|
Welkom
en inleiding
Lieve mensen, wij zijn welkom hier in dit huis
van de Eeuwige om stil te staan bij ons leven, bij de machten en krachten
die daarin werken.
Dit zondagsuur is bestemd voor onze ontmoeting met elkaar en met de Barmhartige
God die zoekt om te vinden, die alles overhoop haalt om ons op te sporen
en mee te nemen in de heerlijkheid van een leven met, een leven plus dat
echter niet betekent dat wij zonder pijn en zonder zorg zullen zijn. Maar
wat wel betekent dat je nooit alleen bent, dat God altijd dichtbij en
in je is, waar je ook bent.
In de zomerreeks van thema's zijn wij bij het thema 'vinden' aangeland
en wij hebben drie lezingen vandaag, 2 lezingen uit het Mattheusevangelie
en een uit de Nag Hammadi geschriften, een van de geschriften die in 1945
door een Egyptische boer in zijn akker zijn gevonden, letterlijk een schat
die in de bodem is gevonden.
Het boek heet Donder : Volmaakt bewustzijn. De donder komt in elke Godsdienst
bij de hoogste God vandaan, zo ook hier. Het is Godzelf die spreekt in
raadselachtige tegenstrijdigheden ; tegenstrijdigheden die niet bedoeld
zijn om naar een oplossing toe te werken, maar om op je te laten inwerken
zodat wij een deel van onszelf ervaren dat niet dikwijls wordt aangeraakt.
Ik wens ons allen een mooi uur toe.
|
|
|
Lezing uit Nag Hammadi Donder: Volmaakt
bewustzijn.
Ik werd vanuit kracht uitgezonden
En ik ben gekomen tot hen
Die zich op mij bezinnen.
En ik ben geonden onder hen
Die naar mij zoeken.
Kijk naar mij, jullie die mij overdenken
En jullie toehoorders, luister naar mij.
Jullie die op mij wachten, neem mij tot je,
En verban mij niet uit je zicht.
En laat je stem mij niet haten, noch je gehoor.
Wees niet onwetend van mij,
Nergens of nimmer.
Wees op je hoede,
Wees niet onwetend van mij!
Want ik ben de eerste en laatste.
Ik ben de vereerder en de verachte, ik ben de hoer en de heilige.
Ik ben de vrouw en de maagd.
Ik ben de moeder en de dochter.
Ik ben de leden van mijn moeder.Ik ben de onvruchtbare,
En vele zijn mijn kinderen.
Ik ben wiens bruiloft schitterend is
En ik ben niet gehuwd.
Ik ben de kraamvrouw
En zij die niet baart.
Want ik ben kennis en onwetendheid.
Ik ben schaamte en vrijmoedigheid.
Ik ben schaamteloos en ben beschaamd.
Ik ben kracht en ik ben angst.
Ik ben oorlog en vrede.
Sla acht op mij.
Ik ben de onteerde en de machtige.
Kijk dan naar zijn woorden,
En al die geschriften die voltooid zijn.
Let dan op,
Jullie toehoorders,
En ook jullie, engelen,
En (jullie) die gezonden zijn,
En jullie geesten,
Die uit de dood zijn opgestaan.
Want ik ben de enige die bestaat
En er is niemand die mij zal oordelen.
Talrijk immers zijn de aantrekkelijke vormen,
Die in veelvuldige zonden bestaan:
Onmatigheden, schandelijke begeerten en vluchtige pleziertjes,
Die mensen omhelzen tot zij nuchter worden
En opgaan naar hun rustplaats.
Daar zullen ze mij vinden,en zij zullen sterven en niet meer leven.
|
|
|
Overweging
Bijna een jaar geleden kreeg ik een gouden armband van iemand bij een
heel speciale gelegenheid. Een paar maanden later was ik de armband opeens
kwijt. Ik kon het nergens meer vinden. Ik kon niemand de schuld ervan
geven, en hij was er niet meer. Het deed zeer omdat het juist zo'n bijzonder
sieraad was; er hing een speciale herinnering aan. Onlangs was ik mijn
huis en kasten aan het opruimen en wat vind ik tussen mijn kleren: de
armband. Het slotje was wat verbogen en zodoende was ie opengegaan. Ik
was dolblij dat ik het weervond en heb het slotje laten maken. En nu draag
ik het weer elke dag.
Vinden gebeurt als je iets verloren bent, als je iets kwijt bent of als
het nog voor jouw ogen is verborgen. Soms weet je wat het is dat je zoekt:
een sieraad, een gebruiksvoorwerp wat je net nodig hebt of je sleutels,
je portemonnee...
Misschien ben je ook wel eens op zoek naar iets wat je nog niet kent en
waarvan je het vermoeden hebt dat het bestaat: de ware liefde, een gelukkige
oude dag, een leuke baan, rust in de ouderdom, acceptatie bij het sterven,
geaccepteerd worden als degene die je bent... Dikwijls heb je er alles
voor over om te vinden dat wat je zoekt, dat waar je naar verlangt : tijd,
energie, geld, alles wat je bezit ....misschien zelfs je familiebanden,
je relatie of huwelijk. Je bent bereid om te investeren in je verlangen.
In de tekst uit Mattheus wordt het vinden van het Rijk der hemelen vergeleken
met het vinden van een schat, iets waar je alles voor over hebt. Het is
een schat, die je hele kapitaal waard is, het is een parel die je moet
hebben, maar waarom?
Je hebt misschien een vermoeden van wat je te wachten staat. Nu is voor
ons het zicht op het Rijk der hemelen niet zo transparant: wat zou het
zijn waar wij zo naar zouden moeten verlangen. Ik weet niet of de schat
wel de moeite waard is, ik weet niet of ik die parel wel zo mooi zou vinden.
Wat is het ?? Wat heb je eraan om het Rijk der hemelen te vinden? Mijns
inziens is het Rijk der hemelen een zijnstoestand, het is waar God aanwezig
is en waar hij zich in al zijn helderheid, rechtvaardigheid en liefde
kan openbaren. Het is een plek waar ieder mens ertoe doet, waar niemand
verloren mag gaan. In tegenstelling tot het leven waarin misdrijf een
prestatie is, waarin het respect en de eerbied voor de schepping afwezig
zijn.
Maar volgens de tekst in Donder, volgens de wetenschap van het Volmaakte
Bewustzijn heeft de Eeuwige weet van beide situaties: ik ben de vereerder
en de verachte, ik ben de hoer en de heilige, ik ben schaamte en vrijmoedigheid,
ik ben oorlog en vrede... Een manier waarop niet vaak over de Enige gesproken
wordt, een God die zo realistisch is, een God die zelfs goed in onze tijd
zou passen. Zo dichtbij dat je hem bijna aan kan raken.
Beelden waardoor wij ons nog meer met de Eeuwige kunnen identificeren
als van nu, als mensen van nu geschapen naar zijn beeld en gelijkenis.
Want ik ben niet elke dag dezelfde: soms ben ik lief, soms ben ik jaloers,
nu ben ik vriendelijk, straks misschien woedend. Ik kan mij in Hem vinden,
ik ben mij bewust van mijn volmaaktheid en van mijn onvolkomenheden. Ik
weet dat in het leven de dood een plaats moet hebben, dat het goed is
om de donkere kanten van ons bestaan serieus te nemen. Dat het goed is
om daar nuchter in te zijn.
En tevens om altijd het leven met God te zoeken en feest te vieren als
je het vindt, als je de kleuren van de regenboog op je huid voelt weerkaatsen.
Soms lijkt het wel of het niet te vinden is, of het verborgen voor je
blijft, of je effe niet thuis was, toen God met zijn onmetelijke liefde
langs kwam. Er zijn jaren dat je het Rijk der hemelen niet voelt, niet
ziet omdat je ook Gods nabijheid niet ervaart. Maar als de Eeuwige ook
aanwezig blijkt te zijn in de oorlog, in de schaamte en de angst, in de
onvruchtbaarheid en de hoererij... Want ook daar zijn mensen naar Gods
beeld en gelijkenis geschapen. Komt de Barmhartige daarmee dichterbij?
Is Gods aanwezigheid in de tegenstrijdigheid van ons bestaan een troost,
een steun in de rug, een reden te meer om te accepteren dat je leven nooit
helemaal zo zal worden als in je dromen, in je idealen, in de boekjes
van de supermarkt ?
God is erbij als je bang bent, als je vernederd wordt, de Eeuwige kent
het van binnenuit. Hij weet wat oorlog en geweld is en ook hoe het is
om de vrede en de rust op te zoeken na tijden van strijd. Hij weet wat
leven op het scherpst van de snede is en heeft zicht op hoe wij dat doen.
Misschien wel alles op het spel zetten om echt gelukkig te worden. Of
om de stem te volgen in het leven die zegt, dat het anders moet, dat je
verder moet. Het Rijk der Hemelen is niet ver weg, het staat in de tegenstrijdigheid
van ons bestaan, midden in het leven naast geboorte en dood, naast angst
en gerechtigheid. De vindplaats is het leven zelf, niet te ver en niet
te diep graven. Het is er al.
Amen
|
|