Alets bijdrage, viering 28 oktober 2001  
  Voorganger: Alet Aalders, lector: Cees Blaauw  
         
         
 

Lezingen

  • Sirach 35:12-18
  • 1 Petr. 5:5b-7
  • Luc. 18:9-14
         
         
 

Welkom en inleiding

Namens de Duifgemeenschap heet ik u allen van harte welkom in deze viering van schrift en tafel.

Hier wordt een boek opengelegd en klinken goede woorden
Van God die van de mensen houdt en die naar ons wil horen.
Dat zongen we net en hierover gaat het vanmorgen: over de communicatie, over bidden tot God. Ik ben bij de voorbereiding van deze dienst, bij het maken van mijn overweging, uit gegaan van een drietal vragen hierover.
1. Wat is bidden
2. Waarom bidden mensen
3. Hoe krijg je antwoord
De drie lezingen zeggen hierover veel, spreken eigenlijk al voor zichzelf.
In de 1e lezing worden wij voorbereid op de bekende parabel over de farizeeër en de tollenaar in de tempel, waar zij ieder op een eigen manier bidden. Jezus Sirach legt in die 1e lezing uit dat bij God geen aanzien des persoons bestaat, en dat God luistert naar het gebed van degene die werkelijk een beroep op onze schepper doet.
Leg al uw zorgen bij Hem neer, want Hij heeft hart voor u, lezen wij vandaag.

Laten wij aan het begin van deze viering in stilte bidden.

Almachtige God,
U bekommert zich om alle mensen
Ook de eenzame en de arme kunnen altijd bij U terecht
De vreemdeling en de zondaar vergeet U niet
U laat zich er niet van weerhouden onze God te zijn.
Doe ons hier dit uur uw menslievendheid ervaren
Uw bemoediging ondervinden.
Open ons hart voor Jezus, Uw woord van trouw,
Uw toegestoken hand, voor altijd en eeuwig.

Amen

 
       
 

Overweging

1. Bidden is praten met God
De parabel die we net hebben gelezen uit het Lucas evangelie gaat over twee manieren van bidden.
Twee mensen gaan naar de tempel om te bidden en doen dat duidelijk op een verschillende manier en om verschillende redenen.
De farizeeër is God dankbaar voor wie hij geworden is. Hij doet werkelijk zijn best trouw te zijn aan de Thora. Hij doet zelfs meer dan strikt vereist was: hij vast twee maal per week en geeft tienden van al zijn inkomsten weg. Het probleem is dat hij zijn wetgetrouwheid beschouwt als een prestatie, en dat hij meent daarvoor rechten te kunnen doen gelden bij God. Hij komt nu de rente innen. Maar zo staat er in de eerste lezing: "Probeer Hem niet om te kopen want Hij aanvaart het niet",. De farizeeër maakt dan ook geen schijn van kans. Gods liefde kun je niet kopen of verdienen, je kunt ze alleen dankbaar ontvangen. Eigenlijk blijkt uit zijn gebed dat de farizeeër God helemaal niet nodig heeft, hij wil alleen erkenning voor zijn goede daden en meet die ook nog eens af aan een ander. Het zal geen verrassing zijn dat God zo'n gebed niet zal beantwoorden. Tenminste niet op een manier die de farizeeër verwacht. En in zijn roes van goedheidswaan zal hij het ook niet horen.
"God, genade voor een arme zondaar!", bidt de tollenaar. Dat is een heel ander soort gebed. Jezus Sirach schrijft in de eerste lezing: "God is niet partijdig ten nadele van de arme en Hij luistert naar het gebed van de ontrechte". Het gebed van de tollenaar is het gebed van een arme, althans in geestelijke zin. Dit gebed, deze vraag schreeuwt om een antwoord en zal ook beantwoord worden.

Bidden is communiceren met God, in gevoelens, gedachten door ervaring en in woorden. In welke vorm dit gebeurt, in een verhaal, een uitroep, een gebed, en waar je het uitspreekt, in een kerk of op straat, is niet van belang. Je communiceert met God op je eigen manier en naar het vermogen dat hij ons geschonken heeft.

2. Om vele redenen
"Leg al uw zorgen bij Hem neer, want Hij heeft hart voor u", schreef de auteur van 1 Petrus.
En er wordt wat afgebeden. In angst of uit woede, in nood of uit vrees, bij ziekte en ook, maar minder vaak, uit dankbaarheid. We bidden voor anderen en ook voor onszelf. We leggen onze gevoelens, onze gedachten, onze ervaringen in woorden, in was, in woede, in tranen aan God voor. Daar waar oprechtheid en eerlijkheid is, luistert God naar de mensen. Om vele redenen doen we een beroep op onze schepper. Maar met welk doel?
Is het een uiting van onze machteloosheid, willen we een bevestiging of communiceren we met God om werkelijk antwoord te krijgen. En hoe verwachten we antwoord te krijgen? Verwacht ik eigenlijk wel dat m'n gebed zal worden verhoord?
Vaak hoor je: 'wat heeft het voor zin om te bidden', 'waarom zou ik een kaarsje aansteken, wat schiet ik daarmee op, wat schiet de wereld daarmee op'. Als bidden communiceren met God is, mag je verwachten dat er een antwoord komt.

3. je krijgt antwoord maar hoor je hem ook
Ik ben vorige week begonnen met het lezen van het boek "Een ongewoon gesprek met God", van Neale Donald Walsch. De auteur beschrijft in dit boek de goede gesprekken die hij rechtstreeks met God gehad heeft. Ik geloof dat niet, maar het boek geeft wel veel stof tot nadenken en heeft rake opmerkingen.
Bijvoorbeeld zijn eerste vraag is: 'hoe spreekt God en tot wie? Het antwoord hierop van god is: Ik spreek tot iedereen. Het is niet zozeer de vraag met wie ik spreek, maar wie er naar mij luistert."(p14). En dat geloof ik wel. Een paar bladzijden later stelt hij de vraag: "Waarom lijken sommige mensen, Christus bijvoorbeeld, beter met u te kunnen communiceren dan andere?" Het antwoord luidt: "Omdat sommige mensen bereid zijn werkelijk te luisteren. Zij zijn bereid te horen, zij zijn bereid zich open te blijven stellen voor communicatie, zelfs wanneer het beangstigend, gek of zelfs gewoonweg verkeerd lijkt." (p18)
De farizeeër die stond te pochen over zijn eigen goedheid verwachtte geen antwoord van God. Hij bid zoals de huichelaars, zoals bij Mattheüs (6:5) staat geschreven, die graag in de synagogen en op de hoeken van de pleinen staan te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Daaruit scheppen zij voldoening.
God luistert naar het gebed van de ontrechte en slaat acht op de smeekbede van de wees en op het lange verhaal dat de weduwe doet. Hij luistert naar de bede van de tollenaar. Hij hoort onze gebeden. Of wij Zijn antwoord horen hangt af van hoe open wij ons hiervoor stellen. We zongen tussen de lezingen: Hij wiens kracht in onze zwakheid woont beschaamt de ogen van de sterken.
In onze zwakke momenten zoeken we vaak het contact met onze schepper en vragen oprecht antwoord. Als we dan in staat zijn onze eigen waarheden los te laten, onze eigen al ingevulde antwoorden overboord te gooien, en openstaan voor dat antwoord zal het er ook zijn. Niet in woorden waarschijnlijk maar in gevoelens, gedachten en ervaringen, rechtstreeks of ons door anderen gebracht. Leg al uw zorgen bij Hem neer, want Hij heeft hart voor u.

Amen

       
 

Nodiging

Heer, onze God,
U kent onze namen en niet een van ons
Is in Uw ogen een mindere of een meerdere
Wij bidden U om de Geest van Uw Zoon
In wie U ons hoop gaf, brood voor onderweg.

Wij bidden U, God
Laat deze maaltijd ons helpen
Om voor elkaar te zijn
Wat Jezus is geweest voor ons allemaal
Hij leerde ons niet altijd aan onszelf te deken
Om elkaar niet te laten staan met lege handen.
Omwille van Hem delen wij dit brood en deze wijn met elkaar
Kom dan want alles staat klaar.

       
 

Zegenbede

Kom, Geest van God
Geef toekomst aan hen die honger hebben
En honger naar gerechtigheid aan hen die in overdaad leven.
Maak ons oprecht bezorgd om elkaars geluk.
Kom, Geest van God, Trooster en helper,
Wees een licht voor hen die in duisternis gaan,
wijs een uitweg voor de mensen die verdwaalden.
Schep nieuwe vormen van verbondenheid tussen ons.
Doop ons met vuur,
Vervul ons met nieuwe geestdrift,
Zet in beweging wat is vastgelopen,
Verwarm wat is verkild,
Genees wat is gekwetst.
Zegen ons, voor wij gaan, met Uw kracht,
Opdat wij leven in liefde en vrede, in goedheid en trouw.
Geest van God,
Voltooi in ons wat nog onvolkomen is

Amen.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-11-03 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl