Bijdrage Cees Blaauw, viering 9 januari 2005
 
 

Voorganger: Cees Blaauw (l)

Lector: Vincent Kemper (r)

 
         
 

Lezingen:

Jes. 42; 1-4 en 6-7

Matt. 3; 13-17

         
         
 

Overweging

Het is alweer twee weken na Kerstmis en het is tijd om de kerststal, de kerstboom en alle daarbij behorende slingers, ballen en wat nog meer met kerstversiering te maken heeft op te ruimen en misschien heeft u dat al opgeruimd. We gaan weer over tot de orde van de dag, maar dat gaat zo gemakkelijk niet met al die beelden van de ramp in Azie nog voor ogen.

Natuurlijk heeft u al uw bijdrage, naar vermogen, gegeven, maar daar is de kous niet mee af. In de nabije en ook in de verre toekomst zullen de mensen daar onze hulp hard nodig hebben en dan moeten wij ook bereid zijn die hulp te geven.

Terug naar vandaag; ik zei het al, wij moeten opschieten want over amper twee maanden is het alweer Pasen en in die korte tijd hiervoor moeten wij nog het hele arbeidzame leven van Jezus door en dan nog zijn lijden en sterven en tenslotte de opstanding; dus er veel werk aan de winkel.

Vandaag herdenken wij de doop van de Heer, zoals dat officieel heet, in de volksmond heette het de doop van Jezus in de Jordaan.

 

Johannes de Doper waar we in de Adventstijd kennis mee hebben gemaakt is vandaag ook weer in beeld. Johannes die gezien werd als de nieuwe leider van het Joodse volk, heeft steeds vol gehouden:” Ik ben het niet die gij verwacht, maar na komt iemand die groter is dan ik en ik ben nog niet waardig zijn sandalen vast te maken.” Als Johannes dan al zo`n grote aanhang had, en als Johannes al werd gezien als de nieuwe leider van het volk, wie en wat moet diegene dan zijn, die na hem komt en hoe herkennen wij die dan? Wij, die het verhaal kennen, weten dat Jezus niet uit was op wereldlijke macht. Verscheidene malen hebben zijn volgelingen getracht om hem koning te maken, maar hij heeft zich daar steeds aan onttrokken. Maar bij zijn doop vandaag zien wij zijn grote macht als hij uit het water van de Jordaan komt; dan klinkt er een stem uit de hemel die gebied om naar hem te luisteren en om dat gebod kracht bij te zetten verschijnt de Heilige Geest in de vorm van een duif. Velen zullen verbaasd toegekeken en toegehoord hebben, maar hebben zij daar van geleerd, want zij waren toch ook gedoopten door Johannes? Ik denk het niet, want verscheidenen van hen zullen later roepen:”Aan het kruis met hem!” Deze mensen waren dus wel gedoopt met water, maar niet met de Geest. Zo is het heden ten dage nog.

Velen zijn gedoopt, hebben de doopbelofte afgelegd, of deze belofte is namens hen uitgesproken, maar de Geest is nog niet door gedrongen. Beloven dat je getrouw Gods geboden zult onderhouden is één, de geboden werkelijk onderhouden is twee.

Jezus liet zich dopen in het water van de Jordaan, om te kennen te geven dat hij zich voelde aangesloten bij die mensen die iets nieuws wilden, een verandering van de kijk op de bestaande geboden en verboden. Maar het nieuwe wat Jezus voor ogen had was geen verandering van de bestaande orde, Jezus probeerde de mensen te laten zien dat met niet naar de letter van de wet moet kijken, maar naar de Geest van de wet. En nu wij gedoopten,wat zegt ons dit verhaal?

Worden wij geïnspireerd door Gods Geest maar wanneer hebben wij die Geest ontvangen? Wij zijn gedoopt met water, maar Jezus heeft gezegd: ”Johannes doopte met water, maar ik zal u laten dopen met de Geest.” Deze uitspraak geldt ook voor ons. Dopen met water alleen is niet voldoende, men moet zich laten dopen door de Geest. Daar is geen speciale dienst of wat ook voor nodig; men moet voor de Geest open staan. Door eerlijk en getrouw te doen wat Jezus ons geleerd heeft ontvangen wij iedere keer weer de heilige Geest. Je medemens liefhebben hier dichtbij en nu zeker onze medemens veraf die in grote nood is; proberen je bezit en kennis met anderen te willen delen; geen geweld plegen, maar luisteren naar de ander, dat zijn ding en die Jezus ons voorhield .

 

Met Kerstmis gedenken wij dat er iets nieuws is begonnen door de geboorte van Jezus de Messias. Door zijn licht zal het nu beter gaan. Met Pasen gedenken wij dat er weer iets nieuws is gebeurd nl: dat door de opstanding van Jezus de dood is overwonnen. Met onze doop is er ook iets nieuws begonnen; wij zijn opgenomen in de grote christengemeenschap, maar door ons te laten begeesteren door de Geest is er werkelijk iets nieuws begonnen. Wij kunnen laten zien dat liefde en vrede werkelijkheid kunnen worden; dat wij geen oorlog behoeven om anderen te overtuigen dat wij beter zijn ; dat wij niet uit zijn op het bezit van de ander en dat geweld niets oplost, maar dat liefde het grootste wapen is dat de mens bezit. Dopen met water of door de Geest zou kunnen duiden dat het een beter is dan het ander. Niets is minder waar. Als men gedoopt is met water, dan kan men zich, als men zich aan de doopbelofte houdt, makkelijker openstellen voor de Geest en daardoor door hem gedoopt worden. En zelfs als men niet met water gedoopt is kan men toch door de Geest gedoopt worden. Het is een kwestie van zich openstellen en doen wat er gedaan moet worden. Dopen als een nieuw begin, zeker aan het begin van een nieuw jaar is een mooie gedachte. Laten wij dus, of wij nu gedoopt zijn met water, of gedoopt zijn door de Geest, of gedoopt zijn door water en Geest, een goed voornemen maken om te leven volgens die Geest, dan wordt het een goed 2005 ondanks rampen en tegenslagen.


       
       
 

| Cees' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2008-04-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl