|
Overweging
Het is vandaag de eerste zondag van de advent, de eerste zondag van de
vier weken vóór Kerstmis. De periode die dient en geldt
en voor ons belangrijk is als voorbereiding op dat grote feest op 25 december.
En vol verwachting klopt ons hart. Ja het is toch elke keer weer spannend
hoe we met elkaar en ook ieder voor zich naar deze bijzondere gebeurtenis
toeleven. Hoe we ons voorbereiden op het feest van het licht, de herdenking
van die bijzondere gebeurtenis, het memoriam van Gods goede bedoelingen
met ons mensen hier op aarde. We zingen als dauw uit de hemel, als regen
uit zware wolken, keer nog uw aangezicht tot hier. Ja vol verwachting
klopt ons hart zo is het toch of niet ?
Maar hoe doe je dat eigenlijk verwachten of kun je eigenlijk wel verwachten
of misschien moet ik zeggen is er wel iets te verwachten. Hoe ga je hiermee
om in deze donkere dagen waarin het buiten koud, nat en donker is, waar
het zeker niet voor iedereen mogelijk is om binnen het licht te laten
schijnen en misschien met de gezelligheid van kaarsjes en een goed boek
of een fijn gesprek dat gevoel van verwachting voeding te geven.
Het is voor velen juist de tijd van somberheid en van eenzaamheid, de
tijd van de moeilijke herinneringen, een tijd die soms maar snel voorbij
moet gaan. En als je dan je gedachten erover laat gaan, ja wat kun je
dan verwachten, waar moet je je hoop of mijn inspiratie dan op richten.
De kranten en het nieuws berichten elke dag opnieuw van de strijd die
mensen leveren; een strijd vaak gelardeerd of uit hoofde van religieuze
motieven alsof de onnoembare persoonlijk met die of degene een afspraak
heeft gemaakt dat hij of zij de beste, de betere, degene is met het recht
aan zijn kant. Het is triest op te merken dat er nog steeds mensen zijn
overtuigd van het feit hun geloof hen de stok geeft om anderen te slaan
of het motief om anderen te vernietigen. Moeten we verwachten dat de mens
wijzer wordt of dat aan oorlog en geweld een einde komt ? Is dat misschien
niet een beetje veel gevraagd. Is dat waar ik me nu mee bezig moet houden
en hoe doe ik dat dan ? Hoe zorg je ervoor dat er ruimte is voor goed
nieuws, voor inspiratie, voor blijheid voor licht ?
Paulus zegt in zijn brief aan de Romeinen: u weet dat het uur is aangebroken
om uit de slaap te ontwaken. Hij herinnert ons aan de woorden die Jezus
tot zijn leerlingen zei: Waakt, wees bereid tot en ernstig in hetgeen
goed is en leef in voortdurende verwachting van de wederkomst van uw Heer.
Want, zegt Paulus: de nacht loopt teneinde, de dag breekt aan. Juist nu
alles om ons heen donker en somber is, juist nu we denken dat aan sommige
dingen nooit een einde komt of voorbij gaan ja juist in deze tijd moeten
we ontwaken want het tijd om op te staan. Want tijd is een werkzame tijd
en er is werk aan de winkel we hebben veel te doen. En ook al voelt het
als een gevaarlijke tijd, en voelen, we ons omringd door vijanden en valstrikken,
we hebben genoeg geslapen want onze redding is dichterbij dan ooit.
Paulus, die spreekt tot de christenen uit zijn tijd wijst hun erop dat
ze zich zorgvuldig en goed moeten gedragen, hun godsdienst zou in zijn
schoonheid anderen moeten aanbevelen. Het is goed die woorden vandaag
nog eens te herhalen want schoonheid zit er in vele godsdiensten het zijn
de motieven en het gedrag van degenen die een godsdienst belijden waar
strijd en onenigheid ontstaat. Bekleed u met de Heer Jezus Christus, de
nacht is voorbij we moeten ons aankleden, het licht neemt toe en we moeten
ons druk maken hoe we ons zullen kleden Paulus bedoelt hoe we onze zielen
kleden, hoe we ons gedragen en voelen en wat we uitstralen. En als we
dan aangekleed zijn dan moeten we gaan wandelen.
Paulus richtte zich tot de gemeenschap met hele praktische adviezen en
aanwijzingen juist voor de dagelijkse gang van zaken. Wanneer we proberen
zijn worden naar de dag van vandaag te vertalen dan zien we dat we zijn
adviezen ook nu nog ter harte kunnen nemen. Het is juist nu de tijd, terwijl
duisternis, sombere gedachten en het alleen zijn ons dreigen te overspoelen
en overal om ons heen is. Nu is het de tijd om ons te richten op dat wat
komen gaat. Wanneer we ons daar niet op richten, ons niet open stellen,
wanneer we ons geest niet soepel laten zijn, dan herkennen we niet wat
goed is, dan worden we niet wakker geschud voor de mooie en de fijne dingen,
dan zijn er geen lichtpuntjes te ontdekken.
Mattheus zegt in de verzen van vandaag dat niet iedereen mee gaat, dat
niet iedereen mee kan of mee wil gaan. De wereld om ons heen laat dat
ook zien, het overal en altijd met elkaar eens zijn is vooralsnog niet
haalbaar.
Dan zijn we er nog niet uit hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen, hoe
we ons verwachten en ons open stellen kunnen doen. Ik wil u een klein
verhaaltje voorlezen van Jan-Willem van de Wetering omdat ik denk dat
hij ons misschien kan helpen.
Je bent 8 jaar. Het is zondagavond en je mag een uurtje langer opblijven.
Het gezin speelt monopoly. Ze hebben je verteld dat je groot genoeg bent
om mee te doen. Je verliest. Je verliest voortdurend, je krijgt pijn in
je buik van angst. Bijna al je bezittingen ben je kwijt. De stapel geld
vóór je is haast op. Je broers grissen alle huizen van je
straten. De laatste straat wordt verkocht. Je moet je gewonnen geven.
Je hebt verloren. En plotseling weet je dat het maar een spel is. Je springt
op van blijdschap en stoot de lamp om die op de grond valt en de theepot
meesleurt. De anderen zijn boos op je maar jij lacht als je naar boven
gaat.
Ik vond dit verhaaltje een mooie illustratie van dat wat ons vandaag met
de woorden uit de bijbel verteld is: wees wakker, wees flexibel laat je
niet uit het veld slaan door alles wat erop je pad komt of wat je overkomt.
Zorg dat er ruimte is voor het licht, voor de dingen die belangrijk zijn
en geniet daar ook van. En natuurlijk is dat niet zo makkelijk als dat
klinkt, het is niet iets wat je aanwaait of wat je altijd vanzelfsprekend
tegenkomt, je moet er vaak moeite voor doen, vaak meer dan je lief is.
Maar Jezus heeft ons de weg gewezen en wij kunnen zijn paden bewandelen;
ja zegt Jesaja: laten we wandelen in het licht van de eeuwige. Zijn woorden,
zijn leven is inspiratie voor ons allen.
Ik wens ons allen toe dat deze inspiratie ons bereikt en dat we in staat
zijn ons open te stellen voor dat waar het om gaat en dat we daarbij niet
alleen aan onszelf denken maar ook aan de mensen om ons heen. Vol verwachting
klopt ons hart, ja ik wens het ons allen toe.
En zo zij het.
|