Bijdrage Cees Blaauw, viering 20 juni 2004
 
 

Voorganger: Cees Blaauw

 
 

Lector: Jinne Terpstra (foto hieronder)

     
 

Lezingen:

Zacharia 12; 1--11 en 13,1

Lucas 9; 8-14

         
         
 

Overweging.

Toen ik maandagavond 7 juni l.l. op der liturgie vergadering kwam, had ik mij nog geen beeld gevormd over de rode draad die door deze overweging moest lopen.

Natuurlijk had ik thuis de drie lezingen doorgenomen, maar ik kon hieruit geen chocola maken, ik kon niets vinden wat mij pakte.

Drie lezingen zult u zeggen, maar wij hebben er maar twee gehoord; dat klopt, want de lezing genomen uit de eerste brief van Petrus hebben wij laten vallen.

In deze brief zegt Petrus o.a. dat het geen kunst is en het ook geen verdienste heeft, als je slaag krijgt voor wat je fout hebt gedaan, neen geduldig blijven en blij zijn als je geslagen wordt om wat je niet hebt gedaan, dat geeft je reden om je meer mens, meer christen te doen voelen.

 

Op zich een mooie tekst, maar wat doen we ermee? We hebben tegenwoordig onze mond vol over zinloos geweld, als of er ook zinvol geweld is, en dan kunnen wij moeilijk deze lezing uit de Petrus brief ter discussie brengen Ik wil niet zeggen: weg ermee, maar voor vandaag hebben wij hier niets aan.

 

Dan naar de evangelie lezing, de tweede lezing van vanmorgen. Lucas beschrijft hier de discussie tussen Jezus en zijn volgelingen.

Jezus vraagt aan zijn leerlingen om zich uit te spreken over wie Jezus nu eigenlijk ìs. Verleden jaar heb ik daar al een overweging aan gewijd, dus heeft het geen zin om in herhaling te vervallen.

 

Blijft over de eerste lezing uit het boek Zacharia, een van de z.g. kleine profeten.Zacharia was een tijdgenot van de profeet Haggai en zij leefden in het tijdperk ná de Babylonische ballingschap rond het jaar 520 vóór Christus. Het waren woelige tijden voor het Israelische volk; er moest puin worden geruimd in het verwoeste Jeruzalem; de tempel moest in haar oude glorie worden hersteld, maar voor dat alles was er geen geld en maar heel weinig materiaal. Toch hamerde zowel Haggai als Zacharia erop, dat de tempel als eerste moest worden hersteld en deze tempel zou ommuurd moeten worden om de tempel en haar bedienaren beter te kunnen beschermen. Het is in die periode dat Zacharia deze woorden tot de Israelieten zegt: Maar over het huis van David en de bevolking van Jeruzalem zal Ik een geest van mededogen uitstorten die hen tot bidden brengt. Dan zullen zij opzien naar hem die zij doorstoken hebben en vanwege hem een rouwklacht houden zoals men rouwt over de enige zoon; zij zullen hem beklagen zoals men rouwt om de eerstgeborene.

 

Vroeger werd deze tekst uitgelegd als een voorspelling van de dood van Jezus en dat is begrijpelijk. Ze keken op naar hem, Jezus, die zij doorstoken hadden en kregen berouw over deze daad en treurden er over als bij de dood van een eerstgeboren zoon. Toch is er nog een andere uitleg van deze perikoop.

Ze keken op of keken neer naar diegene die zij doorstoken of neergeslagen hadden. En komt u dit niet bekend voor? Regelmatig horen wij het via de T.V. of lezen wij het in de krant dat er iemand zomaar is neergeslagen. De omstanders keken er naar, maar deden verder niets; het zoveelste verslag van zinloos geweld.

En telkens als wij hier van horen of lezen worden wij weer vervuld van afschuw. In de evangelie lezing vraagt Jezus zijn leerlingen wie Hij is, maar niemand die zegt dat Hij de man van smarten zal worden, de man die onschuldig ter dood veroordeeld is en ter dood wordt gebracht. Velen stonden er bij te kijken bij zijn terechtstelling, maar er was niemand die een hand uitstak om dit zinloos geweld te stoppen. Er worden nu in Portugal het europese kampioenschap voetbal gehouden.

Uit veel landen zijn er suporters naar Portugal getrokken om hun land aan te moedigen. Door middel van een grote politie macht heeft men tot nu toe grote onderlinge vechtpartijen weten te voorkomen. Kan dan alleen wapengekletter die onlusten voorkomen, is er dan geen ander middel?

Het is natuurlijk vragen om moeilijkheden als één van ons, vóór de aanvang van een voetbalwedstrijd, of pop concert of wat voor manifestatie dan ook, de microfoon ter hand zou nemen en de aanwezigen te vragen lief voor elkaar te wezen, niet met elkaar te gaan vechten, maar elkaar lief te hebben als je zelf.

We zouden worden uitgelachen, bekogeld worden met lege bierflesjes, zitkussentjes of wat maar voorhanden is. Nee, deze aanpak werkt niet, maar wat dan?

 

We zullen terug moeten naar de man van Nazareth. Hij ons voorgehouden hoe te handelen in dit soort situaties n.l. je niet verzetten tegen het geweld dat tegen je gebruikt wordt. Maar is dat niet het gedrag van Joris Goedbloed? Het lijkt er wel op, maar dat is het niet. Het is prachtig om na zo'n geval van zinloos geweld een stille protest mars te houden, bloemen te leggen op de plaats waar het slachtoffer heeft gelegen, maar meestal gaan we dan weer over tot de orde van de dag.

Maar wat deed Jezus dan? Ik zei het al, Jezus pleegde lijdelijk verzet. Als Hij werd tegen gewerkt, zeg maar geslagen dan hield Hij niet op de mensen de naaste liefde voor te houden en dat is iets wat wij ook moeten doen. Steeds maar opnieuw je naaste niet haten, maar liefhebben.

Liefde is een aangeboren iets. Als kind heb je je moeder lief, je vader lief, omdat deze je geborgenheid bieden en je liefde strekt zich soms verder uit als er broers en zusters zijn; later tot liefde van je vrienden en vriendinnen en uiteindelijk, in de meeste gevallen, tot de liefde van je leven. aat wordt aangeleerd door het voortdurend stoken dat b.v. sommige mensen of groepen mensen niet gewenst zijn, dus dienen deze te verdwijnen. Als je niet in liefde bent opgegroeid laat je je maar al te makkelijk deze filosofie aanpraten en begin je er aan mee te doen. Als je in liefde bent opgegroeid heb je geleerd dat ook anderen het recht hebben om gelukkig te leven, waar dan ook en desnoods vlak naast je.

 

Door alsmaar elkaar te blijven wijzen op de naaste liefde en deze zelf ook uit te dragen zal de haat uiteindelijk worden uitgebannen.

Dit is een langzaam werkend proces. Het einde van dit proces zullen u en ik niet meer mee maken, maar een succes zal het uiteindelijk wel worden.

Hierbij hebben wij veel hulp nodig van elkaar, maar ook van de Man die ons daarin is voorgegaan. En als wij Hem daarom vragen zal het ons ook gegeven worden.

Laten wij beginnen hier in onze eigen gemeenschap. Laat daarin de naaste liefde de maatstaf zijn van onze saamhorigheid, daarna zal de naaste liefde zich uitbreiden en uiteindelijk de haat, naar wie of wat ook overwinnen. Dat het zo mag worden.

 

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2004-06-20 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl