Bijdrage Rob, viering 16 januari 2005

 
 

Voorganger: Rob Gijbels

Lector: Nicole van Eijck

 
 

 

 
         
 

Lezingen

Jes. 49; 1-6 en

Kol. 1; 25-27

Joh. 1; 29-34.
 
         
 

Welkom en inleiding.

 

Goedemorgen allemaal en hartelijk welkom in De Duif. Trouwe Duiven welkom, maar ook als u niet zo vaak komt of wellicht zomaar binnen bent komen lopen, dan ben u hier allemaal even welkom.

Het is een koude wintermorgen, maar hier binnen is het warm. En zo zou het in het leven ook moeten zijn, dat je van binnen een warm hart hebt. Dat ligt ook dicht bij het thema van deze ochtend, u zult dat straks bemerken.

 

U kunt wellicht ook opmerken, dat we bijna een zelfde evangelielezing hebben als vorige week, alleen lezen we ‘m nu uit een ander boek; Johannes doet nu het verslag. Ik wil het vandaag bezien vanuit hetgeen Jesaja ons in de eerste lezing meegeeft.

Zo pakken we de lijn van de dienst van vorige week op en bouwen het verder door. Zodanig dat we ook volgende week deze mini-serie afronden en dan verzorgt Fred de overweging.

 

Ik wens ons allen een goede en warme viering toe.

 

Overweging.

Beste mensen,

als ik u de uitroep voorleg: “Fotografen, opgerot!!” waar denkt u dan aan? Aan een soapster, die als een Assepoester wordt achtervolgd door de paparazzi? Het wàs: een hartekreet van onze kroonprins Willem Alexander, die in zijn studententijd in Leiden een biertje in een kroeg dronk, die met een peperdure auto een sloot in dook … Voor een toekomstige koning gedroeg hij zich iets te gewoon… èn hij voldeed niet aan de verwachtingen die men van een toekomstige koning had. Ook het uitbundig successen met topsporters delen op de Olympische spelen hoorde naar de smaak van velen in ons Calvinistisch landje niet bij een Heer-van-stand! … Misschien heeft hij die drang om een gewoon mens te zijn wel geërfd van zijn oma Juliana, die er ook om bekend stond dat ze letterlijk graag naast de rode loper liep. Juliana, die niet schroomde voor de weg van de meeste weerstand en niet altijd het geeikte pad bewandelde.

 

Deze week kwam breed in het nieuws, dat prins Harry een stupide fout had gemaakt, door in een Nazi-uniform een feestje op te komen leuken. Fotografen signaleerden dit terecht op de voorpagina's van hun kranten. Dit soort gedrag verwacht je niet van de broer van een toekomstige koning.

Het gaat mij niet om de rol van Willem Alexander of hoe erg is die misser van Harry. Maar … wèl: wat verwachten mensen van een koning? Hoe kijken mensen tegen elkaar aan?

Laten we duiken in Jesaja en Johannes: wat verwachtten mensen van de Messias? Aan welk beeld Hij moest voldoen?

 

De perikoop uit Jesaja maakt deel uit van vier profetieën. Theologen zij het niet met elkaar eens over de vraag of hier het volk Israël is bedoeld of een koning of een profeet, maar het meest gangbaar is de oud-joodse opvatting, dat hier gedoeld wordt op de komende Messias. Vier profetieën die de aanstaande Messias beschrijven in trekken die het gewoon-menselijke bijna te boven gaan. In de eerste profetie – die we vorige week lazen- wordt gesproken over zijn toerusting, zijn roeping en taak. Hij zal zich als zielzorger openbaren en het lot van zwakken en gebrokenen aantrekken. In de doop met water en/of de doop van de geest, kun je het teken zien om iets nieuws te beginnen, zoals Cees Blaauw vorige week vertelde.

 

Jesaja pakt vandaag hierop door. Een voorzegging dat de Messias voor de gehele wereld is geroepen en gezonden. En de Messias heeft de profetische kracht om doordringende woorden te spreken. Zoals een strijder een zwaard, een puntige pijl en pijlkoker altijd dicht op het lijf draagt, zo wordt de Messias geborgen in de hand van de Eeuwige om op het juiste moment met zijn krachtige woorden op te kunnen treden.

”Eilanden en kustlanden” staat er in een oudere vertaling; alles wat de Middellandse zee destijds omringde wordt er gezegd - de verre, wijde wereld - bekend of onbekend. De boodschap om elkaar tot licht en liefde te zijn is niet alleen bestemd voor een select groepje; het zou een basishouding van een ieder moeten zijn.

 

Natuurlijk kende Johannes de oude profetieën over de Messias. En daar hoorde ook zeker de zorg voor zieken en zwakkeren bij. Johannes, neef van Jezus en ook afkomstig uit een familie van priesters en koningen, doet dienst in de tempel en doopt met water; de doop als teken van “erbij horen”. Er was geen NOS-journaal, geen fotograaf of paparazzi bij, maar we zien het wel voor ons: Jezus, die als een mens onder gewone mensen naar voren komt en zegt: Ik wil er ook bij horen. Dàt is de vervulling van Jes.61 (vs.1vv.) waarin voorzegd wordt, dat de Geest op Hem zal rusten. Als Johannes dat ziet en déze profetie zich herinnert, herkent Hij hierin de Messias. Een belangrijk signaal: de hemel is open, God is aanwezig!

Dàt moet ons als Duifgemeenschap toch als muziek in de oren klinken: de duif, de hemel is open, God is erbij!

 

Jezus - Messias was daar op een àndere, onverwachte manier; niet zoals men van een grootse toekomstige Messias in een machtige rol als wéreldlijke Koning en bevrijder van het Romeinse juk verwachtte! De verwachtingen van de mensen stemden niet overeen met wat Jezus ècht deed en zou gaan doen. Waren de profeten uit het Oude Testament niet goed begrepen? Ook de discipelen hadden lange tijd een heel ander beeld van de Messias. Lees bv. maar in het boek Handelingen als zij -40 dagen na zijn opstanding – nòg steeds aan hem vragen: Wanneer herstelt u in deze tijd het Koningschap over Israël? (Hand.; 1; 4-9)

 

Wíj herkennen de Messias – de gezondene - in zijn ultieme liefdewerk, in het delen van liefde en warmte die van binnen zit. In die traditie worden wij uitgenodigd om ook “erbij te horen” en kerk-met-elkaar te willen zijn. Dàt is handelen in de géést van de Man van Nazareth.

Het is mijn stellige overtuiging, dat dit in wezen óók handelen is in de geest van heilige boeken als de Torah en de Kóran. In de kern pleiten déze geschriften immers ook voor zorgzaamheid, solidariteit en zijn zij niet uit op het splijten van een samenleving of maatschappij. Mensen zijn geroepen wéérstand te bieden aan de harde, gewelddadige maatschappij. Hoe moeilijk is het om ons in te stellen op het ontvangen van Gods liefde, ons hart te openen voor het geloof in de Eeuwige en de Geest, die onze kracht is?

 

Als ik de naam noem van Albert Schweitzer, dan gaat het over een arts en een fantastisch musicus, die een glansrijke carrière inruilde voor een geploeter in de binnenlanden van Afrika. Wist u dat Moeder Theresa, een meisje uit een stad in de Balkan, pas na een hele hoop weerstand van familie en kerkelijke bazen zich over de allerarmsten in India mocht gaan bekommeren? Mensen hebben de kracht in zich om nieuwe en onbegane wegen te gaan. Simpelweg doen, zoals de Man van Nazareth deed.

 

Maar in èlk van ons schuilt toch minstens een béétje van die hogere ambitie die leidt naar mensen buiten ons eigen-belangrijke kringetje. Er is immers nog een hele hoop ruimte tussen de weg van de minste en van de meeste weerstand. We kunnen daar elke dag weer mensen tegen komen, voor wie je meer kunt zijn dan een voorbijganger. De weerstand van buiten af zal best meevallen, de weerstand vanuit jezelf, dáár kun je wat aan doen.

 

Zo mag je zelf leven uit de woorden van Jesaja: Ik zal je maken tot een licht voor de volken … en ik verbind daar aan: niet bekneld of beknot door kerkelijke hiërarchieën of officiële instanties.

Aan je dáden zal men je herkennen: draag het woord in je vlees en blinden herkennen de hand, dovemansoren verstaan je … zalig de man die gelooft, zalig de vrouw aan de bron.

Toe maar, je kùnt het ! Dat het zo moge zijn.

 

 

Nodiging.

Wij vieren een sterke verbondenheid om de liefde en warmte van de Eeuwige te vieren en te delen met elkaar. Het geeft kracht om de weg van de meeste weerstand te gaan.

Als je je aangeraakt voelt door de geest van liefde of

Als je je aangeraakt wilt worden door de geest van liefde,

Komt dan naar voren, breekt en deelt met ons deze wijn en dit brood.

Kracht om uit te leven.

 

 

Zegenbede.

 

Wensdromen worden waar,

Wij spreken met elkaar een taal van hoop en liefde.

 

Het is niet te ver of te hoog gegrepen, want het is ons voorgeleefd

en de Eeuwige staat aan de horizon en zegt tot ons:

een taal van hoop en liefde?

Toe maar, je kùnt het!

 

De Eeuwige zegene en behoede ons,

De Liefdevolle doe haar aangezicht over ons lichten en zij ons genadig,

De Barmhartige verheffe zijn aangezicht over ons en geve ons vrede.

Al de dagen van ons leven. Amen.

 
     
     
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers | hoofdpag Rob |

 
 

RG 2005-05-29 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl