Alets bijdrage, viering 25 februari 2001
 
  Voorgangers: Alet Aalders en Yvonne van der Velden  
         
         
 

Lezingen

  • Sirach 27:1-10
  • Jacobus.3:1-5a,9-12
  • Lucas 6:39-45
         
         
 

Welkom en inleiding

Welkom, aan u die het slechte weer hebben getrotseerd.
Welkom, aan u die de vakantie en het carnaval nog even hebben uitgesteld.
Welkom aan allen hier aanwezig

Deze week was er op AT5 een programma over het maken van een carnavalskraker. In een goede Carnavalshit, zo werd gezegd, zit zo min mogelijk tekst. Het liefs maar 1 regel. En het moet zeker geen zaken bevatten waar mensen over na moeten denken want dat host niet lekker. Het gaat er eigenlijk meer om dat het ritme goed is voor een polonaise.

En uitgerekend dit weekeinde schrijft het leesrooster 3 lezingen voor die juist gaan over de inhoud van gesproken woord. Drie lezingen over wat de impact van woorden kan zijn. Ze kunnen je troosten, steunen en van advies dienen, maar ze kunnen ook kwetsen, verdriet bezorgen, veroordelen. Woorden kunnen onderdrukt worden door angst of omdat het je niet goed uitkomt.
Denk goed na voordat je iets zegt en denk ook aan de gevolgen die het bij een ander te weeg kan brengen, is het zware motto in deze lezingen van vandaag.

Laten we deze viering beginnen met een moment van stilte en bezinning.

 
       
 

Overweging

Een pond veren vliegt alleen als er een vogel in zit!
Zo krijgen woorden ook dan pas betekenis:
- als de daad bij het woord gevoegd wordt (het geen Jakobus bedoelde),
- als het gezegde gemeend word en niet alleen jou goed uit komt (zoals uit Jezus Sirach blijkt)
- en als het advies waarheid bezit, als ze uit gesproken wordt door iemand die weet wat ie zegt en vooral wat dat voor de ander kan betekenen. (Met andere woorden, de ware leraar uit het Lucas evangelie)

Maar hoe herken je deze mensen en wanneer heb je recht van spreken?

Jacobus richtte zijn brief aan de Joodse Christenen die nog verbonden waren met de synagoge en nog altijd vast hielden aan de Joodse wet. Maar, zegt Jakobus in zijn brief, de ware godsdienst bestaat niet uit woorden of wetten, maar uit zich in goede werken die de vrucht zijn van het geloof. Hij vaart daarom uit tegen misbruik van het woord. De Joden maakten toentertijd veel indruk met lange leerstellige redevoeringen en de Chistenen volgden maar al te gemakkelijk hun voorbeeld. 'Doe wel naar zijn woorden, maar kijk niet naar zijn daden.' luidt een oud spreekwoord, wat wil betekenen: het geen hij predikt kan men navolgen, ondanks het feit dat hij zich er zelf niet aan houdt.
Maar ging het er niet juist om, om te handelen in plaats van de ander te veroordelen in donderpreken? Kun je niet beter het goede voorbeeld geven dan er over te spreken?

Jezus Sirach gaat wel eerst af op dat spreken van de mens. Hij zegt: 'Aan de vruchten van de boom erkent men de boomgaard, en aan de woorden van de mens zijn gezindheid. Prijs daarom geen mens voordat hij gesproken heeft, want eerst daarvan kan men een mens beoordelen.'

Maar taal heeft vaak macht door overredingskracht, we zien het door de gehele geschiedenis heen. De kracht van Retorica bijvoorbeeld.
Retorica is een spreekvorm die bij de Grieken en Romeinen onder andere uitgroeide tot een kunst van het overtuigen van de ander door die ander te overtroeven met woorden in plaats van met de feiten. Een slechte spreker met goede ideeën moet het vaak afleggen tegen een goede spreker met slechte ideeën. De taal werd belangrijker dan de inhoud van woorden.
En sporen hiervan zijn altijd blijven bestaan en onderwezen: veelvuldig wordt het gebruikt in de politiek, waar veel woorden worden gebruikt maar vaak weinig wordt gezegt. Het speelt door in wetenschappelijke taal waarbij het percentage moeilijke woorden het wetenschappelijke gehalte bepaald. Je hoort het in de rechtspraak waar vormfouten boven de feiten gesteld zijn.
Maar ook in ons allerdaagse leven, waar we met veel woorden om de hete brei heen draaien, of de feiten verdraaien en alles mooier doen voorkomen dan het in werkelijkheid is, ook bij gedane beloftes die niet worden gevolgd door daden is er sprake van mooisprekerij en ook als we onze woorden berekenen in eigen voordeel misbruiken we het woord.

Blijkbaar kun je woorden twee betekenissen geven: Ten eerste een ceremoniële met prachtige maar loze woorden, woorden om de status mee op te krikken, de inhoudsloze woorden. 'Je kunt alles verkopen', zegt de koopman, 'als je het maar mooi inpakt'.
Maar toch zul je er van uit moeten gaan dat iemand het eens zal uitpakken en ziet dat het gebakken lucht is. Zo kunnen ook mensen teleurgesteld worden in de ander.
Ten tweede staat hiertegen over de wel gemeende, niet om de hete brei heen draaiende, woorden recht uit het hart, die een betekenis hebben zonder omhaal van woorden. Maar ook een welgemeend gebaar kan zijn, als woorden je te kort schieten.
Daar gaat het om in alle drie de perikopen. Om de boodschap over te brengen werden hiervoor diverse vergelijkingen gebruikt, met zaken die in die tijd gebruikelijk en dus helder en klaar waren. Omdat wij echter in een andere tijd leven komen ze nu eerder over als cryptogrammen, mooi sprekerijen, als: zeg nauw gewoon wat je bedoeld, maar zijn als zodanig niet geschreven. Wat er in de evangelielezing, volgens mij, word gezegd is: denk goed na voordat je iemand een advies geeft. Als je verkouden bent krijg je honderden adviezen en recepten maar vertrouw op een deskundige die zegt dat het gewoon in een paar dagen weer over gaat wat je er ook tegen slikt. Maar wie is deskundig?

Vertrouw op mensen die welgemeende woorden spreken en laat je niet in pakken door mooie woorden en beloftes. Als men de zeef schut zullen de loze woorden blijven liggen als het kaf, zij vormen geen oogst.

Goed advies, welgemeende woorden, een arm om iemands schouder, zij vallen door de zeef heen als het koren en ontkiemen in de aarde.
Uit iets goeds kan alleen maar iest goeds ontkiemen.

Amen.

       
 

Nodiging

Jezus was en is ons voorbeeld.
Toen Hij voor het laatst met zijn vrienden aan tafel zat, het brood brak en de beker liet rondgaan, vroeg Hij: Blijf dit doen, ter gedachtenis aan mij.

Wij eten dan van dit brood en drinken van deze wijn, om niet te vergeten dat wij in staat zijn de weg van gerechtigheid en vrede te bewandelen.

Hij heeft nooit iemand uitgesloten en dus is ook iedereen welkom aan zijn tafel.

Kom dan want alles staat gereed.

       
 

Zegenbede

Ik wens u allemaal een heel fijne zondag en een goede week.
De viering mogen we afsluiten met de zegen van onze God met de woorden van de Ierse zegen van St Patrick:

De Heer zij voor je
om je de goede weg te wijzen.
De Heer zij naast je,
om je in de armen te sluiten en je te beschermen.
De Heer zij achter je,
om je te bewaren voor de valsheid van boze mensen.
De Heer zij onder je
om je op te vangen, als je valt en je uit de valstrik te trekken.
De Heer zij in je
om je te troosten als je verdrietig bent.
De Heer zij om je heen,
om je te verdedigen, als anderen je overvallen.
De Heer zij boven je,
om je te zegenen.
Zo zegene ons de algoede God,
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,

Amen.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-02-26 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl