Maruja's bijdragen , viering 2 december 2001


 
 


Voorganger: Maruja Bredie, lector: Reinier Zeijlmans

 
  Thema: 1e advent - Verwachting
 
     
         
         
 

Lezingen

  • Romeinen, 13; 11-14
  • Mattheus, 24; 37-44
         
 

Overweging

Het is vandaag de eerste zondag van de advent, de eerste zondag van de vier weken vóór Kerstmis. De periode die dient en geldt en voor ons belangrijk is als voorbereiding op dat grote feest op 25 december.
En vol verwachting klopt ons hart. Ja het is toch elke keer weer spannend hoe we met elkaar en ook ieder voor zich naar deze bijzondere gebeurtenis toeleven. Hoe we ons voorbereiden op het feest van het licht, de herdenking van die bijzondere gebeurtenis, het memoriam van Gods goede bedoelingen met ons mensen hier op aarde. We zingen als dauw uit de hemel, als regen uit zware wolken, keer nog uw aangezicht tot hier. Ja vol verwachting klopt ons hart zo is het toch of niet ?

Maar hoe doe je dat eigenlijk verwachten of kun je eigenlijk wel verwachten of misschien moet ik zeggen is er wel iets te verwachten. Hoe ga je hiermee om in deze donkere dagen waarin het buiten koud, nat en donker is, waar het zeker niet voor iedereen mogelijk is om binnen het licht te laten schijnen en misschien met de gezelligheid van kaarsjes en een goed boek of een fijn gesprek dat gevoel van verwachting voeding te geven.
Het is voor velen juist de tijd van somberheid en van eenzaamheid, de tijd van de moeilijke herinneringen, een tijd die soms maar snel voorbij moet gaan. En als je dan je gedachten erover laat gaan, ja wat kun je dan verwachten, waar moet je je hoop of mijn inspiratie dan op richten.
De kranten en het nieuws berichten elke dag opnieuw van de strijd die mensen leveren; een strijd vaak gelardeerd of uit hoofde van religieuze motieven alsof de onnoembare persoonlijk met die of degene een afspraak heeft gemaakt dat hij of zij de beste, de betere, degene is met het recht aan zijn kant. Het is triest op te merken dat er nog steeds mensen zijn overtuigd van het feit hun geloof hen de stok geeft om anderen te slaan of het motief om anderen te vernietigen. Moeten we verwachten dat de mens wijzer wordt of dat aan oorlog en geweld een einde komt ? Is dat misschien niet een beetje veel gevraagd. Is dat waar ik me nu mee bezig moet houden en hoe doe ik dat dan ? Hoe zorg je ervoor dat er ruimte is voor goed nieuws, voor inspiratie, voor blijheid voor licht ?

Paulus zegt in zijn brief aan de Romeinen: u weet dat het uur is aangebroken om uit de slaap te ontwaken. Hij herinnert ons aan de woorden die Jezus tot zijn leerlingen zei: Waakt, wees bereid tot en ernstig in hetgeen goed is en leef in voortdurende verwachting van de wederkomst van uw Heer. Want, zegt Paulus: de nacht loopt teneinde, de dag breekt aan. Juist nu alles om ons heen donker en somber is, juist nu we denken dat aan sommige dingen nooit een einde komt of voorbij gaan ja juist in deze tijd moeten we ontwaken want het tijd om op te staan. Want tijd is een werkzame tijd en er is werk aan de winkel we hebben veel te doen. En ook al voelt het als een gevaarlijke tijd, en voelen, we ons omringd door vijanden en valstrikken, we hebben genoeg geslapen want onze redding is dichterbij dan ooit.
Paulus, die spreekt tot de christenen uit zijn tijd wijst hun erop dat ze zich zorgvuldig en goed moeten gedragen, hun godsdienst zou in zijn schoonheid anderen moeten aanbevelen. Het is goed die woorden vandaag nog eens te herhalen want schoonheid zit er in vele godsdiensten het zijn de motieven en het gedrag van degenen die een godsdienst belijden waar strijd en onenigheid ontstaat. Bekleed u met de Heer Jezus Christus, de nacht is voorbij we moeten ons aankleden, het licht neemt toe en we moeten ons druk maken hoe we ons zullen kleden Paulus bedoelt hoe we onze zielen kleden, hoe we ons gedragen en voelen en wat we uitstralen. En als we dan aangekleed zijn dan moeten we gaan wandelen.
Paulus richtte zich tot de gemeenschap met hele praktische adviezen en aanwijzingen juist voor de dagelijkse gang van zaken. Wanneer we proberen zijn worden naar de dag van vandaag te vertalen dan zien we dat we zijn adviezen ook nu nog ter harte kunnen nemen. Het is juist nu de tijd, terwijl duisternis, sombere gedachten en het alleen zijn ons dreigen te overspoelen en overal om ons heen is. Nu is het de tijd om ons te richten op dat wat komen gaat. Wanneer we ons daar niet op richten, ons niet open stellen, wanneer we ons geest niet soepel laten zijn, dan herkennen we niet wat goed is, dan worden we niet wakker geschud voor de mooie en de fijne dingen, dan zijn er geen lichtpuntjes te ontdekken.
Mattheus zegt in de verzen van vandaag dat niet iedereen mee gaat, dat niet iedereen mee kan of mee wil gaan. De wereld om ons heen laat dat ook zien, het overal en altijd met elkaar eens zijn is vooralsnog niet haalbaar.

Dan zijn we er nog niet uit hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen, hoe we ons verwachten en ons open stellen kunnen doen. Ik wil u een klein verhaaltje voorlezen van Jan-Willem van de Wetering omdat ik denk dat hij ons misschien kan helpen.
Je bent 8 jaar. Het is zondagavond en je mag een uurtje langer opblijven. Het gezin speelt monopoly. Ze hebben je verteld dat je groot genoeg bent om mee te doen. Je verliest. Je verliest voortdurend, je krijgt pijn in je buik van angst. Bijna al je bezittingen ben je kwijt. De stapel geld vóór je is haast op. Je broers grissen alle huizen van je straten. De laatste straat wordt verkocht. Je moet je gewonnen geven. Je hebt verloren. En plotseling weet je dat het maar een spel is. Je springt op van blijdschap en stoot de lamp om die op de grond valt en de theepot meesleurt. De anderen zijn boos op je maar jij lacht als je naar boven gaat.
Ik vond dit verhaaltje een mooie illustratie van dat wat ons vandaag met de woorden uit de bijbel verteld is: wees wakker, wees flexibel laat je niet uit het veld slaan door alles wat erop je pad komt of wat je overkomt. Zorg dat er ruimte is voor het licht, voor de dingen die belangrijk zijn en geniet daar ook van. En natuurlijk is dat niet zo makkelijk als dat klinkt, het is niet iets wat je aanwaait of wat je altijd vanzelfsprekend tegenkomt, je moet er vaak moeite voor doen, vaak meer dan je lief is. Maar Jezus heeft ons de weg gewezen en wij kunnen zijn paden bewandelen; ja zegt Jesaja: laten we wandelen in het licht van de eeuwige. Zijn woorden, zijn leven is inspiratie voor ons allen.
Ik wens ons allen toe dat deze inspiratie ons bereikt en dat we in staat zijn ons open te stellen voor dat waar het om gaat en dat we daarbij niet alleen aan onszelf denken maar ook aan de mensen om ons heen. Vol verwachting klopt ons hart, ja ik wens het ons allen toe.

En zo zij het.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Maruja's "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-04-01 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl