|
||||
Bijdrage Cees Blaauw, viering 31
oktober 2004
|
||||
Voorganger: Cees Blaauw Lector: Gerdie van Dijk
|
||||
Lezingen: Jezus Sirach 11; 34 en 12; 1-2 Jac. 2; 8-9 en 12-13 Lucas 19; 1-10 |
||||
Overweging Vandaag staat de man centraal die Jezus wel eens graag wilde zien. Deze man, Zacheus genaamd, had veel over deze Jezus gehoord, maar had Hem nog nooit gezien.
Heeft u ook wel eens dat gevoel, dat verlangen, dat u Jezus zelf wel eens wilt zien, met Hem wil praten over de moeilijkheden waar u mee zit, over dat gene wat u in geloofszaken dwarszit. Maar wij krijgen Jezus niet te zien, voor ons geldt:”Zalig zijn zij die niet gezien hebben en toch geloven.” Nee wij moeten het doen met verhalen over Jezus, over dat gene wat Hij tot de mensen van die tijd heeft gezegd en over de daden die Hij toen heeft gesteld. En die verhalen zijn doorverteld door hen die zich zijn volgelingen noemden want zij konden het vertellen uit de eerste hand. En de mensen die de verhalen hoorden vertelden het verder en ze werden weer doorverteld en zo kunnen, wij die de verhalen nu ook horen, spreken over Jezus, nadenken over dat gene wat Hij destijds vertelde aan zijn tijdgenoten en wat Hij toen heeft gezegd en gedaan vertellen wij weer door.
En vandaag gaat het verhaal over Zacheus, een tollenaar, ja een oppertollenaar, een man die het niet zo nou neemt met de eerlijkheid. Door die oneerlijkheid is hij rijk en welgesteld geworden, maar vrienden heeft hij zich hierdoor niet gemaakt, want bezoek van zijn buurtgenoten of van welgestelden zoals hij ontving hij niet veel, zeg maar nooit. En laat die Jezus zichzelf nu bij hem uitnodigen.; Jezus de man waar hij veel over had gehoord, die hij wilde zien en waarvoor hij in de boom geklommen was. En dan geschiedt het wonderbaarlijke, Zacheus draait om als een blad aan de boom. Hij is zo door Jezus woorden geraakt, dat hij Zacheus de oppertollenaar, de opper oplichter, zijn bezit ter beschikking stelt aan hen die door hem zijn opgelicht. En wat zegt Jezus als Hij dit alles ziet? Hij prijst Zacheus en zegt dat Zacheus ook een zoon van Abraham is en dat er redding is gekomen over zijn huis. En Hij vervolgt met:”De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.
Weer zo'n mooi verhaal. Geloven wij dan in verhalen of zoeken wij naar de boodschap, de waarheid in die verhalen? Vele godgeleerden hebben in het verleden en ook in het heden zich verdiept in deze verhalen, maar de enige, de echte waarheid hebben zij nog niet gevonden, want zij zoeken nog steeds verder. En als deze knappe koppen het niet kunnen vinden, hoe moet het dan met ons, simpele zielen? Wij moeten het doen met het goede boek met daarin alle ons bekende verhalen. Wie zal ons hier de weg in wijzen? Het is Hij die er steeds weer in terugkomt en die steeds aanwezig is op de kritieke momenten van het Joodse volk. Het is de Enige, de Allerhoogste, de Liefdevolle die steeds weer zijn handen uitstrekt naar de Israelieten op momenten dat zij die hulp nodig hebben. En uiteindelijk stuurt Hij zijn Zoon in de vorm van een mens en deze mens is het die verteld heeft wie en hoe zijn Vader is. En het is door Jezus dat al die oude verhalen vorm en gestalte krijgen. Jezus legt het ons uit en het is aan ons of wij die uitleg willen oppakken en er ons voordeel mee willen doen.
Afgelopen week is de nieuwe Bijbel vertaling uitgegeven; dat was een hele plechtigheid die werd bijgewoond door onze koningin, door kardinalen en andere meer of minder hooggeplaatste personen. Het was indrukwekkend. Maar geloven wij nu anders door deze nieuwe vertaling? Dat geloof ik niet. De kern van de Bijbel is gelijk gebleven, want of je nu de oude Staten Bijbel leest, of de uitgave van Het Nederlands Bijbel Genootschap, of deze nieuwe Bijbel vertaling, de kern, de boodschap blijft gelijk en het is aan ons om deze boodschap uit te dragen.
Morgen en overmorgen worden de feesten van Allerheiligen en Allerzielen herdacht, zo u wilt gevierd. Het is goed deze gedenkdagen in ere te houden, want er leven vele heiligen onderons en er hebben er ook velen onder ons geleefd en die zich nu mogen verheugen in het eeuwige leven. Maar wat is een heilige? Iemand die wonderen verricht en op de hoeken van de straten en op pleinen toespraken houdt over de naaste liefde? Of is het de eenvoudige mens die in stilte probeert te leven naar de richtlijnen die door de man uit Nazareth zijn uitgezet. Ik persoonlijk neig naar het laatste en daar zijn er meer van dan wij denken. Voor deze mensen is het ook zinvol dat er een feest is van Allerzielen en dat wij dan daarbij onze dierbare doden gedenken is dan ook begrijpelijk.
Ik wil nòg een zijsprong maken. Vandaag is het ook de dag van de Reformatie. Wij gedenken dat Maarten Luther in 1517 zijn vijf en negentig stellingen aan de kerkdeur spijkerde in Wittenberg. Dat door deze daad bloedige vervolgingen zijn ontstaan van rooms katholieken op de volgelingen van de Reformatie en andersom ook, heeft Maarten Luther en zijn volgelingen niet kunnen voorzien. Nu in onze tijd staan wij milder tegenover elkaar, getuige het feit dat de nieuwe Bijbel vertaling tot stand is gekomen door zowel katholieken als volgelingen van de Reformatie. Het is goed dat wij de dag van de Reformatie gedenken, want dat houdt in, dat een ieder de Eeuwige mag benaderen zoals hij denkt dat het goed is. Wij zijn dus één in verscheidenheid,”want was het niet Jezus die gezegd heeft:”in het huis van mijn Vader zijn vele woningen.
Maar nu nog even terug naar de lezingen van vandaag, dat zijn er drie en alle drie uit een ander tijdperk. Jezus Sirach zegt dat als je een goede daad verricht, je dank zult ontvangen, zo niet van de ontvanger van die goede daad, dan wel door de Eeuwige. In de Jacobus brief lezen wij, dat wij onze naaste moeten liefhebben als onszelf. Dit klinkt ons niet vreemd in de oren, want dat Jezus de farizeeen ook laten zeggen als Hij hen vraagt wat het tweede gebod is in de wet. In de evangelie lezing zien wij hoe Zacheus zich bekeerd, de helft van zijn vermogen ter beschikking stelt aan de armen en hoe hij Jezus beloofd diegenen die hij, Zacheus, heeft afgezet, dit viervoudig zal teruggeven.
Volgens mij is het zo, dat als wij een goede daad verrichten, als wij onze naasten liefhebben als ons zelf, als wij wanneer wij iemand benadeeld hebben en wij dit onrecht herstellen, dat wij dan een aan God welgevallige daad hebben gedaan. En als wij dit blijven doen, zij het met vallen en opstaan, dan zullen wij ook eens behoren bij al die heiligen en mogen wij ons verenigen met Allerzielen, met al diegene die zich mogen verheugen in het eeuwige leven.
|
||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers | |
||||
|
||||
RG 2004-10-31 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||