Alets bijdragen, viering 14 januari 2001
 
  Thema: Oecumene, de algemene kerk, die alle christenen omvatten moet
 
         
         
 

Lezingen

  • Psalm 25: 1-14
  • 1 Korinthiërs 1: 10-14 en 3: 5-13a
  • Mattheus 15: 21-28
         
         
 

Welkom en inleiding

Namens de Duifgemeenschap heet ik u allen van harte welkom in deze dienst.
Deze viering staat aan het begin van de week van gebed voor eenheid van alle christenen. Een week voor de oecumene; ik mag hiermee starten en proberen duidelijk te maken wat oecumene is, hoe Christus dit bedoeld zou hebben, wat er in de praktijk van geworden is en hoe we er aan kunnen werken. Dat is heel veel; ik zou die week denk ik wel nodig hebben, zou ik alle aspecten ervan willen uitdiepen.
Maar we hebben gelukkig twee diensten over dit thema. Reinier ter Hart gaat er volgende week mee door, hij zal het gaan hebben over oecumene in de praktijk en in De Duif; ook geen kleine opdracht. Na afloop van die dienst zal er een gezamenlijke maaltijd zijn en tafelgesprekken over dit onderwerp waarin u zelf uw menig kunt geven over wat voor u oecumene is, hoe we tot oecumene kunnen komen en waar we als duifgemeenschap staan.

Kramers woordenboek geeft als omschrijving voor Oecumene: 'de algemene kerk, die alle christenen omvatten moet'. Dit staat ook voorop uw boekje. Het Griekse woord oikumenè betekent bewoond of de gehele bewoonde wereld. Letterlijk verstaan we er dus onder, wereldomvattend. In het kerkelijk spraakgebruik van de eerste eeuwen heeft het de betekenis gekregen van: betrekking hebbend op de gehele kerk over de gehele wereld.
De oecumene omvat alle christenen zonder onderscheid, d.w.z. alle mensen, die zichzelf christen noemen, omdat zij in Christus geloven, geheel afgezien dus van de wijze, waarop de onderscheiden groepen van christenen elkaar beschouwen en behandelen. In die zin is de oecumene er en tegelijkertijd is zij in wording, want christenen òntkennen deze wereld omvattende eenheid meer dan ze hem willen hèrkennen, en strijden tegen elkaar met de Bijbel in de hand.
Kramers woordenboek geeft, naast een verklaring van het woord, ook aan hoe het er mee gesteld is: de algemene kerk, die alle christenen omvatten moet. Je zou er het woordje 'ooit' nog tussen kunnen zetten. Die alle christenen 'ooit' omvatten moet.

Herhaaldelijk spoort Paulus in zijn brieven aan tot eensgezindheid, we lezen het ook vandaag. We bouwen op hetzelfde fundament gelegd door Christus, en boven de oecumene uit zijn alle mensen verenigd door die ene God die hemel en aarde schiep. De God die, als je Hem erkent en herkent, geen onderscheid maakt in zijn kinderen zoals we straks lezen in Psalm 25 en in Mattheus 15.

 
       
 

Overweging

Ik heb van huis uit geen kerkelijke achtergrond en ik ben een aantal jaren geleden gedoopt ik de Duif. Als mensen me nu vragen welk geloof ik heb zeg ik dat ik christen ben. Mensen vragen dan meestal: 'Ja maar ben je Katholiek of Protestant?' Een lastige vraag om bevredigend te kunnen beantwoorden maar geen rare vraag.Want ga maar na als je tegen iemand zegt: 'ik sport', dan wil die ander toch ook weten welke sport je bedrijft, want er bestaan veel sporten.

De oecumene is ook zo'n overkoepelend woord, waarnaast mensen graag willen weten welke richting je aanhangt. En zoals er vele takken van sport bestaan, vind ik het niet eens zo erg dat er vele richtingen in het geloof zijn. Wat ik wel erg vind is dat de ene stroming zich boven de ander stelt of de ander zelfs afwijst. Wie maakt er uit dat voetbal de koning onder de sporten is? Wie maakt er uit dat klaverjassen geen sport is? Wie maakt er uit dat het Rooms-Katholieke geloof het ware geloof is en wie maakt uit dat ze ongelijk hebben? Zoals bij een Olympische Spelen moet het toch mogelijk zijn om samen te spelen, naast elkaar te sporten, te leven en ook te geloven.
In de lezing van Paulus worden we eraan herinnerd, dat mensen die in Christus geloven, zich niet moeten beroepen op hun verschil in inzicht. Inzichten die ontstaan zijn doordat de bijbel geen wetboek is en daarom op verschillende manieren geinterpreteerd kan worden. Christenen zijn onderling verdeeld doordat zij het niet met elkaar eens zijn over de bedoeling van Jezus' woord en over de zin en betekenis van Jezus' werk. De verschillen tussen kerkelijke richtingen zijn voornamelijk gebaseerd op een andere wijze van zien en beleven. Veel verschillen in de leer zijn echter enkel accentverschillen, waarvan men moet zeggen: wat de één zegt, wordt door de ander niet ontkend.

Over één ding is Jezus heel duidelijk geweest: Heb uw naaste lief gelijk uzelf. Het fundament waar wij op verder mogen bouwen. En dat bouwen kan op vele manieren, maar tast nooit het fundament aan, want dàn zal het gebouw vroeger of later instorten! Het is daarom minder van belang uit welke hoek we het geloof ontvangen en met welke woorden en door wie we tot het geloof geroepen zijn. Het enige dat van belang is, is dat we de liefde voor elkaar koesteren, en leven zoals Jezus ons in Zijn leven liet zien hoe we met elkaar om moeten gaan.

Maar wat is dat toch met mensen dat we altijd het gelijk aan onze kant willen hebben. Eigenlijk vanaf het begin al: de joden beschouwen zichzelf als het uitverkoren volk, de eerste christenen maakten onderscheid tussen christen-joden en christen-heidenen. De Kananese vrouw behoorde niet tot het eigen volk maar haar geloof bewees dat die grenzen, Gods grenzen niet zijn. De kerken die in de loop van de geschiedenis zijn ontstaan, ik neem aan uit de allerbeste bedoelingen, vervallen in machtstrijd en onderdrukking van gelovigen. In dogma's worden regels vastgelegd en als je je er niet aanhoudt word je afgesneden van de gemeente. In een langzaam gegroeide traditie zetten ze zich af tegen de anderen (en als je spreekt van anderen is er al geen sprake meer van oecumene). In de poging je bouwwerk te beschermen verwaarloos je de fundamenten, de al omvattende liefde wordt vervangen door de afwijzing van je medemens.

Daarom pleit de oecumene voor openheid. Openheid in dialoog en samenwerking. We kunnen veel van elkaar leren en samen kun je meer bereiken. We moeten daarin niet zoeken naar een compromis tussen al die verschillende vormen van geloofsbeleving, een soort oecumenische 'stamppot', van vanalles door elkaar heen. Dan gaat de specifieke smaak van de diverse richtingen verloren. We zoeken ook niet naar de kerk die het bij het juiste eind heeft. Al zouden we de eigen kerk beschouwen als de enige kerk, zelfs dan zullen we moeten toegeven dat er op de wereld miljoenen zijn die oprecht in Christus geloven en dus evengoed deel uit maken van de oecumene. Onze liefde moet de gehele oecumene omvatten en niet beperkt blijven tot de kerk waarvan we lid zijn.

Het geloof is geen wetenschap, nooit keerde iemand terug om er over te vertellen. Daarom kan geloof niet gevangen worden in regels en wetten of in dogma's, maar is zij levend. Dat betekent dat zekerheden soms geen zekerheden blijken te zijn, en dat is soms zwaar. Het betekent dat je je niet kunt verschuilen achter de kerk als instituut maar dat je eigen verantwoordelijkheid draagt. Dat kost meer energie maar geeft je op den duur meer voldoening. Het betekent ook dat er soms een antwoord komt uit een hoek waarnaar je vroeger niet eens geluisterd zou hebben of niet luisteren mocht. Want in plaats van enkel te kunnen putten uit de ervaringen, opvattingen en meningen van je geloofsmedestanders kun je je vragen neerleggen bij alle christenen en kun je je geloof verrijken en vragen zij aan ons ooit hetzelfde. Niet om de ander te proberen te overtuigen maar om de dialoog aan te gaan en zo elkaar ruimte geven, de ruimte die we allemaal graag willen hebben. We hebben het immers over het zelfde maar op een andere manier. Je hebt zo je eigen steentje bij te dragen aan de oecumene. Het maakt van onze verscheidenheid juist onze kracht.

Amen.

       
 

Nodiging

O God onze Schepper, alles wat wij zijn en hebben, hebt Gij ons gegeven.
Maak ons in staat om alles wat wij zijn,
alles wat wij weten en alles wat wij hebben te delen met elkaar
en met de wereld die Gij lief hebt, in de naam van Jezus, die ons tot delen in staat stelt.
Die het brood en de wijn deelde met zijn vrienden,
toen Hij voor het laatst met hen aan tafel zat.
En Hij vroeg: Blijf dit doen, ter gedachtenis aan mij.
Wij eten dan van dit brood en drinken van deze wijn,
om niet te vergeten dat wij in staat zijn
de weg van gerechtigheid en vrede voor allen te bewandelen.
Hij heeft nooit iemend uitgesloten
dus iedereen is ook welkom aan zijn tafel; komt dan, want alles staat gereed.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2001 | Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-02-26 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl