Bijdrage Rob Gijbels, viering 7 augustus 2005

 
 

 

Voorganger: Rob Gijbels

Lector: Nicole van Eijck

 
 

 

Zomerthema: Mensen en hun verhaal met God.

Margreet Blanken -->

                             Sonja Pos --->

                                             Etty Hillesum

Ondanks dit alles is dit leven mooi en zinrijk

Men zou een pleister op vele wonden willen zijn.

 
         
 

Lezingen

  • gedicht "Bevrijding" van Sonja Pos
  • fragmenten uit dagboeken en brieven van Etty Hillesum
  • Lucas 6; 27-38.
 
         
 

Welkom en inleiding.

Hartelijk welkom bij onze zomervieringen, rondom het thema: mensen en hun verhaal met God. Wij zijn allemaal mensen met ons eigen verhaal met de schepper; vaak is dat heel persoonlijk en ook heel verrassend, inspirerend en bemoedigend.

In deze zomervieringen laten we mensen aan het woord – direct of indirect - die op een bijzondere manier hun verhaal dóórgeven.

 

Deze viering behoeft een introductie bij 3 bijzondere vrouwen.

Enige tijd geleden las ik een interview met actrice Margreet Blanken. Tijdens een periode van bezinning herontdekte ze het gewone, het menselijke en het mystieke in de teksten van Etty Hillesum.

Tijdens de bespreking van teksten van Etty kwam een andere vrouw op ons pad: Sonja Pos. Sonja is zelf half van joodse afkomst; haar leven is getekend door de tijd dat haar familie is gedeporteerd en Amsterdam nooit meer heeft teruggezien. Sonja verwoordt in prachtige en ontroerende teksten de gevoelens van afscheid en verzoening, bevrijding en voltooiing. Zij is aanmerkelijk jonger is dan Etty Hillesum en zij heeft haar niet persoonlijk gekend, maar wel gevoelsmatig gekend. En waarschijnlijk heeft zij Etty vaak langs zien fietsen.

 

Wie was dan toch Etty Hillesum?

 

Etty was een jonge, joodse vrouw, die in de oorlogsjaren 41-42 in Amsterdam woonde – Gabriel Metzustraat, en aan het Museumplein. Haar dagboeken geven een scherp beeld van haar persoonlijke ontwikkeling en paradoxaal genoeg van haar bevrijding.

 

Zij zoekt naar de bronnen van haar bestaan en vindt tenslotte een levenshouding, die de belijdenis zou kunnen zijn van een radicale onbaatzuchtigheid en verbondenheid met haar Schepper. De laatste woorden uit haar dagboek zijn: Men zou een pleister op vele wonden willen zijn.

 

Zij ontwikkelt een inzicht en levenshouding, waarbij zij zich ten diepste verzet tegen de haat die vriend en vijand beheerst in “het verstoorde leven”. Ze ontdekt haar gave als literair talent.

 

15 Juli 1942 krijgt Etty een baantje bij de Joodse Raad, afdeling “Hulp aan vertrekkenden” op de Lijnbaansgracht. (366) Zij verafschuwt de Joodse Raad en meldt zich vrijwillig om hulp te bieden aan mensen in kamp Westerbork. Het is maar van korte duur, want kort daarna komt haar eigen oproep om zich te melden in Westerbork. Zij wil zich niet onttrekken aan het onafwendbare lot, dat de joden treft en besluit uit solidariteit te gaan. Zij meent, dat zij pas het leven recht doet, als ze mensen niet in de steek laat en als ze de talenten die zij van zichzelf kent, gebruikt om verlichting te brengen. Overlevenden uit de kampen hebben bevestigd, dat Etty tot het laatst toe een “lichtende persoonlijkheid” is geweest.

 

Op 7 september 1942 wordt zij met haar hele familie op transport gesteld. Een Rode Kruisbericht meldt op 30 november 1943 Etty's dood in Auschwitz.

Etty liet 8 dagboeken en een aantal brieven uit Westerbork na.

 

We lezen vandaag een gedicht van Sonja Pos, fragmenten uit brieven van Etty en tenslotte een lezing uit Lucas, een keuze van Margreet Blanken.

 

De teksten zijn krachtig en spreken voor zich; in de overweging wil ik ze in een gezamenlijk kader plaatsen.

 

 

Overweging.

In de 17 e eeuw was er een bekend sprookje, dat later ook door de onnavolgbare Grimm werd vertaald. Een sprookje van erwtje, strootje, boontje en kooltje vuur, die met elkaar het water moesten oversteken. Strootje legt zich over het water en kooltje waagt als eerste de oversteek; als hij halverwege strootje is, brandt het door en vallen kooltje èn strootje in het water. Boontje – schatert het uit - en barst van het lachen en dolf zo het onderspit. Boontje komt om zijn loontje. Het is de wet van wederkerigheid en gelijkheid.

 

Het lijkt in het verlengde van “Oog om oog, tand om tand”, dat ook wel in de oude bijbelse wetboeken voorkomt. Een regel, die overigens vaak verkeerd wordt uitgelegd. Ik heb me laten uitleggen, dat dit in de joodse wetgeving juist veel minder barbaars bedoeld was, dan het ons nu in onze oren klinkt: het was een beteugeling van de onbeheerste wraakzucht. Eén enkele tand, en niet een mondvol, om een tand. De maat van wederkerigheid mag niet groter zijn dan die van het aangerichte kwaad. Dat eist de rechtvaardigheid.

 

Zo klinkt in de oude boeken vol wijsheid een oproep om barmhartig te zijn, zoals God, de Eeuwige, barmhartig is. “Heb je vijanden lief” en dat doet me denken aan een interview – enige tijd geleden op televisie- met Elie Wiesel. Geen haat – zei hij. Heel indrukwekkend. Geen haat jegens zijn beulen; in Auschwitz, in Buchenwald. De nazi's die zijn ouders ombrachten en hijzelf ternauwernood ontkomen. Op de 50-ste gedenkdag van de bevrijding sprak hij over gerechtigheid jegens de slachtoffers en liet het aan God over of hij hen ook vergeving kon schenken; het was niet aan hem om te oordelen. Geen haat; geen vergeving, gerechtigheid. Als je Elie Wiesel zo hoort spreken, denk je: wat een zeldzaam volwassen, kompleet mens.

Hetzelfde hoor je bij Nelson Mandela. Na 30 jaar eenzame opsluiting op Robbeneiland vrijgelaten; zonder haat, wel bedachtzaam. Zoekend naar wegen vol verzoening. Zoekend naar wegen om de spiraal van geweld te doorbreken.

 

Vandaag voeden wij ons in het verlengde van Lucas aan het gedachtengoed en de woorden van drie wijze vrouwen; zij zijn wat mij betreft wegwijzers in de zoektocht van de mens en de liefde en het lijden, die daarbij horen. Margreet Blanken neemt na een lange toneelcarrière een sabbatical en bezint zich op vragen als ”Wat wil ik met mijn leven?”. Ze neemt de stap om te breken met negativisme en cynisme. Ze zegt: “Ik vind het de functie van podiumkunstenaars om mensen te stimuleren en inspireren in plaats ze te deprimeren”. Als je het mij vraagt: een tamelijk radicale keuze en zij vindt een knappe draai om zelf uit het lijden eerlijke, positieve krachten te putten en zegt: “Tijden heb ik me heel eenzaam gevoeld, dat vond ik een groot lijden. Maar inmiddels kan ik heel goed alleen zijn en op eigen benen staan. Dat heb ik geleerd door me eerst eenzaam te voelen.”

Margreet ontdekte Etty Hillesum als haar “lerares”, als het gaat om het luisteren naar je innerlijke gids. In een reeks voorstellingen vertolkt Margreet nu in de woorden van Etty haar zoektocht naar het essentiële.

De tweede vrouw die we op onze weg naar deze viering tegenkwamen, is Sonja Pos. Een Amsterdamse romanist, docent literair schrijven en ook zelf auteur. Haar oom woonde bij Etty in de straat in Amsterdam-oost. Sonja's boeken ademen een geest van afscheid en verzoening, bevrijding en voltooiing.

