Bijdrage Alet, viering 4 augustus 2002  
 

Voorganger: Alet Aalders,

lector: Hortense Ghijs

 
  Thema: Delen wordt vermenigvuldigen  
         
         
 

Lezingen

Jes. 55; 1-3

Marc. 6; 30-44
         
         
 

Inleiding

Namens de duifgemeenschap heet ik u allen welkom in de dienst die wij samen mogen vieren.

Voordat we aan de dienst beginnen heb ik enkele mededelingen. Morgenavond is er een liturgievergadering die deze week gehouden wordt bij Gerard en Thea van Deijl in Badhoevedorp. Aanvang 8 uur. Deze dienst zal worden nabesproken en de dienst van 18 augustus zal worden voorbereid. Volgende week zal Marina Slot voorgaan. De collecte die na de geloofsbelijdenis zal worden gehouden is bestemd om de kosten te kunnen dekken die wij als gemeenschap maken om hier iedere week weer een dienst te kunnen houden.

 

Inleiding

 

Vandaag lezen we het bekende verhaal waarin Jezus op wonderbare wijze de honger van de mensen stilt en hen aanspoort: ‘Eet wat goed is!' In de eerste lezing biedt God zijn volk voedsel en drank aan bij monde van de profeet Jesaja. In beide teksten gaat het echter meer dan om gewoon voedsel: het gaat om het voedzame woord van God.

 

In de verhalen van vandaag gaat het dan ook niet in de eerste plaats om het voeden met brood, brood kun je niet oneindig delen. Het gaat om het voeden met het woord van God dat leven geeft: geest, vreugde en liefde wordt meer als men het deelt en uitdeelt.

 

Het gaat vandaag om het bemoedigen van mensen, om het kracht geven aan hen die zich zwak voelen. Het gaat om het delen van levenskracht en levensvreugde.

 

Laten wij nu stil worden in ons zelf


 
       
 

Overweging

Op een wereldtop in 1996 werd een belofte gedaan. In 2015 zou het aantal hongerigen in de wereld zijn gehalveerd tot zo'n 420 miljoen. Een dikke vijf jaar later blijkt daar niet veel van te komen. In juni van dit jaar trokken veel arme landen aan de bel. Meer dan 800 miljoen mensen hebben honger.

Slechte weersomstandigheden, droogte of juist veel regen en overstromingen, tekort aan materialen om het land te bewerken en een gebrekkige infrastructuur zijn onder andere oorzaak van de voedselcrisis. Hulp is hard nodig. Vele mensen wachten tot wij delen van onze overvloed. Voedselhulp nu, maar ook hulp met het oog op de toekomst. Voorlichting geven is een belangrijk hulpmiddel om de oogsten in de toekomst succesvoller te maken. Daarnaast moeten materialen en zaaigoed verstrekt worden om het land te kunnen bewerken en te kunnen inzaaien.

 

Dat is ook wat Jezus deed daar aan de oever van het meer. Hij gaf de mensen eten omdat zij honger hadden en gaf ze onderricht om hen te leren hoe te leven.

Geef een mens een vis en hij heeft 1 dag te eten, leer hem vissen en hij heeft altijd te eten.

 

In de geschiedenis zie je veel voorbeelden van uitdeling van voedsel.

De farao van Egypte hield scherp toezicht op de graanproducties van het land. In tijden van overvloed spaarden ze voor de droge tijden. Hij hield ook scherp in de gaten wat er aan het buitenland werd geleverd. U kent vast wel het verhaal van de broers van Jozef die in opdracht van Abraham bij de farao graan komen halen.

De Grieken bedachten een fonds waaruit men een lening kon krijgen: van de rente die daarvoor betaald moest worden kreeg iedere burger op een bepaalde dag van het jaar een pond brood. Dit wordt ‘een gift van vriendelijke gunst' genoemd. Daar komt het woord Eucharistie vandaan. (‘dosis eucharistikè').

De Romeinen gaven brood en spelen aan de bevolking. Een gratis uitdeling van graan, uit persoonlijke vrijgevigheid. Maar ook om macht te verkrijgen, een minder nobel trekje. In die zin is de uitdeling in naam van Jezus ook een politieke daad te noemen. Want het was toen alleen toegestaan brood te geven aan de bevolking in naam van de Keizer.

De armen in de middeleeuwen kregen van de kasteelheren - de broodheren - te eten en lange tijd heeft de kerk ook deze taak vervult. Het gebeurt trouwens nog.

Als je goed bent voor een ander, deelt van wat je hebt, zal die ander zich niet tegen je keren en keert de liefde vanzelf weer naar je terug en zal zo uitbreiden als een olievlek.

 

Het uitdelen van voedsel gebeurt ook bij de vreselijke voedsel tekorten die telkens weer ontstaan in de wereld. Maar naast natuurlijke oorzaken zijn er steeds vaker menselijke oorzaken waardoor honger ontstaat. Burgeroorlogen, ontheemden, bescherming van de eigen markt door de rijke landen en vluchtelingen. In sommige van de getroffen gebieden in Afrika is de voedselvoorraad verkocht naar het buitenland en nu zit de eigen bevolking zonder eten. Voor die regeringen geldt:

‘Wat geeft gij uw geld voor iets dat geen brood is?

Wat geeft gij uw arbeid voor iets dat niet voedt?'

Machthebbers hebben ontdekt dat je niet hoeft te geven om iemand afhankelijk van je te maken, ze hebben ontdekt dat onderdrukking het zelfde oplevert.

 

 

Vaak lijkt het er op, dat de problemen van mensen in deze wereld te groot zijn om op te lossen. Er bestaat gebrek aan voedsel, medische zorg, kleding en huisvesting. Maar Jezus leert zijn volgelingen dat delen en uitdelen het antwoord is op de nood. En als Jezus en zijn leerlingen het lukt om met 5 broden en 2 vissen meer dan 10.000 mensen te voeden, vrouwen en kinderen meegerekend, dan kunnen wij met onze overschotten toch ook wat doen.

 

Jezus gaf daar aan de oever van het meer geen les in graanteelt.

Dat het karige brood door delen en uitdelen geweldig toeneemt, wijst dan ook op iets anders: het materiële wordt minder als men het deelt, geld neemt niet toe als je het weggeeft, brood wordt niet groter als je het doormidden breekt,

maar het leven wordt meer als men het deelt en uitdeelt. In de verhalen over het delen van brood is dat brood het teken van het leven dat van God komt. En dat raakt nooit op.

 

Toen Mozes in de woestijn ten einde raad was daalde de manna en de kwartels neer uit de hemel, genoeg voor iedereen. De weduwe deelde haar laatste brood met Elia en het meel uit haar pot raakte niet op. Elisa deelde brood met een grote menigte en het raakte niet op.

Gods zorg voor ons raakt nooit op. In psalm 23 staat:

De heer is mijn herder, mij ontbreekt niets. Hij laat mij in grazige weiden rusten, hij voert mij naar vredig water, daar geeft Hij mij nieuwe kracht. Hij leidt mij op het rechte spoor, omwille van zijn naam. (ps 23: 1-3)

Voor mijn ogen dekt U de tafel, zodat ook mijn belagers het zien; met olie zalft U mijn hoofd, mijn beker is tot de rand gevuld (ps 23: 5).

Ziet u de gelijkenis met de tekst uit Marcus.

 

Een mens kan desnoods weken zonder brood, maar hij kan geen dag zonder goedheid. Als een mens geen liefde krijgt wat zal het dan hebben om uit te delen.

En zo blijkt dat er ook in rijke landen veel honger is: honger naar liefde, honger naar gerechtigheid, honger naar solidariteit en verdraagzaamheid.

 

Dat wordt ons gevraagd te delen met elkaar. En dan wordt delen vermenigvuldigen.

Je levert niets in, je krijgt er meer voor terug - aan liefde.

 

Amen

       
 

Nodiging

Als het brood er niet was om te delen,

Wat had het dan anders voor zin?

Nee, brood is er om van te delen

En zal nergens anders voor zijn

Dan dat wij het delen en weten

Verbonden Gods mensen te zijn.

Iedereen is welkom, kom dan want alles staat gereed.

       
   
       
 

Zegenbede

Goede God,

Niets of niemand kan ons scheiden van uw liefde.

Aan die zekerheid houden wij ons vast.

Dat wij er mogen zijn voor anderen

Zoals U er bent voor ons

 

God, wees in ons hoofd en in ons begrijpen,

wees in onze ogen en in onze blik.

God, wees in onze monden en in ons spreken.

Wees in ons hart en in onze gedachten.

God, wees met ons deze week

 

In de naam van de vader, de zoon en de Heilige Geest

Amen


       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2002 | Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2003-10-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl