|
|||||
Bijdrage Maruja, viering 14 maart 2004 |
|||||
Voorganger: Maruja Bredie |
|||||
foto: Maruja. |
|||||
Lectrice: Thea van Deijl Lezingen: 2 Petrus 2; 10-12 Luc. 18; 9-14 Luc. 12; 22-34 |
|||||
Overweging Er gaat geen week, misschien zelfs geen dag voorbij of de TV laat ons genieten van een interview met een of andere deskundige. De achtergrond van het TV beeld is bijna altijd hetzelfde: een kast met heel veel boeken en paperassen. Het suggereert dat al die boeken gelezen zijn door en in het hoofd zitten van die deskundige. Als toeschouwer voel je je dan nog ondeskundiger dan tevoren, al denk je bij jezelf dat er toch wel een paar ongelezen werkjes in die boekkast zullen staan. We verdragen het, maar aan opscheppen hebben we een bloedje hekel, want het komt nooit helemaal overeen met de werkelijkheid. Je beter voordoen dan je bent, neerzien op anderen, je aanmatigend, arrogant gedragen, denken dat je de waarheid in pacht hebt. Je bent overtuigd van het gelijk van je eigen mening en niet geneigd daar van af te willen wijken. Het zit wel een beetje in ieder van ons mensen in het verlangen om te weten dat we onze eigen beelden en afgodsbeelden creëren, er zit in ieder van ons mensen de verleiding om soms zelf God te willen zijn. Men wil volmaakt zijn en men meent dat ook te zijn. De overtuiging van ons eigen gelijk, is de deur naar onverdraagzaamheid, naar exclusiviteit, een weg die leidt tot elkaar het licht in de ogen niet gunnen, naar fundamentalisme, naar geweld. In ons overtuigd zijn van het eigen gelijk zijn we blind voor die ander, nee we gaan zelf zo ver, dat in de roep om erkenning van identiteit en individualiteit, we ons superieur opstellen ten opzichte van die ander en we menen dat we die ander in het vuur van deze strijd van het leven mogen beroven. We willen niet God zelf zijn, nee we stellen ons zelfs boven God, wanneer we menen dat onze strijd om erkenning een legitimatie betekent van het laten ontploffen van treinbommen in Madrid. Een daad die elk normaal mens vervult van ongeloof, woede en afschuw. Een daad waarvan je niet kunt bevatten dat hij door mensen is bedacht. Het brengt mij tot de overtuiging zijn dat er mensen zijn en mensen die er hetzelfde uitzien als u en ik, maar die toch niet tot dezelfde categorie behoren. Heeft in ons leven bescheidenheid en dienstbaarheid de overhand genomen? Was dat maar waar, zo ver is het nog lang niet! Het openbare leven presenteert zichzelf nog steeds als bevolkt door een eindeloze menigte van opscheppers met hun grote auto of huis, hun verhalen over verre vakanties, hun betweterig etaleren van belezenheid, kennis en kunde. De ene helft van wat ze vertellen is waar, de andere helft is gelogen of overdreven. Als een ander die eigenschappen heeft, hebben we er een hekel aan, want het is een concurrent die ons aan de kant schuift, die zich desnoods over de rug van anderen naar boven werkt. Onze eigen Rooms Katholieke Kerk heeft zich in de geschiedenis meer dan eens tot opschepperij laten verleiden. De hele wereld mocht opzien naar dat machtige instituut waarvan het pauselijk hoofd niet door één simpel kroontje werd gesierd, nee het was een tiara, een kroon van drie etages. Het is ook niet een beetje als je jezelf ziet als de ene enige die alle gelijk, alle geloof en gelovigen en dus God als enige in pacht heeft. Daar is gelukkig verandering in gekomen. Die grote kerk is meer een groepje overtuigde ijveraars geworden, minder machtig, iets meer dienstbaar. De anders gelovige wordt eindelijk met meer respect en erkenning tegemoet getreden, al is de weg nog lang en staan we pas aan het begin. Protestanten onder elkaar en protestanten naar katholieken zeiden het allemaal beter te doen en beter te weten dan de ander. Nu zoeken ze elkaar in veel plaatsen in ons land op en zoeken ze toenadering. Niet iedereen kan de stap zetten, nee dat zou ons ook bijna ongerust maken, maar misschien in tijd kan men elkaar de hand reiken. Als we de geschiedenis van het christendom doorlopen blijkt bescheidenheid een hooggeprezen maar vaak ver verwijderd ideaal te zijn, in het leven van de gewone burger, maar zeker ook in dat van hoogwaardigheidsbekleders. De hoed die zij zichzelf op het hoofd zetten kon niet hoog genoeg, de kroon die zij zichzelf toe bedachten, had aan één verdieping niet genoeg. Het leven van toen en nu hangt aan elkaar van ellebogenwerk, van praalzucht en opschepperij. Ja, het is moeilijk bescheiden te wezen.
Al duizenden jaren geleden, we lezen het vandaag bij Petrus en bij Lucas vond men het overtuigd zijn van de eigen rechtvaardigheid ook verwerpelijk en natuurlijk vooral voor degene die in die concurrentieslag niet mee kan: de zwakke, de domme, de oude, de jonge, de gehandicapte, de arme, voor deze is dat zeer verwerpelijk. Zij hadden net als wij een hekel aan opscheppers en vanouds verzekeren zij ons dan ook dat vooral God zelf er een hekel aan heeft. Lucas schildert een gelukkige wereld als de bescheidenheid en ootmoed alleen God als de echt grote erkent. Jezus stelt alle zaligheden in het vooruitzicht voor degene die alle zelfverheffing heeft afgelegd. Die woorden zijn gericht tot al die opscheppers die we kennen. Ja, inderdaad, maar ook tot ons, want wie gaat in deze helemaal vrij uit? Waar begint onze bescheidenheid en dienstbaarheid? Is er al wat aansluiting bij de underdog? Toch weten we dat Jezus van Nazareth, in navolging van God zelf, het juist opneemt voor de zwakken en een pleidooi houdt voor bescheidenheid van de sterke. Vanuit deze positie zijn we in staat anderen te helpen en de situatie ten goede te veranderen. ‘God zelf willen zijn' krijgt dan een andere dimensie namelijk de intentie, het streven om anderen te willen helpen. Gelukkig zijn er mensen die dat ideaal koesteren en die het ook lukt ernaar te leven. Jezus zelf is er alweer een uitgesproken voorbeeld van. Hij maakt ons erop attent dat we blij mogen zijn dat God zelf zo is, want anders hadden wij simpele mensen geen enkele kans. Hij schuift niet zichzelf maar juist de zwakke naar voren, altijd weer. Inderdaad, dat staat haaks op wat wij van anderen en wellicht ook van onszelf gewend zijn. Dat te matigen of er mee op te houden is nog moeilijker dan ophouden met roken. Het ene komt de eigen lichamelijke gezondheid en die van anderen ten goede zoals uit de tekst op een pakje sigaretten valt af te leiden. We hebben nog geen artikelen waarop bescheidenheid als weldaad voor de geestelijke gezondheid staat aangeprezen. Misschien toch een idee, want we vergeten zo gemakkelijk wat we eigenlijk goed weten. Toch wordt bescheidenheid algemeen als een deugd beschouwd. Het is prettig om met bescheiden mensen om te gaan. Je hoeft voor hen niet op je tenen te lopen, je mag zijn wie je bent, je hoeft niet bang te zijn aan de kant te worden geschoven of te worden overbluft. Dat is waar en toch vraagt onze samenleving niet naar bescheiden mensen. We hebben echter wel de keuze of we daar aan mee willen doen. Maak je toch niet zo druk, lezen we vandaag in Lucas, jullie zijn druk druk druk met onbenulligheden, onbelangrijke zaken, met vergaren, jullie denken dat daar je leven van af hangt. Maar wat stelt het nu eigenlijk voor, wat betekent het werkelijk. Wij mensen kunnen toch niet aan God tippen, hoe komen we er dan bij dan we ons aanmatigen ‘God zelf te zijn'. Het vraagt blijkbaar nogal wat om deze verleiding te weerstaan. Toch is het belangrijk dat we ons richten op dat wat echt belangrijk is, op dat waar het eigenlijk omgaat. We zijn hier niet in dit leven voor onszelf. Het vraagt onze wijsheid, onze inzet om ons niet te laten verleiden tot machtstrijd, tot het bouwen van muren waarbinnen we onze rijkdommen willen veiligstellen. We kunnen de Eeuwige niet evenaren, we kunnen wel ons scharen achter zijn plan met ons mensen en daar onze inzet en energie aan geven. De Eeuwige weet wat we nodig hebben, hij schenkt ons zijn koninkrijk, dat betekent dat als we in Gods wereld weer eens iets omver hebben gelopen, we ons geen zorgen hoeven maken, we kunnen een potje breken. We krijgen de kans en de gelegenheid om ons van onze goede kant te laten zien. Aan ons de keus. En zo zij het.
|
|||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Maruja's "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers | |
|||||
|
|||||
RG 2004-03-14| © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
|||||