Bijdrage Cees Blaauw, viering 2 maart 2003
 
 

Voorganger: Cees Blaauw

lector: Hans Gildemacher

 
     
         
 

Lezingen

Hos. 2; 16b-22

Ef. 5; 2a, 21, 25-28

Marcus 2; 18-22
         
         
 

Overweging.

Hosea is een poetisch man. Hij schildert in zijn vermaningen tot het joodse volk de Eeuwige af als een verliefde jongeman. Het joodse volk is in de ogen van de Eeuwige een jonge vrouw die van alles wordt beloofd als zij maar voor Hem kiest. Zij moet dan wel breken met het verleden, d.w.z. breken met de afgodendienst bewezen aan de god Baäl. Doet zij dit, dan zal de Eeuwige opnieuw een verbond met haar sluiten en voorspoed en geluk zullen haar ten deel vallen. Geen oorlog meer, maar Vrede alom, zelfs in het dierenrijk.

Wat een vertederend beeld. haast te mooi om waar te zijn.

 

Ik kan mij vergissen. maar hebben wij deze beeldspraak al niet eerder gehoord? Wordt er in het Oude Testament niet vaker aan het joodse volk beloofd dat zij een hemel op aarde zullen krijgen. mits zij zich maar weer terugkeert naar de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob? Deze drie stamvaders zijn bij de Israëlieten maar al te bekend, want te pas en te onpas laten zij zich erop voorstaan afstammelingen te zijn van deze drie grote aartsvaders. Als je dit zo hoort of leest zou je haast wensen ook tot dit volk te mogen behoren. Maar horen wij daar dan niet bij?

Bij monde van Hosea in zijn oproep tot het volk van Israël zijn ook wij opgeroepen te breken met het oude en iets nieuws te gaan beginnen. Och, iets nieuws is het niet, want wekelijks horen wij die oproep om gehoor te geven aan de wekroep ons af te keren van kwalijke praktijken en het goede te

gaan doen. Hosea was een van de z.g. kleine profeten en naast deze twaalf zijn er dan weer vier grote profeten, maar alleen zijn zij vóórlopers van die ene grote uit Nazareth, n.l. Jezus van Nazareth. En zegt Jezus eigenlijk niet hetzelfde, maar dan in minder dichterlijke taal? Natuurlijk. Jezus spreekt in gelijkenissen, misschien voor de mensen van zijn tijd nog te begrijpen, maar voor ons, in onze tijd, soms minder duidelijk.

 

Maar is het wel duidelijke taal wat wij vandaag lezen? Wel of niet vasten, oude en jonge wijn, oude en nieuwe zakken? Hoe is het een met het ander te rijmen? En dan ook nog die poët Hosea daarbij?

Eerst dan maar over dat vasten, want tenslotte is gisteren het Carnaval begonnen en dat wordt vanaf woensdag a.s. gevolgd door de veertigdagentijd. Of zoals dat vroeger genoemd werd de vastentijd.

De farizeëen en de volgelingen van Johannes de Doper hielden zich stipt aan de voorgeschreven vasten wetten, zoals deze door Mozes waren vastgesteld. Als aan Jezus wordt gevraagd waarom zijn leerlingen zich niet aan deze wetten houden, laat Jezus zijn ondervragers duidelijk weten dat niet de letter van de wet belangrijk is, maar de geest van de wet. lets doen of iets laten omdat het voorgeschreven is, is niet belangrijk, maar je aanpassen aan de omstandigheden is veel belangrijker.

Hij vertelt de farizeeen niets nieuws als Hij zegt dat je oude wijn in oude zakken moet bewaren en nieuwe wijn in nieuwe zakken. Want zij weten ook wel, dat als je nieuwe wijn, die nog moet uitgisten, in oude zakken opslaat, deze zakken door het gistingsproces gaan scheuren. Aan oude wijn, opgeslagen in oude zakken, wordt niets nieuws toegevoegd. De jonge wijn, opgeslagen in nieuwe zakken, wordt door het gistingsproces juist beter van kwaliteit.

 

Als we alles bij het oude laten gebeurt er niets, maar gaan we iets nieuws beginnen, dan vereist dat een geheel nieuwe aanpak. Willen we echt dat er iets veranderd in deze wereld, dan moeten we bepaalde zaken laten vallen en nieuwe zaken aanpakken. We moeten onze hang naar meer

en groter opzij zetten en we hebben afgelopen week kunnen zien waartoe het kan leiden.

We hebben allemaal kunnen lezen hoe een bedrijf in de Zaanstreek. Door als maar uitbreidingen de kijk op de bedrijfsvoering niet meer kon overzien en uiteindelijk het loodje moet gaan leggen.

Het was misschien beter geweest op z'n tijd eens te vasten, dan al maar een slokop te willen wezen.

Als we iets willen veranderen in deze wereld zullen we meer oog moeten hebben voor onze medemensen, dichtbij en veraf.

President Roosevelt kondigde in de dertiger jaren een nieuwe aanpak aan voor de Verenigde Staten. de z.g. New Deal. Ik hoop dat de huidige president van dat zelfde land ook een New Deal afkondigt en niet terug grijpt naar de oude wijn in oude zakken, dus geen oorlog met een land omdat het regime hem daar niet welgevallig is; een oorlog dat duizenden, misschien wel tienduizenden onschuldige burgers het leven gaat kosten om maar niet te spreken van de soldaten die dit conflict met de dood moeten bekopen.

Het geld aan deze campagne besteed, kan beter worden uitgeven om de hongersnood in Ethopië te bestrijden. Maar wij wachten nog steeds op de New Deal, nieuwe wijn in nieuwe zakken; die nog gist van activiteit om tot een vreedzame oplossing te komen. Maar ook wij moeten gisten van nieuwe activiteit. Ook wij moeten ons inzetten voor een nieuwe en betere wereld

Als we dat doen; dan mogen wij het vasten even opzij zetten, onze nieuwe wijn in nieuwe zakken doen en dan wordt het visioen van de profeet Hosea ook voor ons waar. Maar ik waarschuw maar vast, het wordt een lange weg.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2003-10-01 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl