Cees' bijdrage, viering 11 maart 2001
 
  Voorgangers: Cees Blaauw en Marc Jorritsma  
         
         
 

Lezingen

  • Genesis 15; 5-18
  • Filipenzen 3;17- 4;1
  • Lucas 9; 28-34
         
         
 

Overweging

Het thema van vandaag is: 'Doorgeven'.
Dit is voor ons geen onbekende uitdrukking, want reeds als kind krijgen wij hiermee te maken. Als er meerdere kinderen in een gezin zijn, dan wordt er vaak iets voor een bepaald kind aangeschaft met de gedachte in het achterhoofddat het ook gebruikt kan worden door de zusjes en/of broertjes. Bijvoorbeeld kleding, maar ook speelgoed. Het wordt als het ware doorgegeven aan de anderen.
Op school gaat het eigenlijk niet anders. De kennis van de juffrouw of meester wordt doorgegeven aan de leerlingen.

Maar het gaat verder, iets doorgeven blijft niet alleen beperkt tot het gezin of op school, maar gaat ook op in het maatschappelijk verkeer.
Dit kan een gevaar inhouden. Opvattingen over hoe om te gaan met de medemens, gekleurd of anders van aard, kunnen ook worden doorgegeven. Het vermeende idee dat de één meer is dan een ander en dus méér rechten heeft, dit alles kan en wordt óók doorgegeven. Je vraagt jezelf af: waarhaalt men dat recht vandaan?
De aarde die we met ons allen bewonen is toch van ons allemaal, in gelijke mate? Wij zijn maar tijdelijk op deze aarde en dienen haar dus zo goed mogelijk door te geven aan de volgende generaties.

Wat zeggen de lezingen van vandaag hierover? Laten we de eerste lezing nemen. We zien hier Abraham die wij heden ten dage een veeboer zouden noemen. Niet met een grote boerderij met veel koeien, schapen en varkens, maar een rondtrekkende nomade op zoek naar goede grasgronden voor zijn kudde, hoofdzakelijk bestaand uit schapen en kamelen. Geen grootlandbezitter, maar een zwerver zonder land.
Abraham begon al op leeftijd te komen en had geen kinderen. Hij kon dus niets doorgeven. Dan krijgt hij bezoek van een afgezant van de allerhoogste die tegen hem zegt: kijk naar desterren aan de hemel en tel die sterren. Zo talrijk als de sterren aan de hemel zijn, zo talrijk zal ook uw nageslacht zijn. Sterker nog, de zwerver die geen land bezit wordt een land beloofd dat overvloeit van melk en honing.
Maar ook wordt Abraham te verstaan gegeven dat de vervulling van die belofte nog lang zou duren. Desondanks gaf Abraham die belofte van de Eeuwige door aan zijn nazaten en ook die gaven de belofte door. Zo bleef de hoop levend op een beter bestaan in dat steeds talrijker wordend volk.
God heeft een belofte aan Abraham gedaan en heeft zich aan die belofte gebonden door een verbond met Abraham en zijn nakomelingen te sluiten.

De evangelielezing is een ander verhaal. Hierin wordt Jezus, de man uit Nazareth, opgevoerd in zijn toekomstige heerlijkheid. Om ons een beeld te geven hoe dat is, wordt Hij afgeschilderd in sneeuwwitte kleren en met een stralend gezicht. Ten overvloede worden Mozes en Elias er bijgehaald. Mozes, de man van de Wet en Elias, de grootste onder de profeten. En Jezus spreekt met hen als gelijke. Maar Jezus is meer dan hun gelijke, hij is de vervolmaker van de Wet. En niet Elias is de grootste profeet, maar Jezus is de grootste. En om dit beeld te onderstrepen klinkt er een stem uit de wolken die zegt: Deze is mijn welbeminde Zoon, luister naar Hem.

Is er hier ook sprake van doorgeven? Ik denk het wel.
Was Mozes de grondlegger van de Wet, Jezus is de vervolmaker van de Wet. Hij hield ons voor dat niet de letter van de Wet moest worden nageleefd, maar dat de geest van de Wet veel belangrijker is.
Was Elias de grootste onder de profeten die de komst van de Messias, de Verlosser aankondigde, Jezus is die Messias.
Alles wat de man van Nazareth heeft gezegd en gedaan, is opgeschreven in het evangelie, opdat dit doorgegeven kon worden aan komende generaties tot nu toe en ook voor de na ons komende generaties.

Het komt er dus op neer, dat als wij de woorden en daden van Jezus ter harte nemen, wij gehoor geven aan die stem uit de wolk die zegt: Dit is mijn welbeminde Zoon, luister naar Hem.
Dan zullen we niet meer neerzien op mensen die anders gekleurd zijn of anders geaard zijn, dan accepteren wij onze medemens zoals hij of zij is. Dan zullen we de aarde niet beheren alsof deze alleen voor onze generatie is, maar zullen wij zorgen dat wij deze aarde zo goed mogelijk doorgeven aan de volgende generatie, zodat zij blijft overvloeien van melk en honing, genoeg voor iedereen.

Wij leven nu in de veertigdagentijd. Vastentijd zei men vroeger, nu noemen wij dit een tijd van bezinning. Nu even niet denken aan al maar meer. Laat dat maar over aan de mensen die hun geld belegd hebben op de effectenbeurs. Die raken in paniek als hun aandeel dat oorspronkelijk 10 gulden kostte, nu geen 125 maar slechts 115 gulden opbrengt. Nee, laten wij ons bezinnenop dingen die werkelijk waarde hebben, zoals het woord van Jezus van Nazareth, en daarnaar leven, dat woord doorgeven en ook onze aarde bewoonbaar achterlaten aan de volgende generaties. Dan luisteren we naar de stem uit de wolk die zei: Dit is mijn welbeminde zoon...

Amen

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-03-11 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl