|
||||
Bijdrage Alet Aalders, viering 2e Kerstdag - 26 december 2004 | ||||
Voorganger: Alet Aalders |
||||
lectrice: Angela van der Marck |
||||
Lezingen: Jes. 52; 7-10 en een oude levensbeschrijving van Franciscus van Assisi in Greccio ca. 1225 |
||||
Thema: Ik geef je een voorbeeld
Welkom en Inleiding U allen hier bijeengekomen om samen 2 e kerstdag te vieren: wees welkom Zet uw hart op jubel, zing de dag maar open, want goed nieuws hebben we te melden. God is niet ver. Dat is het blijde nieuws van deze dag. Hoe hard hebben we het nodig dat goed nieuws echt in ons midden wordt gebracht? In het hart van ons leven? Jesaja heeft geen twijfel; dat goede nieuws hebben we hard nodig; we kunnen niet zonder. Uit de tekst van Jesaja die we straks lezen spreekt hoop en moed. In lastige tijden, ingewikkelde tijden zoals waar wij tegenwoordig in leven heb je behoefte aan hoop en moed en ook eenvoud. Die eenvoud die we zien in de kerststal. De 2 e lezing vertelt over het ontstaan ervan. God's bedoelingen met ons worden op twee manieren aanschouwelijk gemaakt. Als iets moeilijk in woorden is uit te leggen zeg je: wacht, ik geef je een voorbeeld of wacht, ik laat het je zien. In Jezus heeft God ons zijn bedoelingen met de wereld getoond, in zijn geboorte zien wij de eenvoud van de boodschap. Vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Gebed God van mensen, niemand heeft U ooit gezien. In uw Zoon Jezus bent U ons nabij gekomen; Hij is uw licht in onze duisternis, ons heil en onze vrede. Wij bidden U: maak ons stil dit uur, een en al aandacht voor U en voor Hem die U zond: Jezus uw Zoon, woord van U, licht voor de wereld En open ons hart om deze vreugde te delen met ieder mens. Amen
|
||||
Overweging. Direct na de erkenning van het christendom door Constantijn de Grote in 312 werden christelijke voorstellingen afgebeeld op stenen sarcofagen. Afbeeldingen van het kerstverhaal behoren tot de oudste christelijke voorstellingen. De Kerstafbeeldingen bestonden symbolisch alleen uit het Kind in de kribbe met de os en de ezel. De os en de ezel werden al door de kerkvader Origenes (185-254) bij de kribbe betrokken op grond van de profetie in Jesaja 1:3: “Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets” en in Habakuk is de boodschap: “In het midden van twee dieren zult U gekend worden.” De os en de ezel verwarmen met hun adem het Kind. Nog in de vierde eeuw wordt de voorstelling uitgebreid: Maria zit naast de kribbe met soms Christus op haar schoot. Eén of twee herders horen de verkondiging van de engel of aanbidden het Kind. De wijzen uit het Oosten reizen de ster achterna of aanbidden het Kind met geschenken in de hand. Jozef staat terzijde. Aanwezig is soms een profeet met een boekrol.
Plaats van handeling is bij Matteüs een huis (2:11). In het proto evangelie van Jacobus, een apocrief boek, is sprake van een grot (18:1). Lucas heeft aanleiding gegeven tot de gedachte aan de stal door het woord voederbak (2:7), zo u wilt kribbe. Dit rechtvaardigde het verschijnen van de os en de ezel die in een stal te vinden zijn maar niet in enig evangelie voorkomen. De os is een rein dier, de ezel onrein. Dat vinden we verklaard in Deuteronomium 14:3-8 wat handelt over reine en onreine dieren en Deuteronomium 22:10 waar staat: U mag een os en een ezel niet samen voor de ploeg spannen. De os en de ezel staan in de kerststal symbool voor alle mensen. Zij komen Jezus met hun adem verwarmen. Zij staan symbool voor de liefde van het kind daar geboren die er niet alleen zal zijn voor een bepaalde groep mensen maar voor een ieder er wil zijn.
In de late Middeleeuwen komt de stal weer in beeld. De oorsprong hebben we net gelezen. Franciscus van Assisi wil de herinnering oproepen aan het kind, dat in Betlehem geboren is, en zo goed mogelijk met eigen ogen de behoeftige omstandigheden zien, waarvan het , toen het nog maar net geboren was, al te lijden had; Hij wilde zien hoe het daar in de voederbak op stro lag tussen een os en een ezel. De uitbeelding brengt ons weer in de 4 e eeuw . Alleen het kind in de kribbe en een os en een ezel. In eenvoud uitgebeeld het kind en wij.
Het aardige aan kerststallen is dat zij veelzeggend zijn over de visie van de makers op het kerstgebeuren. Zo to the point als Franciscus blijft bij de kern, zo groots verliezen mensen zich soms in de boodschap van kerst. Sommige kerststallen bestaan uit gehele opgezette levens grote dierentuinen en van allerlei dagelijkse taferelen. Eeuwenlang werd de stal gesitueerd in een omgeving die te vergelijken was met die waarin de makers zelf leefden en werkten. Kennelijk is er ons veel aan gelegen het kerstverhaal dichtbij de mensen te brengen en het gevoel op te roepen dat de geboorte niet iets was van ‘daar en toen' maar van ‘hier en nu'. Voor hen, voor mij is het belangrijker dat het kind ieder jaar weer in ons wordt geboren dan dat het in een huis, grot of stal in Bethlehem ter wereld kwam. Die eenvoud van de stal brengt een gevoel van geborgenheid terug. Van de tijd van kind zijn toen het leven nog niet zo ingewikkeld in elkaar stak. Het kind roept tot het kind in ieder mens. De boodschap is niet moeilijk. Het is een visioen van vrede. De eerste lezing vertelt van dat visioen van vrede. In een tijd dat Jeruzalem door oorlog verwoest is, en haar bewoners in ballingschap zijn weggevoerd, ziet de profeet Jesaja een vreugdebode die goed nieuws brengt: hij heeft een visioen van heil voor iedereen: bedreigingen zijn voorbij, ballingen kunnen weer vrij uit leven, mensen zullen samenleven met elkaar. Hoe
welkom, hoe fel begeerd is die boodschap. Als het leven hier in Nederland
steeds gecompliceerder lijkt te worden, als de wereld nog steeds in brand
lijkt te staan, als bij jou van binnen de boel in puin ligt, als er stenen
op je maag liggen, als de brokstukken van het verleden op je drukken,
als je toekomst onzeker is, dan is die boodschap van heil, van heel worden
natuurlijk heel welkom, maar is het ook moeilijk of bijna onmogelijk om
er in te geloven.
Hoe ingewikkelder we een kerststal maken, hoe ingewikkelder ons leven in een steekt des te gemakkelijker verliezen we de boodschap en ons doel in het leven. God's bedoelingen met ons werd op twee manieren aanschouwelijk gemaakt. Als iets moeilijk in woorden is uit te leggen zeg je: wacht, ik geef je een voorbeeld of wacht, ik laat het je zien. Geeft ons terug de ogen van dat kind. In Jezus heeft God ons zijn bedoelingen met de wereld getoond, in zijn geboorte zien wij de eenvoud van de boodschap. Vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Amen
Nodiging Gezegend zijt Gij om Jezus, uw zoon, onze broeder. Gezegend om wat Hij geeft, brood van eeuwig leven Gezegend om brood en wijn, teken ons gegeven. Sterk ons met uw Geest als wij dit delen, Tot zijn gedachtenis.
Jezus heeft nooit iemand uitgesloten, kom dan want alles staat gereed.
Zegenbede God van mensen, U hebt uw volk getroost, en bent ons tegemoet gekomen met uw goedheid en uw trouw. Wij danken U voor dit kerstfeest dat nieuwe hoop brengt op een wereld van vrede en gerechtigheid. Wij bidden U: draag ons verder. Blijf met ons begaan door Jezus uw zoon, woord van U, licht voor de wereld.
Wij vragen uw zegen
De Eeuwige zegene en behoede u de Eeuwige doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; De Eeuwige verheffe Zijn aangezicht over u en geve u Vrede.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest Amen
|
||||
|
||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers | |
||||
|
||||
RG 2004-12-27 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||