Beiden – Margreet en Sonja - voeren ons naar Etty. Wij kennen haar, één van de miljoenen joden die hetzelfde lot troffen, dankzij haar dagboeken en brieven. Hoe leeft een mens in zo'n tijd, onder zo'n bedreiging? Hoe onvoorstelbaar ook: Etty voelde geen haat jegens haar onderdrukker. Ze probeerde zelfs niet te ontsnappen aan de plannen met haar volk. En dat die plannen niets goeds zouden brengen, wist ze heel goed. Ben je dan een slappeling vol simpele gelatenheid? Een onderdanig type – keer ook de andere wang maar toe als je geslagen wordt? Zo'n mening deel ik niet. Als je haar nagelaten geschriften leest, zie je de ontwikkeling van een sterke vrouw. Haar geloof, dat het leven goed is wordt onwrikbaar, ook temidden van de zinloosheid in haar tijd. Ze zoekt en verwoordt de kern van haar bestaan.

 

In de teruggetrokkenheid van haar kamer nabij het Museumplein voelt ze zich niet afgesneden van de werkelijkheid. Integendeel, meer dan ooit kijkt ze de werkelijkheid en de mensheid recht in de ogen. Ze schrijft: Ik wil voor niets weglopen en van de ergste misdaden probeer ik iets te begrijpen en te doorgronden. Ik blijf je schepping prijzen, God – ondanks alles. Een van de mooie dingen vind ik zelf: trouw te blijven aan elk, “klein, scheppend talent” in je. Buiten haar inzet voor haar mede-lotgenoten, was Etty een literair talent en ze hunkert er voortdurend naar dit talent helemaal te mogen uitnutten. Ze heeft er geen weet van gehad, dat haar dagboeken wereldwijd gepubliceerd zouden worden en dat zó haar woorden - woorden van troost, hoop en kracht - zouden voortleven, oók in voorstellingen en een zomerviering in De Duif – om maar eens iets te noemen! Zo groeit in elke wildernis een roos… Zou ze het gewéten hebben, vermoed of voorzièn misschien? Het deed me denken aan het mosterzaadje; ènkele geschriften, ènkele brieven … maar heel ingrijpend en met een enorme uitstraling. Als er zoiets bestaat als een léven na de dood – ik geloof er wel in, maar het zal vast 100% anders zijn dan wij ons voorstellen – geloof ik, dat ze naar ons omziet, dat haar woorden ons inspireren en dat zij naar ons glimlacht …

Het is goed je te binden aan de positieve krachten en niet af te glijden tot machteloosheid, negativisme of haat. Ondanks alles is het leven mooi en zinrijk. En natuurlijk is dat soms hartstikke moeilijk. Maar het gaat om jouw beleving; je bent belangrijk – hoe en wat je ook bent. Steeds opnieuw je innerlijke licht te zoeken en je talent gebruiken het door te geven; ieder op z'n eigen manier.

Om barmhartigheid te délen

Om elkaar tot zegen te zijn.

Zo moge het zijn.

Nodiging.

In verbondenheid met duizend duizendtallen, die zoeken naar het innerlijk licht en de alomvattende liefde en vriendschap, delen wij met elkaar brood en wijn. Tekenen van leven en van samen.

Ik nodig iedereen persoonlijk uit om deel te nemen aan dit breken en delen van brood en wijn.

Iedereen zonder uitzondering is welkom om te bevestigen dat iedereen er toe doet en dat wij behoefte hebben aan een massaal menselijk teken van liefde en leven.

Komt want alles is gereed.

 

Slottekst en zegenbede.

Lieve mensen, we zijn aan het einde van deze viering. In de keuze van onze teksten hebben we u inspiratie, hoop en bemoediging willen aanreiken, opdat we een pleister op vele wonden kunnen zijn. Zó zal de wildernis bloeien als een roos.

De Eeuwige zegene ons daartoe en zij behoede ons,

De Barmhartige doe zijn gezicht over ons lichten

De Onnoembare die ons allen liefheeft verheffe haar

gezicht over ons en geve ons vrede

 
     
     
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers | hoofdpag Rob |

 
 

RG 2005-08-07 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl