Reiniers bijdragen, viering 21 januari 2001
 
  Thema: Oecumene, de weg die wij gaan  
         
         
 

Lezingen

  • 1 Korintiërs 12; 4-20
  • Amos 9; 7
  • Johannes17
         
       
 

Welkom en inleiding

Hartelijk welkom allemaal, fijn dat U gekomen bent en een speciaal welkom als U vandaag voor het eerst naar de Duif gekomen bent.

Vandaag de tweede en laatste dienst binnen het thema Oeumene. Vorige week heeft Alet Aalders het in de dienst gehad over oecumene in het algemeen. Vandaag wil ik nader toespitsen op wat oecumene betekent binnen onze Duifgemeenschap.


Over de lezingen

De eerste lezing is uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs. Paulus heeft het over de verscheidenheid van gaven en vormen van dienstverlening die echter alle het werk, de uiting zijn van één en dezelfde Geest. Paulus vergelijkt de gemeenschap met het menselijk lichaam, dat bestaat uit verschillende lichaamsdelen, en legt uit dat het ene lichaamsdeel niet zonder het andere kan functioneren. Alle lichaamsdelen horen bij elkaar en vormen één lichaam. Zo moet het ook zijn met de kerk.

De tweede lezing is uit de profeet Amos.
De Eeuwige openbaart zich als niet enkel de bevrijder van het volk Israël, maar als de bevrijder van alle volken. De derde lezing is uit het Evangelie volgens Johannes en omvat een gedeelte uit het hogepriesterlijk gebed van Jezus. Jezus bidt voor eenheid onder zijn volgelingen en voor eenheid onder hen, die door zijn volgelingen in Hem geloven. Jezus bidt dat zij allen een mogen zijn.

 

Overweging

Op mijn zestiende verjaardag kreeg ik van een vriendin van mijn ouders, tante Do, een bijbel. Tante Do was gezegend met een altijd opgeruimd humeur, dat ze volgens haar zeggen ontleende aan haar geloof. Dit wekte mijn nieuwsgierigheid. Ik besloot die bijbel eens open te slaan. Tante had blijmoedig bij de inhoudsopgave enkele brieven van Paulus met potlood onderstreept; die moest ik, had ze gezegd, maar eens gaan lezen. Na een halve bladzijde had ik het wel gezien, het was geschreven in een taal, een stijl waar ik niets van begreep. Aangezien tante Do niet van plan was een en ander toe te lichten of uit te leggen, bleef die bijbel voor mij een gesloten boek en verdween ergens in een donkere hoek van een kast.

Toch bleef mijn nieuwsgierigheid bestaan, ik wilde er meer van weten. Thuis echter werd ik niet echt aangemoedigd toe te geven aan mijn nieuwe religieuze aspiraties. Ik kom uit een 'rood nest'. Pa was fel atheïst en moeder niet-praktiserend Nederlands Hervormd. De bijbel bleef in de kast en het lezen bleef beperkt tot jeugdboeken van de Arbeiderspers, later het Vrije Volk en Vrij Nederland.

Maar het vlammetje bleef branden. Jaren later bood een andere kennis van mijn ouders mij aan eens mee te gaan naar een viering van de Evangelische Broedergemeenschap. Dat heb ik geweten, de voorganger daar hield een donderpreek waarin homosexualiteit werd afgeschilderd als een misdaad en homosexuelen werden gelijkgesteld met dieventuig en moordenaars. Omdat ik me al heel jong bewust was van mijn sexuele geaardheid en daar thuis gelukkig geen moeilijkheden bij ondervond, besloot ik voor de rest van mijn leven geen kerk meer binnen te gaan. Toch bleef het vlammetje branden. Weer jaren later belandde ik bij toeval in deze gemeenschap, die me nu na ruim tien jaar zeer dierbaar is geworden. Eindelijk kon ik iets met mijn religieuze gevoelens doen en had ik een plekje gevonden waar ik echt mezelf kon en mocht zijn.
Zo heb ik, zonder gelovig te zijn opgevoed, toch mijn eigen geloofsgeschiedenis.

Mijn 'roots', mijn wortels, liggen in mijn eerste ervaringen en aanvaringen met religie in mijn jeugd en in het bijzonder hier in deze gemeenschap, waar ik ben gedoopt en waar mijn geloof later duidelijker vorm heeft gekregen. Hier ben ik zeg maar in religieus opzicht grootgegroeid en heb ik geleerd respectvol om te gaan met geloofsopvattingen van anderen.

Oecumene is door mijn ervaringen in deze gemeenschap eigenlijk een vanzelfsprekend gegeven. Er zijn verschillende gaven, maar de Geest is een en dezelfde, zegt Paulus in de Korintenlezing van vandaag. Dat ervaar ik hier in het samen voorbereiden van vieringen, in het discussiëren over de lezingen, waarin het soms heftig aan toe kan gaan, maar waar uiteindelijk respect is voor de geloofsovertuiging en geloofsopvatting van iedereen.
Daar gaat het wat mij betreft om, als ik denk aan oecumene: respect voor de uniciteit, voor de eigenheid van de geloofsopvatting van elk individu, en ruimte voor vernieuwing en groei van binnenuit, vanaf de basis, zonder enige van bovenaf opgelegde dwang. Oecumene kan denk ik enkel ontstaan vanuit een behoefte, een behoefte aan werkelijk samengaan van verschillende christelijke geloofsovertuigingen. Die behoefte bestaat denk ik, als ik goed om me heen kijk, niet overal. Veel christelijke stromingen zijn absoluut niet uit op vernieuwing en samengaan, zijn niet uit op opbreken en loslaten van geijkte structuren en houden alles liever bij het oude. Werkelijke oecumene, een wereldomvattende algemene christelijke kerk, is voor mijn gevoel nauwelijks te verwezenlijken, een toekomstdroom, een lange weg te gaan.

Laten wij als Duifgemeenschap op die lange weg de moed niet opgeven en open blijven staan voor elkaar en voor iedereen die mee wil dromen en mee wil bouwen aan één kerk, waar plaats en ruimte is voor iedereen van goede wil.

Amen.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Reiniers "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-04-02 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl