Bijdrage Maruja Bredie, viering 8 augustus 2004

 
 

Voorganger: Maruja Bredie

 
       
 

 

Lectrice: Yvonne van der Velden

Thema: Zomervieringen 2004 - deel 5 - Mensen die grenzen verleggen

Subthema: Maria Magdalena - De leerling van wie Jezus het meeste hield.

Lezingen:

fragment uit "volgens Maria Magdalena" van Marianne Frederiksson

uit het "evangelie:  van Maria 9; 4-20

Inleiding en welkom.

Lieve mensen, welkom hier vandaag in deze dienst in de Duif, fijn dat jullie op deze morgen van weer een veelbelovende warme dag de moeite hebben genomen om hier aanwezig te zijn om met elkaar samen deze viering te beleven. Het is vandaag de vijfde zondag in de zomerserie van de Duif die dit jaar gaat over mensen die grenzen verleggen. Vandaag laten we Maria Magdalena aan het woord komen. Wie was deze Maria van Magdala? Wie was deze vrouw? Welke bijzondere rol speelde zij in het leven van Jezus.

 

Het was een vrouw die grenzen verlegde en we gaan luisteren naar woorden uit het Evangelie volgens of naar Maria, in dit evangelie komt Maria zelf aan het woord en zij maakt ons deelgenoot van haar ervaringen en herinneringen aan de gebeurtenissen van haar tijd met Jezus. Want zij was erbij, zij was aanwezig bij de zeer belangrijke gebeurtenissen in het leven van Jezus. Zij was aanwezig bij zijn dood en zij was als eerste bij zijn graf en kwam daar tot de ontdekking dat het graf leeg was. Zij vertelde als eerste over zijn opstanding. Zij heeft ons veel te vertellen, een vrouw die dicht bij Jezus stond, misschien wel zo dicht bij dat zij ook inzicht had of zelfs weet had van zijn gevoelens, zijn angsten, zijn mogelijke twijfels.

 

In december 1945 deed een Arabische boer Muhammed Ali al-Samman in de plaats Nag Hammadi in Boven-Egypte een bijzondere ontdekking, hij vond aan de voet van het Jabal-al Tarif massief een kruik waarin een flink aantal documenten verborgen zat. De kruik bevatte 13 lederen banden met daarin 52 geschriften. Het is vervolgens bijzonder boeiend om de verdere reis van deze geschriften te volgen, het zwarte circuit heeft er goed aan verdiend maar uiteindelijk na veel omzwervingen, de bureaula van een directeur van een museum, een kluis ergens in Egypte, jaloerse geleerden, kwam er een Engelse vertaling waardoor het mogelijk werd voor geleerden om deze teksten te bestuderen.

 

Een van de gevonden teksten betreft het Evangelie van Maria, een tekst waarvan men zegt dat hij niet ouder kan zijn dan eind tweede eeuw van onze jaartelling en die Maria uit Magdala aan het woord laat. Zij vertelt ons wat volgens haar de bedoeling van Jezus woorden en daden geweest is, zij vertelt ons hoe het volgens haar gegaan, zij was er getuige van. Wij lezen vandaag ook stukjes tekst uit het boek Maria Magdalena van Marianne Fredriksson, zij laat in haar boek Maria tot leven komen als een echte vrouw, een vrouw haar leven en lichaam deelde met Jezus en hem steunde op zijn moeilijke tocht tot het bittere einde.

 

Wat waar is van het beeld dat Fredriksson ons schetst, wie zal het zeggen, u en ik zijn geen getuigen uit die tijd. Maar Maria was er zelf bij, laten we vandaag luisteren naar wat zij ons te vertellen heeft.

 

Overweging.

“Laten we zijn grootheid prijzen, omdat Hij ons toebereid heeft. Hij heeft ons mens gemaakt.”

 

Het waren deze woorden uitgesproken door Maria Magdalena die hun hart naar binnen deed keren, naar het goede. De oudste bronnen die we over Maria Magdalena kunnen raadplegen zijn de evangeliën in het Nieuwe Testament. De vier evangelisten geven ieder hun verhaal over Jezus. Ze vertellen niet alleen ieder hun eigen verhaal over Jezus ook als het over Maria Magdalena gaat schetst ieder zijn eigen beeld. Er zijn zeker overeenkomsten, ze gebruiken alle vier voor haar dezelfde naam: namelijk Maria de Magdaleense, ze zijn het er ook alle vier over eens dat ze één van de volgelingen van Jezus was en zij zijn van mening dat ze een rol speelde in zijn kruisiging, zijn graflegging en opstanding. Hoe deze rol eruit zag, daarover verschillen ze van mening. Toch voel je een teleurstelling als deze bronnen bestudeerd, er wordt geen licht geworpen op wie deze vrouw nu eigenlijk was. We weten niet precies hoe oud ze was toen ze Jezus ontmoette, weten we ook niets van haar jeugd of van haar familie, ze vertellen ons niets over wat er met haar gebeurd is na de dood van Jezus. Het is pas veel later dat de officiële kerkelijke instanties zich weer verdiepen in de rol en de betekenis die deze vrouw zou hebben gehad.

 

Maria Magdalena werd geboren in Magdala, een stad aan de oever van het meer van Galilea. Flavius Josephus, joods geschiedschrijver uit de eerste eeuw spreekt over de stad Tarichea, deze stad zou op dezelfde plaats liggen als Mejdel waarbij de een de Griekse benaming en de ander de Joodse benaming voor dezelfde stad is. Maria leefde in een tijd dat het land gebukt ging onder de Romeinse bezetting, het joodse land werd ingelijfd in het Romeinse rijk een proces dat met veel geweld en strijd gepaard is gegaan. Het geweld had ook zeker een religieuze achtergrond, opstandelingen weigerden geregeerd te worden door buitenlandse bestuurders die de godsdienst niet aanhingen. Dit werd door hen gezien als een overtreding van de Wet die God zelf door Mozes had ingesteld.

 

Het bijzondere is dat alle Maria's genoemd in het Nieuwe Testament herkenbaar zijn aan hun familie: Maria de moeder van Jezus, Maria de moeder van Jacobus etc en dan Maria van Magdala. Zij bevond zich zoals gezegd in het gevolg van Jezus, niet als enige vrouw maar samen met andere vrouwen wel wordt zij steeds bij naam en als eerste genoemd als het gaat over de vrouwelijke volgelingen. Jezus onderwijs, om het zo te benoemen, was zowel voor mannen als vrouwen bedoeld, dat blijkt uit het feit dat Hij bij zijn vele voorbeelden en verhalen aansluiting zocht bij beider leefwereld.

 

We lezen in Luc 9, vers 18-22 dat zijn discipelen erbij waren ook op de momenten dat hij zich in eenzaamheid terugtrekt om te bidden en wanneer hij praat over zijn opstanding, de vrouwen behoorden dus tot deze kleine kring van discipelen. De vrouwen horen tot de discipelen die dingen weten en van Jezus te horen krijgen die voor anderen nog verborgen moeten blijven. Discipel van Jezus te zijn, behoren tot de kleine kring van zijn permanente volgelingen had ingrijpende gevolgen voor het dagelijks levenspatroon, zeker voor een vrouw. Jezus volgen betekende rondzwerven, alles achterlaten, een zelf gekozen leven in armoede en eenvoud. Het betekende omgaan met andere discipelen, rijk en arm. Het betekende ook gevaar zowel van joodse als van Romeinse zijde. Dit alles had Maria Magdalena ervoor over om Jezus te volgen. De vraag die nu naar boven komt is als er zowel mannen als vrouwen in het gevolg van Jezus waren waarom is er dan zo weinig over geschreven?

 

We komen er als het ware plotseling achter dat vrouwen de belangrijkste getuigen zijn geweest, Maria Magdalena was getuige van zijn kruisiging, van de graflegging, van het lege graf en van de openbaring daarover. Vrouwen als getuigen, dat moet wel een historisch gegeven zijn want zo iets ongemakkelijks verzin je niet, zowel voor de Joodse als de Romeinse traditie was dat kun je zeggen een niet overtuigend bod.

 

Johannes brengt een ander facet naar voren in zijn evangelie namelijk de vasthoudendheid van Maria, zij wilde hem niet in de steek laten bij zijn dood en ook het graf wilde ze niet verlaten, zij wil Jezus vasthouden zoals ze hem gekend heeft in zijn aardse gestalte. Johannes schildert haar niet zozeer als kroongetuige van het lege graf maar als kroongetuige van wat Jezus opstanding nu precies inhoudt.

 

Dankzij haar vasthoudendheid, zegt Esther de Boer is zij degene die leert dat het niet om vast-houden gaat. Jezus vraag haar zich niet langer vast te houden aan de zichtbare leermeester, maar zich vast te houden aan de leer. Zijn Vader zal ook voor haar Vader zijn, zijn God zal ook haar God blijken. Dit is de boodschap die ze moet uitdragen. En dit is wat Maria ook gedaan heeft. Uit de tekstfragmenten van het Maria evangelie komt Maria aan het woord, zij spreekt de andere discipelen toe over wat Jezus precies gezegd heeft wat zijn bedoeling daarmee is geweest. De liefde die hij voelde voor mannen en vrouwen, hij had respect voor ieder als mens. Geduld, nederigheid en liefde dat was de boodschap die Jezus ons gebracht heeft en die Maria na zijn dood heeft verteld en doorgegeven.  

Ze is goed op de hoogte van wat hij precies gezegd heeft, ze stelt niet alleen vragen ze interpreteert en memoreert. In het evangelie naar Philippus vertelt de auteur dat Jezus meer hield van Maria Magdalena dan van al zijn leerlingen. Jezus antwoordt daarop: ‘waarom houd ik niet van jullie zoals van haar? Een blinde en iemand die kan zien, verschillen niet van elkaar, wanneer ze allebei in het donker zijn. Wanneer het licht wordt, dan zal de ziende het licht zien en de blinde in het donker blijven'. Maria Magdalena komt hier naar voren als een ziende, als een vrouw die in staat is om het licht te ontwaren, zij kende het Al. Haar inzicht werd dus heel oog ingeschat. Ze staat op en omhelst de discipelen. Tegenover het verdriet en de wanhoop stelt Maria de lofprijzing, niet lijden van Jezus maar zijn grootheid heeft in haar ogen het laatste woord. Een grootheid die reeds gebleken is, Hij heeft ons mens gemaakt. Het gaat om het herscheppen van mens tot mens. 

Met het uitdragen van deze boodschap heeft Maria Magdalena grenzen verlegd. Een dergelijke boodschap uit de mond van een vrouw, een vrouw die Jezus gekend heeft, misschien zelfs op een andere manier dan het katholieke gezag ons later heeft doen willen geloven. Het is dan ook typerend dat bij haar heiligverklaring in de negende eeuw, de kerk haar niet heilig verklaard heeft als apostel der apostel maar als Maria Magdalena van de boetedoening. De vrouw van wie zeven duivels waren uitgegaan, een prostituee die door Jezus in genade was aangenomen. Men heeft de keus gemaakt aan te nemen dat vrouwen in de eerste eeuwen ons weinig te vertellen hadden. Gelukkig weten we nu dus meer maar het is moelijk om de beeldvorming die zich in de loop van de tijd ronddom deze vrouw heeft gevormd te veranderen. Fredriksson schets ons een vrouw van vlees en bloed, een geloofwaardig beeld zoals het geweest zou kunnen zijn.

Ik vond zelf heel treffend in het boek van Fredriksson de felheid en de vasthoudendheid die zij liet blijken in de discussie met Simon Petrus en Paulus, want zij was erbij zij wilde bij de waarheid blijven hoe het echt gebeurd is. Niet meegaan met alle wilde verhalen en verzonnen feiten die aan de gebeurtenissen zijn toegevoegd. Een vrouw die het als haar taak zag om als naaste van Jezus zijn ideeën door te geven en uit te dragen. Goed voor elkaar zijn zonder onderscheid in man vrouw, rijk arm.

De liefdevolle toewending en de verlossende kracht van Jezus zijn in ieder mens te vinden. En zo zij het.

 

 

 
 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Maruja's "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2004-08-08| © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl