Bijdragen Marina en Abdulwahid, viering 19 oktober 2003
 
 

Voorganger: Marina Slot

Mede-voorganger: Abdulwahid van Bommel

 
 

(tevens ingesloten de tekst van de lezing na afloop van de viering over:

                                      Eén mensenwereld.)

 
         
 

Thema: Dichter bij de Ene   (uit de serie: Kinderen van Abraham)

         
         
 

Votum

Wij zijn hier bij elkaar in de Naam van de Eeuwige en Barmhartige die is, was en komt.

en van Jezus van Nazareth die als mens onze broeder en bondgenoot is geworden en die door de diepste duisternis heen de eeuwige wetenschap van licht en liefde heeft bewaard voor ons mensen.

En van de Geest die door haar adem leven en inspiratie geeft aan alle mensen.

Amen

Welkom en inleiding door Marina

 

Van harte welkom in deze tweede dienst in de serie 'Kinderen van Abraham', een serie diensten over de islam en haar geloofsbeleving.

Vandaag gaat samen met mij voor Abdulwahid van Bommel, imam en pastor in het ziekenhuis van Hilversum. Na de dienst is er een lunch en zal Abdulwahid een korte lezing houden over de islam, zijn persoonlijke ontwikkeling in de islam en haar geschiedenis in Nederland. Uiteraard kunnen wij hem allerlei vragen stellen na de lezing, want een doel van onze serie is meer kennis opdoen van de islam als religie in Nederland.

Waarom een serie diensten over de islam ?? Dit voorjaar liep ik er steeds maar mee rond, dat mensen zo bang zijn in Nederland voor moslims alsof iedere moslim een terrorist zou zijn. Na 11 september 2001 en de oorlog in Irak is het vijandsdenken tussen moslims en anderdenkenden en andersgelovigen alleen maar aangewakkerd.

 

Wij willen hier niks goed praten van wat er op grond van heilige boeken is gebeurd en nog steeds. Dat geldt voor Bijbel en voor Koran, alleen de misdrijven die uit Naam van Allah gebeuren op dit moment, zijn openlijk gewelddadig en worden breed uitgemeten in de pers. De misdaden die door het christendom veroorzaakt worden zijn sluipender en sluwer: discriminatie van homo's, andersdenkenden, de paus die met zijn verbod op anticonceptie er mede voor zorgt dat de Aids-epidemie in Afrika alleen maar door kan gaan.

Maar onze blikrichting is vandaag anders, de krantenhel leggen wij even terzijde, daarmee worden wij al genoeg gebombardeerd. Vandaag willen wij meer weten over elkaars geloof, over wat voor inspiratiebron de Bijbel en de Koran voor ons zijn.

In deze dienst gaan wij naar de ervaring van de gelovige christen en moslim middels een tekst uit de Bijbel en een tekst uit de Koran die door Abdulwahid ook gereciteerd zal worden. Beiden zullen wij onze persoonlijk ervaring vertellen bij de teksten. Dat in plaats van de gebruikelijke overweging. Na de dienst en na de lezing van Abdulwahid zullen wij vast ook bij politieke thema's en vragen uitkomen.

Maar nu eerst willen wij de geloofservaring delen.

Heel praktisch in het boekje staat de overweging wel genoemd, dat is er in een andere vorm en na het breken en delen gaan wij even over op het inlegvel en zingen 'Van twee woorden wil ik eten.....'

Maar ik zal u zoals gebruikelijk door de dienst heenleiden. Ik wens ons allen een goed uur toe.

 

Openingsgebed

Eeuwige en Barmhartige, voor uw aangezicht ontmoeten wij elkaar in de gesprekken over het Boek, de woorden die ons nagelaten zijn om mee te stoeien, mee te leven, mee te worstelen.

Geef ons een open hart en open ogen voor de werkelijkheid van onze naaste.

Neem de angst voor het vreemde, het onbekende van ons weg !!

Laat uw licht schijnen over goede en heilige woorden die al eeuwenlang mensen de weg hebben gewezen op hun levenspad.

Wees bij ons in Woord en Geest.

Amen

Lezing (gekozen door Marina Slot): Ef. 3; 12 tot en met 19.

Korte persoonlijke impressie door Marina nav deze tekst

Door de jaren heen is de Eeuwige mij meer nabij gekomen, meer onder mijn huid gaan zitten. Een dichbijzijn wat ik ook herken als ik mij mijn ouders herinner en hun geloofsbeleving. Alsof God en zijn woorden net zo bij ons hoorden als de boerenkool met worst die wij dikwijls aten, alleen wel omgeven met meer eerbied en respect, met ootmoed en vertrouwen. Daarom zegt de voorgelezen tekst uit Efeze mij ook zoveel : ik durf aan te kloppen vol vertrouwen bij de Ene die mij rechtop houdt in de verdrukking, die mijn rug recht tegen onrecht. Ik hoef niet te vechten, ik kan mij buigen omdat er die Ene is die meer weet, meer voelt, meer doet, meer vermag dan ik als mensenkind en ik weet dat ie in mij is en ik ben in Hem. Ik weet dat Gods liefde onmetelijk groot is en dat als ik mij daarvoor open, ik vervuld wordt van de volheid Gods.

Dat weet ik alle dagen van mijn leven, die kennis zal mij nooit meer verlaten. Want samen met ons allemaal, heiligen van die Ene hebben wij een groot geheugen voor al dat goeds.

Daarom is mijn verbondenheid groot met mensen die geloven dat het anders kan in de wereld of dat nu komt door Boeddha, Allah, JHWH, Jezus Christus.......

De weg waarlangs is bepalend voor waar je komt. Ik kies voor een weg die gaat naar later. Voor een weg waarop mensen mensen zijn, met al hun zwakheden en stoornissen, met hun twijfels en onzekerheden. Ik kies voor de menselijke maat en weet dat ik naar die maat gemeten ga worden. Anders dan de goddelijke grootheid die ik ook in mijzelf ervaar. De volheid van Gods Geest verdraagt geen vaag vijandsdenken waarin ik onbestemde angst voel. Als ik bang ben, is dat gericht. Ik ben vol vertrouwen tot het tegendeel bewezen wordt. Niet naief, maar vol van geloof en vertrouwen in die Ene die wij met elkaar mogen en kunnen delen.

Amen

 

Inleiding door: Abdulwahid

Iets over het ‘gevoel van koran reciteren'

Oprechtheid en spiritualiteit zijn buitengewoon belangrijk als iemand met hardop lezen van de koran zijn luisteraars wil bereiken. Er wordt gezegd: ‘Wanneer de koran vanuit het hart wordt gelezen bereikt het je hart'. ‘Wat uit het hart komt dringt het hart binnen'. Dat is allemaal nogal abstract want het gaat ook nog over klassiek Arabisch wat lang niet elke gelovige in de moskee begrijpt, al is zijn of haar spreektaal Arabisch!

 

Maar ook van de kant van de luisteraar zijn er voorwaarden. Er wordt gezegd, wanneer moslims met maximum effect naar koranrecitatie willen luisteren, dan dienen zij zich open te stellen voor zowel klank als inhoud. Het betekent ook luisteren met steeds weer op de proef gesteld geloof. Waardoor zich steeds weer nieuwe betekenissen van hetzelfde woord openbaren.

 

Moslims ervaren dat het belangrijkste gevoel wat uit de koran blijkt Gods zorg om Zijn schepping is. Dat betekent dat koranrecitatie gevoelens van huzn ; zorg en ontzag, opro­pt. En er met een stem wordt gelezen, alsof die was ondergedompeld in tranen. Daarom werd gezegd over iemand die prachtig koran las: “Hij raakt de lippen van het hart en vult onze zielen met ontzag en geloof, en laat ons de grootheid van het woord van God voelen”.

 

Een joodse man, een zekere Al-Tayyib Al Basri, huilde toen hij de koran hoorde reciteren. Men vroeg hem: “Hoe kan het dat je huilt wanneer je het boek van God hoort terwijl je niet eens gelooft dat het Gods woord is?” Hij zei: “Het is eigenlijk de sjadjâ [hartverscheurende emo­tie] ervan die mij laat huilen”.

 

Lezing (reciteren) uit de Koran:

 

--- in het Nederlands uit de Koran---:

"De Ramadan is díe maand waarin de koranopenbaring begon, als een zuivere leidraad voor de mensen en als uitleg van die leiding en als inspiratie voor het vermogen tot onderscheid. Laat daarom degene die deze maand beleeft erin vasten. Maar als iemand ziek is of op reis kan hij dezelf­de periode later vasten. God wil slechts het makkelijke voor u en wenst u niet in moeilijkheden te brengen. Hij wil u de vastenperiode laten voltooien en dat u Hem verheer­lijkt omdat Hij het was Die u heeft geleid en opdat u dankbaar zult zijn". En dan komen Gods meest ontroerende woorden, die mij zo troffen omdat ik ze voor het eerst hoorde toen ik volslagen vervreemd in een grotwoning van Cappadocië, in midden Turkije, zat. "Wanneer Mijn dienaren u omtrent Mij vragen, zeg dan: "Ik ben u nabij. Ik luister naar het gebed van elke smekende wanneer hij Mij aanroept..." (2:185-186)

 

Er vallen een paar punten op in dit vers. De stem van God die zich tot de mens richt en de mens die luistert in twee opzichten. Het is immers wonderlijk dat moslims in de 21e eeuw naar dat vers luisteren en dan ook nog gaan vasten…

Maar het is ook het gevoel van: “God vindt het de moeite waard om tegen mij te spreken en van mij te vragen voor Hem te vasten!”. Zoals de profeet zei: God zegt: “Vasten is voor mij en ik zal de verdienste ervan bepalen”. Het is dus iets tussen mij en God. Dat kan ook niet anders want verder weet niemand of ik werkelijk vast.

 

Maar er staat ook dat Hij het gemakkelijk voor mij wil maken en geen ontbering voor mij wenst. Tijdens het leven van de profeet namen mensen die vastten het anderen niet kwalijk als zij niet in staat waren te vasten. Doe waartoe je in staat bent, staat er eigenlijk. “God belast geen ziel boven haar vermogen”, eindigt hetzelfde hoofdstuk.

En er zijn natuurlijk de woorden van nabijheid van God. Omdat ik bang was misschien spontaan geen woorden te vinden om dat gevoel uit te leggen en mijn eigen ervaring op dat gebied herkenbaar te maken, deze woorden van Roemi met zijn gedicht over de aanbidder die aan zijn gebed gaat wanhopen, zoals velen doen, omdat zij God vele nachten lang tevergeefs aanroepen.

 

‘Je roept wel veel, sprak satan vol spot

Waar blijft het antwoord ‘Hier ben Ik' van God?

Maar komt er een antwoord van de troon? – welnee!

Hoe lang roep je nog ‘O God!' Stop er toch mee!

 

Roemi laat God antwoorden in een mystieke tekst die door critici als zeer gewaagd wordt beschouwd. In feite is het een van de grootste teksten over mystieke liefde:

 

Jouw roep ‘O God!' is Mijn roep: ‘Ik ben hier!'

Jouw smart en smeken bereikt wel degelijk mijn oor,

En al jouw streven om Mij te bereiken –

Dat ik je tot Mij trek, dat is een teken!

Jouw liefdessmart is Mijn genade jegens jou –

Beluister in de roep ‘O God' toch honderdmaal

‘Hier ben ik!'

In ieder geval wil ik niet voorbij gaan aan het feit dat ik hier sta. Dat ik hier sta met mijn volledige intentie en bewustzijn, betekent dat iemand die bewust de stap van de Nederlandse christelijk humanistische cultuur naar de islam heeft gezet hier deelneemt aan een dienst waarin koran en bijbel, Jezus en Mohammed naast elkaar staan. Beide religies hebben hun hoogte- en dieptepunten gekend, hebben hun strijd maar kennen ook hun momenten van grote ontroering en schoonheid. Ook in herkenbaarheid en ontmoeting hebben we momenten van grote schoonheid en ontroering gekend. Zo zei Goethe in zijn beroemde West-östlicher Diwan: “Wanneer islam overgave aan God betekent, dan leven en sterven we allen in islam”.

 

Als joden, christenen en moslims hebben we overeenstemming in: de ene en enige God en daarmee in het idee van de eenheid van het mensenge­slacht en de gelijkheid van alle mensen voor God. Jodendom, christendom en islam hebben ieder in hun ontstaanstijd de oude goden van het pantheon van hun voetstuk gestoten en hebben daarmee tevens overeenstemming in oppositie tegen moderne afgoden die mensen tot slaaf maken.

 

Joden, christenen en moslims zijn eensgezind in hun geloof in de ene God,

Die - hoewel Hij op onzienbare wijze alles omvat en doordringt –

aanspreekbaar is

in gebed en meditatie

in nood en vertwijfeling

in vreugde en dankbaarheid

in ontzag en offer

in muziek en dans

barmhartig en genadevoller is

dan onze zonden

dan zijn eigen willekeur

dan wij als mens kunnen zijn

of veronderstellen.

 

Ook voor veel moslimtheologen luidt de conclusie dat joden, christenen en moslims gezamenlijk het geloof in de ene God vertegenwoordigen, gezamenlijk ­deel hebben aan een monotheïstische wereldbeweging, zoals de Zwitserse theoloog Hans Küng zegt. Indien we in onze eigen ruimte, onze huizen en onze moskeeën, synagogen en tempels spreken over onze gelijkwaardigheid, kan dat zijn uitstraling naar het publieke domein krijgen.

Wanneer we onszelf willen verstaan is het nodig elkaar te leren verstaan.


 
       
 

 

       
 

Gebed

Enige God, wij spreken u aan als de bron van geloof en vertrouwen,

wij leven in de wetenschap dat U nabij ons bent,

dat alles vluchtig is en vergaat zoals dogma's, ideologieen,

pracht en praal van grote kerkelijke en aardse machten.

Wij willen eten van uw woorden, drinken uit Uw eeuwige bron,

hoe die bron ook heet en welke profeet het ons ook aanzegt.

Vervul ons met uw volheid en laat ons bidden,


       
 

Zegenbede

De Eeuwige zegene ons en behoede,

De Barmhartige doe haar aangezicht over ons lichten en zij ons genadig,

De Ene in wie zovelen hun geloof stellen verheffe zijn aangezicht over ons en geve ons werkelijk vrede,

Amen.

*******************************************************************

       
 

Lezing na de viering door Abdulwahid:

Lezing: Eén mensengemeenschap

In de koran wordt de religie van God islam genoemd. Een religie die is begonnen bij Adam en tot de laatste dag voortduurt. De vraag van D.H.Baneth, die door van Koningsveld in zijn inleidende werkje De Islam wordt geciteerd: Wat bedoelde Mohammed toen hij zijn godsdienst de islam noemde? , is als vraag onjuist en er zal nooit een goed antwoord op komen. De islam is in eerste instantie de Dien al-Fitra , de natuurlijke religie. In die vorm is religie als een echo van de goddelijke vraag: "Ben Ik niet uw Schepper en Onderhouder?" (7:172) aanwezig in de geest van ieder mens. God heeft immers die geest zelf in de mens geblazen.(15:21) Vanaf de vroegste openbaringen ontwikkelde de leer van de koran het concept van universaliteit van goddelijke leiding: "...er is geen volk waaronder zich geen waarschuwende boodschapper heeft bevonden" (35:24); ; "...die de taal van zijn volk sprak".(35:4); "...en er was voor elk volk een leidsman". (13:17) Op dezelfde manier kunnen we een ontwikkeling van het gebruik van het woord islam in de koran onderscheiden. De koran veronderstelt dat het de naam van de religie van de gehele mensheid is en de essentie van die oorspronkelijke, universele religie, die aan de profeten van joden, christenen en moslims is geopenbaard, wordt bepaald door de tauw­hied -gedachte. Het geloof in één God.

 

Ondanks die ene oorsprong zijn er verschillende religies ontstaan en hebben zich binnen die religies weer allerlei stromingen gemanifesteerd. De koran zegt hierover: "...indien God had gewild, had Hij u allen tot één gemeenschap gemaakt, maar Hij wenst u te beproeven met wat Hij u heeft geschonken". Hiermee wordt een aspect van goddelijke wijsheid achter de onafhankelijke ontwikkeling tot geloofsgemeenschappen aangeduid. Een positief aspect van dat 'anders zijn' is bijvoorbeeld: "Wedijvert dus met elkaar in goede werken. U zult allen tot God terugkeren en dan zal Hij u datgene mededelen waarover u van mening verschilde...(5:48)

Immers oorspronkelijk was de mensheid toch: 'één gemeenschap, maar zij begonnen onderling van mening te verschillen en als het niet door God zo was bepaald dat mensen zouden verschillen in hun intellectuele en morele benadering van vraagstukken die door middel van de goddelijke openbaring en de dagelijkse werkelijkheid worden aangegeven, dan zouden ze elkaar niet hebben bestreden nadat zij de waarheid (in de vorm van openbaring) hadden ontvangen', zegt de koran. (10:19)

 

Hier wordt eigenlijk het 'harmoniemodel' zoals dat onder andere ligt besloten in de gedwongen assimilatie of integratie volgens de stelregels van een dominante samenleving, aangevochten. Eenheid van geloof of andere opvattingen betekent nog geen eenheid onder de mensen. Een dergelijke uniformiteit zou eventueel de sociale, intellectuele, morele en spirituele ontwikkeling van de mens juist voorkomen. In delen van de moslimwereld waar deze 'uniformiteit' in denken en handelen te observeren is, is tevens sprake van een enorme stagnatie in ontwikkeling op elk gebied. Hier is dus het moment aangebroken om eens iets positiefs te zeggen over de vaak in discrediet gebrachte goddelijke wil (Goddelijke Wil!). Uit dit vers blijkt immers duidelijk dat het Zijn Wil is dat de weg die de mens te gaan heeft om zoiets als waarheid of werkelijkheid te ervaren niet over rozen gaat, maar over het scherp van de snede. Je dient daarbij bereid te zijn het gevecht met jezelf aan te gaan, het ontdekken van je eigen fouten betekent in dit verband het begin van de verbetering van jezelf. God heeft het dus overgelaten aan de menselijke rede, aangevuld met goddelijke en profetische 'leiding', om stapsgewijs de weg naar de waarheid te vinden: 'Er is geen dwang in de religie; het juiste pad is van dwaling onderscheiden...' (2:256), zoals de koran zegt.

 

Vanuit de islam is een 3 of 5 stromenland ontstaan van bewegingen en denkrichtingen die vanuit de islam of in interactie met westerse invloeden zich willen emanciperen

 

•  traditionalisme/orthopraxis
•  mysticisme
•  bronnen van de islam bieden antwoorden voor de problematiek van elk tijdperk
•  islamitisch humanisme: terug naar Mekka
•  modernisme/radicalisme/fundamentalisme

aantrekkingskracht van 2e/3e model wint aan actualiteit vanwege:

- emancipatorische en integrerende werking

- bestrijding willekeur, onderdrukking en armoede

- nationalisme en socialisme hebben gefaald en hebben moderne dajahiliyyah voortgebracht

Met enige goede wil kunnen we dus een vijfstromenland onderscheiden:

- traditionalisme

- mystieke stromingen

- fundamentalisme

- modernisme

- bevrijdingstheologie

 

Beeldvorming

1. Door oriëntalisten en andere deskundigen bepaalde beeldvor­ming. Van de kruistochten tot koloniale en neokoloniale verhoudingen. Van Hugo de Groot (1622: Mohammed geen andere wonderen dan het 'rapier' gebracht) tot Snouck Hurgronje (Associatiepolitiek: Indonesië cultureel inlijven bij Nederland). Alhoewel Reland al in 1718 vooroordelen en stereotypen over de isam heeft weerlegd en voor een visie van binnenuit: moedigde aan primaire (moslim) bronnen te raadplegen en Arabisch te leren. Misschien mede door de aanwezigheid van een half miljoen moslims in Nederland en de erkenning daarvan als legitiem onderwerp van wetenschappelijk onderzoek is er sprake van een zekere omslag binnen de islamologie ten gunste van een grotere objectiviteit en inhoudelijke helderheid, vooral daar waar het de islam als concurent van het christendom betreft. Het WRR-rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid wordt de aanwezigheid van de islam als tweede religie in Nederland in feite erkend.

 

2. Door de politiek van de zogenaamde 'moslimwereld' bepaalde beeldvorming Met het regiem Khomeiny dat in hetzelfde jaar aantrad (1979), de burgeroorlog in Libanon, OPEC, de Rushdie-affaire tien jaar later, en de Golfoorlog als ijkpunten, kunnen we de indruk krijgen dat de door sommige bewegingen geambieerde her-islamiseringsprocessen per definitie altijd met geweld en politiek activisme gepaard moeten gaan. We kunnen deze confrontaties met het westen niet begrijpen zonder:

1. De sociaal-economische en historisch-politieke context waarbinnen sommige zogenaamd fundamentalistische groeperingen opereren te verkennen

2. De letterlijke interpretatie: eenheid en eenheidsmodel om tot eenduidige verklaring te komen te begrijpen. Dit wordt geuit in het krampachtige eenheidsstreven in tegenstelling met het van nature in de islam aanwezige pluralisme. Deze vaak over één kam geschoren bewegingen kunnen religieuze, psychologische, sociale en politieke doelstellingen hebben. Onderscheid maken tussen deze doelstellingen is belangrijk.

•  religieuze doelstellingen: de islam als alternatief voor de huidige secularisatie
•  psychologische doelstellingen: islam lost alle problemen op - triomfalisme: voorbije glorie verwezenlijken
•  sociale doelstellingen: ongelijkheid en armoede bestrijding/ tegen kolonialisme en corruptie
•  politieke doelstellingen: om sociale en politieke instituties te veranderen wordt in uiterste geval geweld niet geschuwd

 

3. Door de in Nederland en de rest van Europa aanwezige moslims bepaalde beeldvorming

 

Veranderende taken moskee/imam

De noodzaak van een imamopleiding in Nederland

* Ontwikkeling concepten moskee en imam

 

* Moskee/gebedsruimte

- Het concept tijdelijkheid beheerste lange tijd - zeker voor 20 jaar - alles wat de aanwezigheid van moslims (althans onder die naam) betrof in het Koninkrijk der Nederlanden.

Afschaffing premiewet kerkenbouw 1974, precies toen de eerste nieuwgebouwde moskee in Amelo werd geopend, tijdelijke subsidieregelingen CRM (Gransbergen, etc.), ondertussen afgeschaft. WVC had een nieuwe subsidieregeling klaar liggen, maar er bestond volgens Bi-Za niet langer een tekort aan gebedsruimten.

Steeds wordt moskee als kerk beschouwd.

De huidige situatie en de toekomst van een nogal willekeurig samengestelde veelkleurige moslimsamenleving in geseculariseerd Nederland en de manier waarop een opleiding voor bijvoorbeeld imams daarop het best zou kunnen inspelen is hieronder geïntegreerd behandeld.

 

Maatschappelijke verschuivingen die moslims doormaken, zoals de verschuiving traditionele samenleving/ industriële samenleving; gesegregeerde samenleving/ gemengde samenleving; collectivistische samenleving/individualistische samenleving; hiërarchische samenleving/ generatieloze samenleving, etc., zorgen ervoor dat imams hun taken anders dienen in te vullen. Indien we het voorbeeld van de verschuivende imamtaak als kenmerkend aanvaarden voor allerlei andere verschuivingen in het perspectief van de moslimaanwezigheid in Nederland, dan krijgen we een aardig beeld van toekomstige ontwikkelingen op religieus gebied in verhouding tot de Nederlandse seculiere samenleving.

 

Verschuivingen in de imâmstaken:

•  van binnen naar buiten de moskee. Vanwege zijn 'pastorale' taken, ziekenbezoek, stervensbegeleiding, begrafenisgebeden, met als nieuwe hulpverlenerstaak ziekenhuis- en gevangenisbezoek, is de imâm genoodzaakt sociale vaardigheden te ontwikkelen en de Nederlandse taal te leren.
•  van huidige gerichtheid op land van herkomst naar voor Nederland specifieke situatie. Dit hangt samen met de ontwikkeling van het bewustzijn dat moslims in Nederland zullen blijven.
•  van betweter naar pedagoog, d.w.z. van éénrichtingsverkeer naar luisteren en discussieren; van mono­loog naar dia­loog. In het Nederlandse  godsdienstonderwijs heeft een verschuiving plaatsgevonden van het overdragen van vanzelfsprekende niet-discutable dogma's naar het centraal stellen van de leerling en diens vragen over leven en godsdienst.
•  van moslimgemeenschap naar Nederlandse gemeenschap, de maatschappelijke dialoog.
•  van theocratisch of theocentrisch denken naar de scheiding kerk-staat. In dit verband is het streven naar iets als sjari'a ,
•  dialoog een van de belangrijkste verschuivingen die de meeste imams nog voor de boeg hebben is die van preken voor eigen parochie naar interreligieuze dialoog.
•  van ambt naar professie ambtelijke taken dienen ook professioneel te worden uitgevoerd, daarnaast dient de professionele geestelijk verzorger over een academisch werk en denkniveau te beschikken
•  van collectieve naar individuele geestelijke zorg levensvragen, levensverhaal, zingeving
•  Aftasten van de grenzen van categoriale en territoriale geestelijke zorg.
•  Imams dienen dezelfde culturele en intellectuele taal en mogelijkheden tot hun beschikking te hebben en dezelfde neiging tot zelfreflectie en zelfrelativering te ontwikkelen als andere
•  een ontwikkeling van een fiqh al-aqaliyaat : 'jurisprudentie voor moslims in een minderheidspositie', noodzakelijk geworden.
De verschuiving van triomfalistisch denken (het grootislamitische wereldrijk) naar besef van gelijkwaardigheid bij het definiëren van wat sjari'ah nou eigenlijk is, komt hieruit voort. 'Sjari'ah beantwoordt de vraag, wat zou het menselijk gedrag moeten zijn in individuele en collectieve zin, in zijn relatie met God, anderen en zichzelf, binnen de universele samenleving van de mensheid, om te komen tot de vervulling van zijn tweeledige doel, dat van leven op aarde en het leven in het hiernamaals?'
       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Marina's "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2003-10-20 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl