Bijdrage Rob, viering 3 juli 2005

 
 

 

Voorganger: Rob Gijbels

Lector: Marianne van de Graaf / De Vleugel -Antwerpen

 
 

 
         
 

Lezingen:

Zach. 9; 9-10

Ef. 3; 14-19

Matt. 11; 25-30

 
         
 

Welkom en inleiding.

Beste mensen, allemaal heel hartelijk welkom vanochtend in onze Duif. Jij die hier misschien iedere of bijna-iedere zondag komt, maar ook jij die dat misschien voor het eerst doet.

 

Een bijzonder welkom wil ik richten aan onze vrienden van de Vleugel uit Antwerpen; jullie vierden vorige week de afsluiting van je 10-de seizoen en vandaag zijn jullie met een groot aantal hier onze gast. Fijn jullie weer te zien en in de loop van de dag hebben we zeker ook volop gelegenheid samen een eindje mee te vliegen: Duif en Vleugel, dat moet wel samen gaan! Marianne van der Graaf van De Vleugel gaat vandaag mee voor.

 

Tot slot: ook een speciaal welkom aan de kinderen, die er vandaag weer bij zijn. Nog twee weekjes en dan hebben jullie ook vakantie. Fijn dat jullie er zijn !

Wij hebben bij de grote mensen een verhaal over Jezus God – de Vader bedankt en daar hebben jullie het vandaag ook over. Fred/Freek gaat het vertellen. Komen jullie naar voren?

 

Overweging.

 

Het paard staat op een hoog voetstuk.

We noemen het een edel dier; het heeft geen poten – maar benen en geen kop – maar een hoofd. Het paard heeft door alle tijden heen een belangrijke rol gespeeld; in de mythologie, de cultuur, de sport. Tegenwoordig roept het iha. een positieve associatie op, maar in het verleden (en deels nog herkenbaar in onze tijd), lag dat anders. Want wie het zich kon veroorloven om paarden te bezitten, behoorde tot de bevoorrechte klasse van de maatschappij. Het is niet alleen de élegance die een paard uitstraalt, maar mn. in oudere tijden was een paard een symbool van macht en aanzien. Vorsten en edellieden zaten hoog te paard. Zo hebben we in Antwerpen nog: de Paardenmarkt en in Amsterdam hebben we de Paardenstraat.

 

Als we nog vèrder terug gaan in de tijd, zoals bijvoorbeeld de oude priester-profeet Zacharia – dan werden paarden gebruikt om met wagens ten strijde te trekken. (1 Kon. 10; 28-29, Mi. 5;9, Jes. 2;7, 1 Sam. 13; 5 en 2 Sam. 1;6) Als je in Italie -of vooral Rome- zo'n oude arena of een amphitheater binnenloopt is het niet moeilijk die dampende paarden en wagens je voor de geest te halen. In de tijd dat de bijbelse boeken werden opgetekend, hing er ronduit een ongunstig beeld rondom paarden: het stond op één lijn met: rijkdom, geweld, machtswellust, oorlog en strijd.

 

In dit boek van de profeet Zacharia zien we dat de ideale, messiaanse koning niet zult kunnen identificeren met paarden. Hij zal paarden en strijdwagens juist weg jagen. Zacharia vertelt over een herinnering. Wat een visoen! Hij zag het visoen van de zachtmoedige koning komend op een ezel. Een visioen, gebaseerd op de gebeurtenissen rond Salomo. Op bevel van David moest Salomo op Davids muildier Jeruzalem binnenrijden om zo de troon van David te bestijgen (1 Kon. 1). Davids zoon - Salomo - Vorst van vrede.

 

De evangelist Matteus moet dit oude visoen van Zacharia gekend hebben, want zo'n vijf- a zeshonderd jaar later citeert hij -vrijwel letterlijk uit Zacharia dezelfde bewoording- hoe die voorzegging werd vervuld door de intocht op een ezel van een veel later geslacht uit het Koningshuis van David. (Matt.21;5). Het is frappant, dat Matteus hier het woord zachtmoedig bij aantekent, zoals hij dat ook deed in de door hem opgetekende Bergrede: “Gelukkig die zachtmoedig zijn, want zij zullen land beërven”. (Matt.5;5) Onder “normale” omstandigheden hebben zij het voor het zeggen op aarde, die hoog te paard zitten. Maar dat is in het Koninkrijk van God juist niet het geval. Het is geen toeval, dat Jezus geen paard berijdt als hij de poort van Jeruzalem passeert; door het Kedrondal - door de Schaapspoort waar de schapen en lammeren worden binnengeleid. Hij komt niet om te veroveren en met geweld bezit te nemen. Een ezel is de antipool van het paard en Zacharia stelt bij dit beeld begrippen als zachtmoedigheid, nederigheid en rechtvaardigheid op één lijn.

 

Ik deed mij terugdenken aan mijn jeugd. Een van mijn ooms runde een groot zuivelbedrijf in Den Haag; hij trok met paard en wagen (!) door de wijk en mijn tante deed de winkel. En in de etalage hing een plaat van een boerin met een melkjuk op haar schouders om volle emmers met melk te dragen. Een juk verdeelt de last en voorkomt dat het hengsel in je anden snijdt. Je legde een juk, een lichte last, op je schouders om de zware emmers beter te kunnen dragen. En: zodra het juk wordt afgenomen, geniet je van rust en vrijheid. Zou Jezus ook zoiets bedoeld hebben?

In Matt. zegt hij immers: Neem mijn juk op je en leer van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Mijn juk is zacht en mijn last is licht. Het juk waar Jezus het over heeft, heeft iets te maken met zachtmoedigheid. Een juk kan dus ook de totale last verdelen, zodanig dat je er verder mee kunt komen en rust zult vinden! In het joodse Misjna-geschrift Spreuken der Vaderen (3;5) staat: Wie het juk van de Thora op zich neemt, werpt het juk van de wereldmacht en het juk van de aardse zorgen van zich af.

 

Wie doet zoals de Thora aangeeft - het juk van zachtmoedigheid omhangt - , doet niet mee aan het spel van heerszucht, macht en een rijk aanzien. Frappant is dat in de bijbel een juk zowel een negatieve, onvrijwillige zin en betekenis heeft, maar ook een juk, dat verbinding borgt, lasten verlicht en vrijheid geeft. In wat Jezus zegt en doet, wordt dat zichtbaar: leven vanuit een zachte gemoedsrust.

 

Deze levenshouding kan alleen bij Jezus ontstaan vanuit zijn gevoel van geborgenheid: geborgenheid bij Zijn Vader, de Eeuwige en Onnoembare.

De lezingen vanmorgen stralen voor mij ook een groot gevoel van geborgenheid uit van Jezus in de Eeuwige. Hij dànkt God, die zich op de onverwachtste momenten openbaart aan ensen; de God, die bijna familiair als een echte vader zijn kinderen niet in de steek laat, die veiligheid biedt en borg voor je staat; we zongen het al: een steevaste schouder.

Misschien heb je zo'n levensomgeving wel als vertrekpunt nodig om zachtmoedigheid in je te laten groeien. In onze voorbereiding maandag jl. ontdekten we ook, dat je soms vanuit een “ongeborgenheid” pas echt geborgenheid beseft. Cees deed uit de doeken, dat dit diepe -en in zeker opzicht: rijke- momenten zijn, die je kracht en energie geven, waar je lang op kunt teren. Zoiets moet je koesteren; dan is je juk zacht en licht. Vanuit ongeborgenheid via geborgenheid naar: zachtmoedigheid.

Ik geloof, dat het onze opdracht is je te laten leiden door de zachte krachten van het hart, door de teugels van liefde; je leven wordt lichter en je bent in staat dat van anderen lichter te aken. Als je dat met elkaar deelt, bloeit er iets op, groeit er iets!

En heel actueel: Zachtmoedigheid en rechtvaardigheid zijn voorwaardelijk om een überhaupt de afschaffing van het juk van de slavernij feestelijk te vieren. Voorwaarde is elkaar te respecteren en in liefde te willen dienen. Er zit toch iets scheef als je de ongeregelde taferelen ziet rondom minister Verdonk in het Oosterpark, tijdens iets wat een feest had moeten zijn. Het lijkt zo'n vreemde weg in deze wereld, in ons Oosterpark; zachtmoedigheid èn rechtvaardigheid, maar het is niet anders dan dè weg.

 

Wìj komen hier om op een bepaalde manier geïnspireerd te worden en iets van die teksten te leren. Niet alleen door een woord, dan heb je soms aan een boekje genoeg; niet in een lied of een overweging. Nee, sámen – komen heeft een toegevoegde waarde van: er mèt en vóór elkaar te zijn. Sámen het pad te lopen; de zoektocht naar geborgenheid in elkaar en in God. Als die zoektocht een vindtocht wordt, delen we zachtmoedig in vrijheid en vrede. Is dat toch zoiets als “verzusteren” en “verbroederen”? Dan gaan mensen twee-aan-twee, zowel door overvloed als woestijn. Moge dit godshuis een halteplaats – een vindplaats – zijn waar we andere mensen worden en van waaruit we anders naar huis gaan dan we gekomen zijn.

 

 
     
     
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers | hoofdpag Rob |

 
 

RG 2005-07-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl