|
||||
Bijdrage Cees, viering 1 december
2002
|
||||
Voorganger Cees Blaauw |
||||
Lezingen 1 Kor. 1; 3-9 Jes. 64; 6-7. 65; 17-19 Ps. 25; 1-5 |
||||
Overweging Vandaag 1 december, is het de eerste zondag van de Adventstijd. Vroeger werd in de katholieke kerk als intredezang, openingslied zoals wij dit nu noemen, psalm 25 gezongen in het latijn: At te levavi animam meam, Deus meus. Dat wil zeggen: Tot U verhef ik mijn hart, mijn God. Ik zal het niet voor u voorzingen, want dan loopt u misschien weg, maar ikzelf vind het een mooi begin van de Adventstijd. Het riep iets vertrouwds op en vrijwel iedereen kende de melodie, maar wat de woorden betekenden wist men soms niet. Daar had je een vertaling voor nodig en daarom lezen wij vandaag Psalm 15; 1-5 want daar zijn die woorden aan ontleend.
Waarom ik deze overweging begin met dit oude latijnse gezang, wel het gaf iets vertrouwds en het wekte verlangen op naar de komende feestdagen en er zijn wat feestdagen in de maand december! Verlangen is een gevoel naar iets wat nog te gebeuren staat en dat gevoel begint al bij de kleinsten onder ons.Vol verwachting klopt ons hart, maar vaak ook bij ons ouderen, in de hoop dat te krijgen wat op het verlanglijstje staat. Maar dan moet je niet de pech hebben dat je als kind vlak vóór of ná Sinterklaas jarig bent, want dan krijg je op beide dagen maar de helft van je wensen vervuld of soms nog minder, want geld kon en kan nu nog, maar één keer worden uitgegeven, dus dat wordt: delen!
Ik zei al, verlangen is een gevoel naar iets wat nog te gebeuren staat. Dat verlangen kende ik al heel vroeg, want elke week keek ik uit naar de zondag, dan mocht ik op die dag weg uit het weeshuis, naar mijn moeder, mijn zusjes en broertjes. Dat verlangen had ik ook op de lagere school; als ik eerst maar in de hoogste klas zat en daarna van die school af, dan zou mijn leven beter en mooier worden, want ik wilde verder studeren. Maar het werd helaas geen doorstuderen, dus geen voortgezet onderwijs, maar de ambachtsschool, dat heet nu de Lagere Technische School. En ook daar weer het verlangen naar de volgende stap in het leven; als ik eerst maar een baan heb dan … maar een baan vinden viel niet mee in de dertiger jaren. Veel ouderen onder ons zullen dit gevoel kennen en ook jongeren onder ons komt het niet vreemd voor.
Adventstijd, voorbereiding en verlangen naar het komende Kerstfeest. Wim Sonneveld heeft eens in een beroemde scene van de opperstalmeester het verlangen naar de Adventstijd geschetst. De opperstalmeester lag midden in de zomer samen met zijn vrouw opeen van de mooie stranden van de Middellandse Zee. En opeens roept hij naar zijn vrouw: “was 't maar weer Advent, want dan krijgen wij op het paleis weer die heerlijke warme chocolademelk, door Hare Majesteit persoonlijk ingeschonken en ik hoop dan op een heerlijk vel op die chocolademelk, een z.g. ”koninklijk vel”. Dit is maar een parodie, een parabel; zo u wilt, maar verlangen sprak er wel van uit.
Maar al die gevoelens van verlangen is niet het verlangen wat wij kennen in de Adventstijd, maar wat verlangen wij dan eigenlijk? Een mooie kerkdienst, een mooi aangeklede kerk, mooie muziek? Als dat ons verlangen is naar het kerstfeest, is dat voor ons gelovige mensen maar een leeg verlangen. Nee, ons verlangen naar het Kerstfeest moet meer zijn dan dat. De lezing uit Jesaja lijkt wel voor deze tijd geschreven. Jesaja zegt: Niemand is er die Uw Naam nog aanroept, niemand heeft de moed op U te steunen. Als wij om ons heen kijken, dan zien wij hetzelfde beeld. Het najagen van plezier en bezit lijkt wel tot een hedendaagse godsdienst te zijn verheven. Niet Gods is ons hoogste goed, maar het geld, de mammon. Maar Jesaja zegt: En toch bent U onze God, bent U onze Vader. Wij zijn het leem, U bent onze boetseerder, wij zijn het werk van uw hand. Dit is een troostrijke gedachte. God blijft onze God, ja onze Vader of Moeder, zo u dat wilt. God laat niet af om zich over ons te bekommeren en al dwalen wij ver af van zijn richtlijnen, Hij blijft onze God.
Kerstfeest is een feest van licht en vrede, dàt is onze toekomst. Met kerstmis gaat het beginnen en dan gaan wij er tegenaan om dat licht en die vrede gestalte te geven in onze maatschappij, in onze wereld. De Adventstijd is als het ware de warming-up voor de grote wedstrijd. Zoals sporters zich eerst warmlopen voor hun grote wedstrijd, zo bereiden wij ons in de Adventstijd voor op het kerstgebeuren. We keren in onszelf, kijken wat we kunnen verbeteren in onze levensstijl en nemen ons dan voor niet meer in de oude fouten, oude denkwijze te vervallen.
Zoals een aanstaande moeder haar kindje 9 maanden in zich weet, waar dat nog ongeboren leven zich sterk maakt om straks de strijd om het bestaan te kunnen voeren, zo wachten wij ook op het grote Kerstgebeuren. Wij zien er verlangend naar uit, maar wij weten ook dat het ons veel moeite zal kosten, om hetgeen wij met kerstmis vieren ook uit te dragen in deze wereld.
In de Jesajalezing zegt de Eeuwige: Zie Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en aan wat vroeger geweest is wordt niet meer gedacht; het komt niet meer in de gedachte op. Ook dat is weer een troostrijke gedachte; een nieuwe wereld waar geen geweld en geen oorlog meer zal zijn. Waar mensen in vrede met elkaar leven en niemand meer honger behoeft te lijden. Een utopie? Misschien en als we alleen op onze eigen krachten vertrouwen zullen wij dit ideaalbeeld nooit bereiken. Maar met de hulp van de Eeuwige zal het ooit zover komen, want Hij heeft het immers beloofd! Niet één maal, maar vele malen. Ik geloof, dat Hij zijn beloften altijd na komt!
Verlangend zien wij uit naar dit toekomstbeeld en ééns, ééns zal het zover zijn. En mochten wij dit niet meer mee maken, dan moeten wij hen die na ons komen op dit toekomstbeeld wijzen en bij hen het verlangen opwekken daaraan te blijven werken. En dan wordt ook de laatste alinea van de lezing uit Jesaja waar: Ik ga vreugde voor u scheppen en vrolijkheid voor altijd. Moge het eens zo zijn. Amen. |
||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2002 | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers | |
||||
|
||||
RG 2003-10-08 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||