Maruja's bijdragen , viering 28 juli 2002


 
 

Voorganger: Maruja Bredie

 
 
 
         
 

Lezingen

  • 1 Kon. 3, 5-12
  • Rom 12, 1-2
  • Mt. 13, 44-52
         
 

Overweging

Toen ik afgelopen vrijdag uit nijn werk naar huis reed was er op de radio een discussie over de flitspalen die langs de verschillende wegen staan. In de kranten had die ochtend een heel artikel gestaan over een systeem dat bedacht was om die flitspalen extra te beveiligen tegen vandalisme. Op de radio kwamen de voor en tegenstanders van de flitspalen aan bod. Vooral in het noorden van Nederland en in zeeland schijnt het "gewoon" te zijn om met een tractor deze flitspalen om ver te halen. Een vracht-wagenchauffeur gaf als commentaar dat ze wat hem betreft 220 volt op de palen mochten zetten want dat de regels bedoeld waren om het veilig te maken op de wegen en dat hij geen goed woord overhad hoe het gedrag van de automobilisten de spuigaten uit liep.

Hoezeer je ook je twijfels kunt hebben over de oplossing die deze man aandraagt toch vond ik dat hij met de strekking van zijn verhaal gelijk had. Er is steeds minder ontzag voor regels, voor afspraken en hoe we met elkaar omgaan ook daar zijn voorbeelden van te over. Ik werd gisteren nog van mijn sokken gereden door een fietser op het trot-toir. Toen ik hem vriendelijk vroeg of hij voortaan op de weg wilde fietsen, kreeg ik een aantal woorden naar mijn hoofd geslingerd die ik u zal besparen.

Wijs elkaar vooral niet op storend of afwijkend gedrag want de confrontatie is op zijn minst vervelend en soms zelfs gevaarlijk. Maar betekent dat dan dat we elkaar niet meer aan mogen spreken, betekent dat dan dat we ons alleen maar druk moeten maken om ons eigen hachie of ons eigen bestaan? Betekent dat dat de basis waarop ons geloof is gebaseerd en die we zeggen zo belangrijk is en waar menige strijd om gevoerd is en nog gevoerd wordt, dat we die terzijde schuiven?

In de brief aan de Korintiers staat dat God als kundig bouwmeester het fundament heeft gelegd waarop een ander voortbouwt. Maar, staat er, laat ieder uitkijken hoe hij daarop voortbouwt. Het fundament van ons denken, ons handelen, ons omgaan met elkaar en met de wereld om ons heen, daarin komen de bedoelingen van God met ons mensen naar voren en tot uiting. En wat doen wij mensen dan als het om vijanden gaat of andersdenkenden of gewoon maar iets of iemand die in de weg staat. Juist die scheldt je uit in de meest grove taal die er bestaat, die ram je in elkaar met een hoop geweld. Je vijand die maak je kapot, die roei je uit. Dat doe je als je blijkbaar als je je laat beheersen door het schema van deze wereld. Maar is dat de bedoeling, is dat het achterliggende plan dat God met ons in gedachten had, is dat de uitkomst die hij voor ogen had?

In de brief aan de Romeinen lezen we: stem uw gedrag niet af op deze wereld. Word andere mensen, met een nieuwe gezindheid. En met deze nieuwe gezindheid wordt heel duidelijk iets anders bedoeld dan een gedaanteverwisseling; je kent iemand met lang haar en een bril en die staat ineens voor je neus met een kort koppie en lenzen: meid ben jij dat je lijkt wel een heel ander mens geworden. Nee wat hier bedoeld wordt daar-voor kun je het woord metamorfose of omvorming gebruiken. Wij zijn door God reeds lang geleden omgevormd en geschikt gemaakt om te leven als Zijn volk. Wij zijn in staat uit te maken wat God van ons wilt, wat goed is en welgevallig, zo staat er in de brief aan de Romeinen. Wij mensen, die zeggen voort te willen bouwen op het funda-ment dat ons is aangereikt, wij zullen in het dagelijks leven daar blijk van moeten ge-ven.
Ook Matteüs laat ons heel duidelijk weten, dat wij mensen zelf de consequenties van onze daden onder ogen moeten zien. Wat we zaaien, zullen we oogsten, wat je denkt, wat je zegt, wat je doet, hoe je je opstelt, alles komt terug Het kan soms lang duren en het is misschien niet direct herkenbaar, maar wat je doet of wat je niet doet je krijgt dat in een of andere vorm terug. Het koninkrijk der hemelen is, zegt Matteüs, een kostbare schat die we moeten koesteren en waar we zuinig op moeten zijn. Als we die woorden anders vertalen betekent dat, dat wij als mensen in staat zijn ons te verbin-den aan de positieve dingen, wij kunnen het goede eruit halen, wij kunnen en hoeven ons niet laten passen in het schema van deze wereld.

Rumi, een Libanees filosoof en dichter zegt dat in het openingsgebed met de volgende woorden: u brengt ons de essentie van liefde, wie met u in aanraking komt die wordt op slag een ander mens. Uw liefde verenigt alle tegenstellingen in de wereld.
Word niet gelijkvormig aan deze wereld zegt ons Paulus, wij passen als mensen die geloven in God en in de fundamenten die door hem zijn neergelegd niet in een schema van de wereld die zonder God leeft. Het is heel gemakkelijk je nergens druk over te maken: het valt allemaal wel mee. Het is ook heel verleidelijk de wereld na te doen en gewoon mee te lopen. Je kunt als een kameleon je steeds weer aanpassen aan de omgeving. Je doet gewoon met iedereen mee. Doe dat niet, zegt Paulus, wees geen kameleon. Leef niet met een schutkleur zodat je niet herkenbaar bent. Laat je omvor-men van binnen uit, vanuit het hart en kom daar voor uit. En natuurlijk lukt dit alle-maal niet op een zondagmiddagje. Verandering in gedrag, in mentaliteit in denken, dat kost moed, energie en uithoudingsvermogen. Je zou dit proces kunnen vergelijken met de omvorming van de gulden naar de euro. Wanneer je als doel hebt de munt in te voe-ren en je wilt dat in een bepaald tijdsbestek bereiken dan ga je niet met je armen over elkaar achterover geleund zitten maar dan ga je beleid maken en plannen ontwikkelen, Anders loopt het allemaal op niets uit.

Zo is dat ook met deze omvorming, we hebben Gods hulp en elkaar nodig om dat voor elkaar te krijgen. Laten we dan bij het begin beginnen, laten we ons open stellen voor Gods liefde, het is zijn liefde die ons verenigt en die ons zichtbaar maakt wat ons te doen staat. Laten we beginnen door onze gedachten, onze gedragingen af te stemmen op deze liefde, wij haten niet we hebben lief. Paulus geeft ons de volgende tip": doe niet als deze wereld waar de een de ander kapot maakt, maar geef je vijand te eten en te drinken. Nodig hem uit voor een maaltijd. Ga met hem praten, praat het uit. Je zou zeggen een kant en klaar advies het is een kwestie van simpel opvolgen. Ons leven past bij ons geloof, ons handelen is afgestemd op Gods wil en wij mensen zijn in staat om daar balans in te vinden. Liefde is een taal die iedereen verstaat; ieder mens verlangt en zoekt naar liefde. Het is daarom van groot belang dat wij de taal van de liefde leren spreken en voelen, de liefde van God die ons verenigt en die ons leert communiceren en bruggen te slaan. Het bewijs van die liefde is hoe wij in het leven staan en ligt ook in het gedrag dat we tonen naar elkaar en naar anderen toe. Daaraan werken, elke dag weer opnieuw, is invulling geven aan onze identiteit en is van belang voor hoe onze we-reld en die van anderen eruit ziet.
En zo zij het.


Maruja Bredie


       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2002 | Maruja's "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

FV 2002-04-03 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl