Bijdrage Alet Aalders, viering 4  december 2005  
 

Voorganger: Alet Aalders

 

 
 

lectrice: Angela van der Marck

 
 

Lezingen:

Jes.40;1-11

Psalm 85

         
         
 

Welkom

Hartelijk welkom in deze dienst van schrift en tafel op de 2 e Advent zondag.

Welkom aan allen die troost zoeken of verdieping zoeken in deze adventstijd, in de donkere periode van het jaar waarin wij verlangen naar het licht.

We vieren deze dienst samen met de kinderen. Jullie zijn vast vol verwachting van een ander feest wat eerst nog komt: Sinterklaas. Toch kijken we ook met jullie al vooruit naar kerst. Met een verhaal over Johannes de Doper; hij vertelde aan de mensen dat Jezus zou komen.

Gebed door Joachim van der Marck:

Lieve God

Wij wachten op de komst van Jezus.

Maak toch dat we niet voor niets wachten

Help ons wakker te blijven

En ons niet in slaap te laten sussen

Maak van ons leven een krans.

Een krans van vrede voor iedereen,

Een krans van vertrouwen in de ander

Een krans van liefde voor elkaar.

Een krans van hoop die niet verloren mag gaan.

Dat vragen wij u, door Jezus Christus Uw zoon.

Amen.

 

 

Inleiding

‘Vol verwachting klopt ons hart…'

De Adventstijd is een bijzondere tijd. Een tijd van verwachting en innerlijke voorbereiding. Ook een tijd gericht op samen zijn. Het gaat om mensen-met-elkaar.

We willen na denken over hoe we straks met kerst het “vrede op aarde en in de mensen een welbehagen” kunnen verantwoorden. In de lezingen wordt ons verteld dat die tijd komt. En er wordt de mensen ook iets gevraagd: Bereid de weg van God, maak zijn paden recht! Johannes de doper was een wegvoorbereider, zijn wij dat ook?
 
       
 

Overweging.

Enige tijd geleden liep ik mee met een wandeltocht. Op een gegeven moment kwam ik bij een weiland waarvan het gras tot mijn middel reikte. De routebeschrijving gaf aan dat ik door dat weiland naar de overkant moest lopen. Ik dacht : Ja, hallo, ik ben aan het wandelen, ik doe niet mee aan een survivaltocht! Gelukkig hadden wandelaars voor mij een pad rond het veld platgelopen. Zij baanden voor mij een weg door de wildernis. Nu is de weg waarover gesproken wordt in de Bijbel geen echte weg, niet letterlijk, maar bedoeld als een weg door het leven, een levensweg.

 

Toen ik een schoolkeuze moest maken voor na de middelbare school koos ik voor een opleiding waar mijn zus ook voor gekozen had. Deels uit interesse maar voor een belangrijk deel ook omdat zij al op die school zat en dat leek me wel handig.

Ik kwam gelukkig niet door de selectie en koos daarna voor een opleiding die ik echt wou volgen.

 

Ons leven gaat niet altijd langs gebaande paden. Het is vaak aantrekkelijk om de keuze van een ander te volgen maar soms moet je zelf je weg bepalen. En dat kan van tijd tot tijd behoorlijk tegen vallen.

Oh wat kun je soms verlangen naar iemand die tegen je zegt: volg mij maar, ik weet welke kant je op moet. Iemand die een stukje voor je uitgaat. Dat is geborgenheid dat is hoop. Dat is denken aan de tijd dat je als kind bij de hand werd genomen. Of “Veilig achterop bij vader op de fiets” zoals Paul van Vliet zong:

 

‘En een koffer vol verantwoordelijkheid waaraan ik me vertil

En honderdduizend dingen die ik eigenlijk niet wil

En ik moet nog zo veel doen, ik moet nog zo veel doen

Kan ik nou vandaag niet weer eens even net als toen

Veilig achterop bij vader op de fiets

Vader weet de weg en ik weet nog van niets

Veilig achterop, ik ben niet alleen

Vader weet de weg, vader weet waarheen.'

 

Hoe zeer kunnen we verlangen naar die geborgenheid, hoe zeer verlangen we naar Gods aanwezigheid. We kunnen Gods' aanwezigheid niet afdwingen, niet tussen ons, niet in onze wereld. We weten ons vaak geen raad met de actualiteit: Hoe moet het met de dreigende honger, met levensbedreigende ziektes, met de armoede? Hoe is God aanwezig in onze werkelijkheid? We hebben geen recht op zijn liefde en trouw. Toch zegt af en toe iemand: "Als we zo samen op weg gaan en recht gedaan wordt, dan moet het wel zo zijn dat God met ons meetrekt." We hebben geen recht, maar we kunnen ons wel openen voor zijn Geest, de Geest die door Jezus heen werk tot op vandaag.

 

De goede boodschap van deze Adventszondag luidt: Die God van Jesaja, van David, van Johannes de Doper, van Jezus , van ons allemaal, die God is trouw, zelfs tegen het ontrouw van mensen in. Hij wacht op ons, altijd, Hij zoekt ons , steeds weer, zoals de vader wacht op de verloren zoon en de goede herder zoekt naar het verloren schaap. Hij neemt ons achterop de fiets als we het zelf even niet trekken maar vraagt ons ook onze medemens bij de hand te nemen en op gebaande paden te laten lopen.

 

De lezing uit de profeet Jesaja, is een troosttekst zonder de nietszeggende toon van: 'Kop op! Morgen is er wéér een dag, het gaat wel weer over'. Uit die lezing spreekt een troostend woord waaruit je werkelijk moed kunt putten. Hier wordt een bevrijdend woord gesproken tot mensen die jarenlang in ballingschap en onderdrukking hebben geleefd. Gevangenschap en onderdrukking zijn nu voorbij. Ongerechtigheid is vergeven. God geeft zijn volk niet prijs. Hij maakt het echte leven weer mogelijk. Elk beeld in de lezing uit Jesaja roept iets op van vreugde en uitzicht: 'Baan een weg. Beklim de hoogste berg, en kijk dan 'ns wat een uitzicht je hebt! Hier is uw God als een barmhartige vader, als een zorgzame herder". Ook in Psalm 85 is God onderweg naar de mensen: gerechtigheid gaat voor Hem uit, voorspoed komt Hem achterna. Het is een verbondslied: trouw en erbarmen gaan elkaar tegemoet, vrede en gerechtigheid omhelzen elkaar.

 

De teksten van vandaag zeggen ons: als je het even niet meer weet is God nabij én kijk naar de mensen die verloren lopen. Wees daadkrachtig als je je sterk voelt, laat je bij de hand nemen als het even niet meer gaat.

Zo roept Johannes het in de woestijn waar hij verblijft. Daar begint hij de weg te bereiden van God. Want God wil in ons midden komen, maar vraagt wel dat wij de wereld zo maken dat Hij kan komen, dat wij de wegen recht en begaanbaar maken.

 

Wegen in de woestijn, de karavaanroutes, zijn moeilijk te vinden voor mensen die de tekens niet zien. Zandstormen verbergen en verminken de weg. De weg, het leven dat we leven, wordt soms door economische belangen en macht beheerst en verdrukt onze goede bedoelingen met onze medemens, het stuift onder net als in de woestijn.

Zorg dat je eigen wegen recht zijn, houdt hij zijn toehoorders voor. Haal de obstakels weg uit je leven, zorg dat er geen hindernissen zijn in het verkeer tussen jou en je medemensen, haal de ongerechtigheid weg die verhindert dat je tot een goed contact met God kan komen. “ Het recht gaat voor God uit en baant voor hem de weg.”

 

Hoeveel ruimte geven we aan de natuur, aan het leven, aan medemensen, hoeveel ruimte geven we aan God? Hoe recht zijn onze wegen. Bouwen wij aan een aarde waarin God welkom is, waar Hij zich thuis kan voelen? Durven we te zien wat niet voldoet in onze wereld, in ons leven; proberen we de blokkades op te ruimen waardoor mensen zich beter met elkaar kunnen verhouden, waardoor iedere mens tot recht kan komen, en Gods scheppingsplan de kans krijgt zich te ontvouwen. Zijn wij wegvoorbereiders? Amen.

 

Nodiging

 

Wij zijn de eersten niet die rondom een tafel als deze brood en wijn in handen nemen.

Uw eigen mens, Jezus van Nazaret, reikte ons uw liefde aan, gaf uw aanwezigheid gestalte.

En broers en zussen in zijn naam gaven ons deze tekens door van leven gedeeld en vereeuwigd.

Wij danken U, wij bidden U: houd ons gaande op zijn weg.

Wees hier aanwezig, God die leeft,

Die ons uw brood van vrede geeft.

 

Iedereen is welkom aan zijn tafel

Kom dan want alles staat gereed.

Gebed door Tobias van der Marck:

God,

Johannes wees de mensen op onrecht,

ver weg en dichtbij.

Ook in onze tijd gebeuren er zoveel dingen, die niet goed zijn.

Wij doen ook zelf dingen die gemeen zijn.

Help ons dat te veranderen.

Amen.

 

Zegenbede

God wees gezegend

Om uw woord dat ons bemoedigt,

Om uw nabijheid die ons sterkt.

Blijf tot ons spreken in de dagen die komen,

Wees dichtbij met uw genade

Opdat wij door U bemoedigd en gesterkt

Wegen gaan van vrede en gerechtigheid.

En zegen ons:

 

De eeuwige zegene en behoede ons

De eeuwige doe zijn aangezicht over ons lichten en geve ons vrede

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest Amen

 

       
 

| Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2005-12-04 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl