Bijdrage Cees, viering 25 augustus 2002
 
 

Voorganger Cees Blaauw

 
     
         
 

Lezingen

Jes. 22; 19-23

Gal. 2; 7-9

Matt. 16; 13-20
         
         
 

Overweging

Vandaag hebben we maar één lezing en dat was uit het evangelie van Matteus. Het is wel een heftig stuk, want Jezus vraagt aan zijn leerlingen wie volgens de mensen de Mensenzoon is. Het joodse volk had daar haar eigen idee over, vandaar dat er ook verschillende namens worden genoemd en lang niet de minste. In het rijtje namen worden resp. genoemd: Johannes de Doper, Mozes, Elia of een van de andere profeten, maar deze zijn allen reeds lang overleden en voor het joodse volk is de ware Messisas, de man die Israël zal verlossen van vreemde heerschappijen en het volk Israël weer vrijheid zal geven, dan ook niet verschenen.

 

Dan volgt er een 2e vraag, veel indringender aan de leerlingen: “Wie denken jùllie wie Ik ben?” Dat is een gevaarlijke vraag. Zouden wij deze vraag durven stellen aan onze medemensen? Zouden wij niet bang zijn voor het antwoord? Het antwoord zou wel eens een flinke deuk kunnen geven in ons gevoel van eigenwaarde. Natuurlijk zullen er ook antwoorden komen die ons gevoel van eigenwaarde strelen, maar de kans is groot dat er minder plezierige antwoorden kunnen komen op deze vraag en dat is de reden dat wij de vraag : “Wie denken jullie wie ik ben? ” dan ook niet stellen.

 

Laten we eerst terugkeren naar het Matteusverhaal en de vraag: “Wie denken jullie, mijn leerlingen, wie ik ben?”. Petrus durft te antwoorden; uitgesproken petrus, de man van impulsief denken, spreken en handelen. Want was het niet Petrus die in de hof van Getsemane het zwaard trok en één van de belagers het oor afsloeg. Tegen de wil van Jezus in, want Jezus is de voorloper in de strijd tegen zinloos geweld. En was het ook Petrus niet, die kort daarna driemaal Jezus verloochende met de woorden:”Ik ken die mens niet”. Sprekende voorbeelden van impulsief denken, spreken en handelen. Het is daarom niet verwonderlijke dat Petrus in deze situatie ook als eerste het woord nam. Hij zegt tegen Jezus: “U bent de Messias, de Zoon van de levende God”. Geen spoortje van twijfel, maar van zeker weten. Nu. Na eeuwen christendom en bijbeluitleg, kunnen velen van ons hetzelfde antwoord geven als Petrus. Maar Petrus was de eerste die zonder na te denken dit antwoord gaf: “Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God”.

 

Omdat Petrus spontaan dit antwoord gaf, zegt Jezus tegen Petrus: “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal k mijn kerk bouwen”. Eeuwenlang heeft de RK Kerk deze woorden van Jezus gebruikt om die plaats te claimen voor de opvolgers van Petrus. Wie het niet eens is met een onfeilbare paus of het lef heeft door hem opgelegde regels en plichten opnieuw tegen het licht te houden, wordt in de ban gedaan. Gemakshalve wordt voorbij gegaan aan de angsten en twijfels die Jezus als mens heeft gekend en ook aan het falen van Petrus op cruciale momenten. Wij zijn toch niet beter dan Petrus…?

 

Als Jezus zegt: “Op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen” dan heeft Jezus dat ook tegen ons gezegd. Wij allen die Hem willen erkennen en uitdragen, zijn een stukje steenrots, waarop Jezus zijn kerk bouwt. Door ons geloof in Hem geven wij de vraag: “Wie denken jullie Wie ik ben?” hetzelfde antwoord als Petrus nl. “Gij zijt de Messias, de Zoon van de levende God”.

 

Wij hebben geen organisatie nodig, die ons vertelt dat alleen mannen priester kunnen worden en die vrouwen als 2 e rangsgelovigen behandelt. Wij hebben geen organisatie nodig, die homo's en lesbiennes uitsluit, maar tegen priesters die hun handen niet thuis kunnen houden, geen maatregelen neemt. Wij hebben geen organisatie nodig, die het gebruik van condooms verbiedt, maar half Afrika laat sterven aan aids. Wij hebben geen organisatie nodig, die kerken sluit zodra de kerkgangers onvoldoende financieel het voortbestaan van hun kerkgebouw kunnen garanderen. Wij wensen ons af van zo'n organisatie en gaan zelfstandig verder. Jezus heeft nog meer tegen Petrus gezegd en dus ook tegen ons: “Ik geef u de sleutels van het koninkrijk der hemelen en wat gij op aarde bindt, zal ook in de hemel verbonden zijn. En wat gij op aarde ontbindt, zal ook in de hemel ontbonden zijn”.

Als wij –net als Petrus- in Jezus de Messias zien en daardoor een stukje steenrots zijn waarop de kerk van Jezus is en wordt gebouwd, dan hebben wij ook de sleutels van het hemels koninkrijk ontvangen. Die sleutels zijn als het ware het gereedschap waarmee wij moeten werken. Want met die sleutels, ons gereedschap, ons geloof in Jezus, kunnen wij het zijn koninkrijk reeds waar maken op deze aarde. Ons geloof, onze levenshouding moet een bijdrage zijn om deze aarde bewoonbaar te maken. Niet alleen voor onszelf, maar voor vele geslachten na ons.

 

Als volgelingen van Jezus moeten wij naastenliefde uitstralen, openstaan voor anderen en niet ons eigen ik nastreven. Dan zal deze aarde het begin worden van het hemelse koninkrijk dat Jezus ons beloofde.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2003-10-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl