms kunnen wij angstvallig met ons bezit bezig zijn. En dat nu, maakt
arm. Velen hebben een auto, een baan, een huis, sommigen hebben het over
mijn kinderen, of mijn vrouw of man. En voortdurend zijn we bezig met
het tekort. We mochten het eens dreigen te verliezen, er mocht iets mis
gaan met etc.. Juist die angstvalligheid maakt, dat we onze rijkdom, ons
geluk, dat wat ons gegeven is, dat we daar niet meer van kunnen genieten.
Veel mooier en rijker vind ik het om te stellen: Er is ons iets toevertrouwd.
Er zijn mij kinderen toevertrouwd of een taak in het werk
Elia was de grote profeet die predikte tegen de verafgoding van Baál.
Als het gaat om toevertrouwen en vertrouwen, is het verhaal van de weduwe
van Sarefat opmerkelijk. Het land verkeert in hongersnood. Eerst krijgt
Elia te horen dat de Eeuwige hem via de raven te eten geeft: vervolgens
mag hij erop vertrouwen dat een weduwe - een alleenstaande bijstandsmoeder
zonder bijstand - hem te eten zal geven. En bovendien, deze weduwe gaf
vrij makkelijk toch haar laatste voedsel weg. De profeet zegt: Vreest
niet en Het vertrouwen wint het van de angst.
Dus als het gaat om de tweede vraag: Hoe doorbreken we de armoede van
de rijken, dan kun je toevertrouwen plaatsen tegenover bezit. Dan kun
je delen en zijn plaatsen tegenover afschermen verdedigen en willen houden
en hebben. Bij het bezit gaat het trouwens niet alleen om geld en goederen,
maar ook om bijvoorbeeld kennis. Als je eerst wilt weten hoe alles zit,
alles bestudeerd moet hebben, dan dreig je wellicht te vergeten om te
zijn en om te doen wat je hart je ingeeft. Kennis macht en rijkdom kunnen
je samen arm maken.
De laatste vraag: Wat te doen jegens de grote ongelijkheid in verdeling
van geld en middelen in deze wereld. Om maar dicht bij huis te blijven:
Nog nooit was Nederland zo rijk als nu. Toch wordt er weinig extra geld
uitgegeven aan de zorgsector, zodat de wachttijden in ziekenhuizen oplopen,
thuiszorg lang niet altijd meer voor handen is en er is te weinig geld
voor het onderwijs.
In revoluties, totaal andere structuren geloof ik niet. Ik geloof meer
in individuen of kleine organisaties, die een andere koers varen. Zo las
ik een verhaal van John Woolman, die als Quaker in de achttiende eeuw
slavernij niet accepteerde. Zelf leefde hij arm, maar hij had rijke vrienden.
Als hij dan uitgenodigd werd, weigerde hij het eten en drinken, dat door
slaven was toebereid. Dan nam hij een gewone boterham. En ging vervolgens
met zijn gastheer in gesprek over zijn houding. Heden ten dage zouden
we ons tegen produkten kunnen verzetten, die gemaakt worden door kinderen,
of waarbij dieren of de natuur onderdrukt worden. Of we zouden ons kunnen
laten inspireren door mensen, die een vaste baan opzeggen en als vrijwilliger
mee doen aan een initiatief voor een sterfcentrum, waar mensen een menswaardige
manier van sterven wordt aangeboden. Deze mensen zijn wellicht als die
weduwe in de tempel, die tegen de heersende orde alles inzetten, in wat
zij waardevol achten.
Ik eindig mijn overweging weer in Toscane. De laatste dag van mijn reis
was ik in Florence. Af en toe een weerzinwekkend rijke stad. Zocht een
sobere kerk op. Na een half uur stil bij mezelf zijn, kon ik meer open
staan voor de omgeving. Mijn oog viel op een kruisbeeld van Christus.
Dat straalde iets bijzonders uit. Een magere, geheel naakte Christus.
Hoofd voorover, echt hangend aan het kruis. Voor het eerst zag ik een
Christus, die zich geheel aan de dood had toevertrouwd. Alles durven los
laten. Als u de kaart ziet met een afbeelding van dit kruis, zult u wellicht
begrijpen wat ik bedoel.
Misschien is het toch zo, dat wie zijn leven durft te verliezen, dat we
ons tegelijk totaal durven toevertrouwen. Durven toevertrouwen aan het
leven, aan God, aan elkaar en onszelf. God geve het ons.
|
|