|
Welkom en inleiding
Hartelijk welkom namens de duifgemeenschap in deze dienst van schrift
en tafel.
De zomervakantie loopt ten einde, de afgelopen vakantiemaanden zijn we
doorgekomen met minder mensen in de kerk maar ook met minder mensen om
het werk te doen. Het ging niet allemaal van een leien dakje maar we hebben
het toch samen gered. Dat dat best wel eens spanningen heeft opgeleverd
merkte ik bij de voorbereiding van deze dienst. Ik sneed het thema aan
dat luid 'geen lieve vrede' en zei dat je niet altijd kunt zwijgen over
zaken die in jouw ogen niet goed gaan. Toen bleek opeens dat diverse mensen
aanwezig op die avond er behoefte aan hadden de afgelopen zomerperiode
eens te evalueren. Er is een behoefte om je ei kwijt te kunnen en dat
kon op die avond. Ik vond dat waardevol, we waren met elkaar in gesprek,
praten kan veel misverstanden wegnemen en kan onduidelijkheden aan het
licht brengen.
Ik hoop dat dat in grotere kring ook blijft gebeuren, kerken onderling,
wereldgodsdiensten samen, landen in oorlog, rivaliserende volksstammen,
waar gaat het nu eigenlijk over?
Hoor de roepende in de woestijn die vecht voor gerechtigheid, kijk niet
de andere kant op bij zinloos geweld en loop niet weg van je zelf, blijf
in gesprek met elkaar.
Daar gaat het vandaag over in deze dienst.
Straks na afloop van de dienst is daar alle ruimte voor, onder het genot
van een kopje koffie of thee en misschien onder een wandeling in het 't
Twiske dat voor vandaag op het programma staat.
Maar worden we nu eerst stil in ons zelf
|
|
|
Inleiding op de overweging
Dit stukje uit het evangelie vond ik terug in de vorm van een fabel, ik
wil het u niet onthouden. Het verduidelijkt en is daarnaast, vind ik, nog
leuk ook.
Het schaap
Er was eens een schaap waarvan de lammetjes door een wolf werden bedreigd.
'Help', riep het schaap, 'dat dreigen past mij niet, ik ben alleen maar
geweldloos weerbaar'. Toevallig kwam daar Jezus voorbij, en het schaap
schoot Hem aan: 'Jij die zelf het lam Gods genoemd wordt, zeg nu zelf,
ik heb me toch als lam gedragen, zonder verzet'.
'Meen je soms', antwoordde Jezus, 'dat ik de vrede ben komen brengen?
Neen, verdeeldheid heb Ik meegebracht, niet alleen tussen wolf en lam.
Neen, van nu af aan zullen vijf in één schaapskooi verdeeld
zijn en verscheurd'.
'Lieve help', zei het schaap, 'wat verandert alles toch voortdurend. Elders
in de bijbel word ik in uw naam immers geprezen voor het feit, dat ik
stom sta voor mijn scheerders, dat ik zwijg, terwijl ik naar de slachtbank
word geleid'.
'Dat', zei Jezus, 'staat élders geschreven en soms is dat ook waar,
maar vandaag niet.'
'Gelijk sprong het schaap op de wolf af die zijn lammetjes bedreigde.
Het trok z'n bovenlip vals op en dat ziende droop de wolf af met de staart
tussen de benen. Het schaap leek wel en leeuw.
'Wat moedig', zei een medeschaap, dat wat afwachtend had toegekeken. 'Kop
dicht', zei het leeuw-schaap, 'steek in het vervolg liever zélf
je poten uit je gebreide mouwen'.
(bron: Gooi en sticht , 'bijbelvaste' dieren fabels)
|
|
|
Overweging
Soms moet je handelend optreden en niet liefhebben met woorden en leuzen,
maar met daden die waarachtig zijn. Jos sprak daar vorige week ook al
over, en hij beloofde dat we het er deze week weer over zouden hebben.
Deze week gaat er alleen een stap aan vooraf, of liever gezegd wil ik
er een stapje bij doen. Niet alleen met daden kun je iets bereiken ook
met praten kun je verder komen. Soms is het goed om rond de tafel te gaan
zitten en zaken door te spreken, uit te praten of recht te zetten. Het
middel van communicatie is ook een groot goed.
Veel te vaak word deze stap echter overgeslagen, vliegen mensen elkaar
direct in de haren of na een lange tijd van opgekropte gevoelens, lopen
ze van problemen weg of gooien het bijltje er bij neer. En dat is soms
ook erg verleidelijk. Het is erg moeilijk om in een groep waarvan je zelf
deel uit maakt, bijvoorbeeld in familie of vriendenkring, op je werk en
ook hier in De Duif, een andere afwijkende mening te hebben, of je grieven
op tafel te leggen. We zijn bang voor het verstoren van de relatie en
houden onze mond om de 'lieve vrede' te bewaren.
Soms kun je niet 'de lieve vrede' bewaren en zul je je stilzwijgen moeten
doorbreken. Soms moet je al je moed bijeen rapen om tegen de stroom in
te durven gaan, dan kun je niet als een mak lam door blijven lopen ook
al is ons dát vaak geleerd. We horen vaak woorden in de strekking
van: het is niet anders, leg je er bij neer, je kunt er niets aan veranderen,
maar ook een woord als vergeving heeft dat soms in zich. In de fabel zegt
het schaap; ik heb geleerd me als een lam te gedragen. Hoe groot is dan
de verwarring als een vredebrenger als Jezus zegt dat dat soms wel zo
is, maar niet altijd.
Maar ja, wanneer wel en wanneer niet?
Waarom wel actie in de tempel tegen de geldwisselaars,
en niet als Jezus door de Romeinse soldaten gevangen wordt genomen?
Keer je de andere wang toe of grijp je in?
Jeremia zegt een aantal hoofdstukken eerder dan de perikoop die wij lazen:
Soms denk ik: Ik wil er niets meer van weten, ik spreek niet meer in Zijn
naam. Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente.
Ik doe alle moeite het in bedwang te houden, maar het lukt me niet (jer.20:7-9).
Deze tekst drukt uit wat de meeste profeten waarschijnlijk hebben gevoeld
en wat velen van ons ook kennen: een gedrevenheid, niet anders kunnen
dan spreken, en tegelijkertijd zeer goed weten dat je je daarmee tegenstand
en allerlei moeilijkheden op de hals haalt.
Jeremia stelde iets voor wat ondenkbaar lijkt, hij wilde dat de stad
zich overgaf aan de vijand. Ieders eerste reactie zal dan waarschijnlijk
zijn; die man is gek, die moet je opsluiten. Dat doen ze dan ook. In zijn
tijd waren er ook mensen die precies het tegenovergestelde beweerden van
wat Jeremia zei. Doorvechten en de stad proberen te behouden klinkt veel
logischer maar is dat soms niet.
Jeremia's boodschap zal bij uitvoering vele mensenlevens redden en op
langere termijn beter zijn, hoewel de stad een tijdlang in vreemde handen
viel.
In oude verhalen werd vaak de brenger van slecht nieuws een kopje kleiner
gemaakt. Nog steeds is het de minst gewilde rol om te vervullen. Als je
mensen wijst op hun gedrag ben jij vaak zelf de gebeten hond: was er dan
niet over begonnen, waar bemoei je je mee, je houdt je mond hoor en meer
woorden van die strekking krijg je te horen.
Wie durft het aan?
Wie voelt het vuur in zich branden?
"I have a dream", zei Martin Luther King,
een droom die enkel kon gaan leven doordat hij hem deelde met anderen.
Dat gevecht, dat opkomen voor recht en gerechtigheid tegen alle onrecht
in, tegen alle zinloosheid ook, dat gevecht is Jezus aangegaan. Wie Hem
daarin volgt, mag ervan verzekerd zijn, dat hij of zij een teken van tegenspraak
zal worden; of met schouderophalen genegeerd word, beticht worden van
jeremiëren en als uitslover afgedaan. Zie de vechtende wereldverbeteraars.
Maar wie door Gods vuur is aangestoken, in vuur en vlam staat, kan niet
als een toeschouwer aan de kant blijven staan om te zien hoe anderen vechten
voor gerechtigheid. We moeten dingen zo nodig bij de naam durven noemen
en niet om alles de lieve vrede - die vrede die Jezus vast niet bedoeld
heeft - te handhaven.
Soms zul je daarbij tegenstanders tegenover je vinden in de eigen, vertrouwde
kring of medestanders krijgen uit een onverwachte hoek, zoals Jeremia,
die de haat en de spot van collega's en volksgenoten over zich heen kreeg,
en geholpen werd door een vreemdeling.
Echte vrede begint in je hart, en ontstaat als mensen met elkaar in gesprek
zijn.
Hoor wat de ander te zeggen heeft en vergeet ook zelf niet te spreken.
Ga dan gezellig rond het kampvuur zitten en houdt het vuur brandend.
Amen.
|
|