|
||||
Bijdrage Marina Slot - viering 12
november 2006 |
||||
Voorganger: Marina Slot
Lector:
Lezingen:
|
||||
Welkom en inleidingWelkom, lieve mensen, welkom in dit Godshuis waar de Eeuwige ons wil ontmoeten. Welkom ben je als je hier voor het eerst komt of af en toe. Welkom als je hier dikwijls komt en tot de gemeenschap wilt behoren. We mogen even op adem komen, even kracht ontvangen, stilstaan bij de ‘andere wereld' of hoe het zou kunnen zijn, als we met elkaar het koninkrijk willen vormgeven. We lezen twee indrukwekkende teksten uit het Oude Testament, Leviticus 19 en Psalm 146. Leviticus zijn de huisregels van de Ene, de uitwerking van de 10 geboden voor de dagelijkse praktijk voor het volk onderweg. Huisregels om te zorgen dat de arme niet in het gedrang komt, dat niemand onrechtvaardig wordt behandeld. Een heel praktische uitleg van wat ‘heilig' is voor God en mens tezamen. De Psalm is een lofpsalm, die het geloof in de Eeuwige en in de rechtvaardige daden die ZHij doet, bezingt. En dan lezen wij uit het Marcus Evangelie het verhaal van de schriftgeleerde, die gefascineerd is door Jezus' congruente optreden. Hij luistert naar deze profeet en hoort dat het klopt, dat de profeet uit Nazareth deugt. En hij beaamt en bevestigt Jezus' uitspraken over de kern van het geloof. Dan zegt Jezus : U bent niet ver van het Koninkrijk van God. Wat betekent dat ? Willen wij dichtbij het koninkrijk zijn ?? Hoe ziet dat er uit voor een mens van vlees en bloed in 2006 ?? Ik wens ons allen een mooi, voedzaam uur toe.
Overweging“Sh'ma Yisra'el, Adonai Eloheinu, Adonai Echad” zijn de eerste woorden van de Tora die een joods kind van 4 jaar op de schoot van zijn vader uit zijn hoofd leert. Het is het onbetwiste geloofsfundament van alle joden. “Hoor, Israël: de Eeuwige is onze God; de Eeuwige is een !” Door deze zo bekende zin uit te spreken, verbindt Jezus zich met het Joodse volk en haar geschiedenis en met de schriftgeleerde tot wie hij zich richt. Geen discussies meer, geen gedoe, dit is taal die iedere jood verstaat. Taal die letterlijk met de paplepel is ingegeven. God is een, ondubbelzinnig, duidelijk en het enige wat je te doen staat is de Eeuwige lief te hebben met geheel je hart en met geheel je ziel en met geheel je kracht.
In de joodse traditie staat deze tekst naast woorden uit Deuteronomium ook op het schriftrolletje, de Mezuza geheten, dat aan de rechterdeurpost van de huizen en aan de stadspoort is bevestigd. In de oude joodse buurten van Antwerpen en Amsterdam zie je ze nog hangen. Het betekent : God is aanwezig in dit huis en als je zo'n schriftrol aan je deur hebt, weet je dat je thuis leeft in tegenwoordigheid van de Eeuwige. In de oude stad van Jeruzalem hangen er nog steeds Mezuzot aan stadspoorten en dat betekent dat de Eeuwige ook aanwezig is in het maatschappelijk leven. Want zoals we weten speelt het openbare leven zich in het Oude Oosten af bij de stadspoorten: er wordt politiek bedreven, gehandeld en rechtgesproken. De liefde van God en het leven volgens Haar huisregels straalt door in heel ons leven, privé en publiek. Als je bereid bent zo te leven, De Eeuwige zo dichtbij je toe te laten en echt te voelen dat jij bent in Hem en Zij is in jou dan wordt de soepele reactie van de schriftgeleerde op Jezus begrijpelijker. Hij ziet en hoort datgene waarmee hij is opgegroeid, alleen wordt het nu echt. Deze profeet Jezus breekt door alle poespas en tierelantijnen van offers en brandoffers heen en raakt hem in het diepst van zijn gelovige ziel.
Dat is de betekenis van al deze drie teksten, mensen raken en winnen om te gaan voor ‘echt', om het plastic leven, het ‘doen alsof' vaarwel te zeggen en je echt te openen voor het leven met die Ene God. In Leviticus wil de Ene middels Mozes de gemeenschap van Israël raken door Zijn eigen heiligheid te verbinden met die van henzelf. Wees heilig!! En dat is geen zweverige oproep. Menig lijsttrekker van nu heeft een wolliger partijprogramma dan Mozes. Bij het woord ‘heilig' horen heel praktische dingen zoals het eren van je vader en je moeder waardoor je de natuurlijke orde respecteert. En neem de sabbat in acht, waardoor je rust neemt en op afstand kunt kijken naar alle drukdoenerij van het dagelijks leven om je heen, om te wegen wat goed en niet goed is. Om stil te staan bij datgene, waar je in mee kunt gaan en die dingen of mensen waar je afstand van moet doen. Als je de Ene bij je binnen laat, is er tegelijkertijd geen plaats voor afgoden, voor vermaak wat vol zit van haat en kwaadaardigheid, voor commerciële idolen die niks voorstellen, voor datgene wat je afleidt van de weg naar rechtvaardigheid en vrede.
En je denkt dan als vanzelf aan de arme die na jou komt, na het oogsten op het land of bij het scheiden van de markt. Als je de Eeuwige bij je binnen laat, weet je dat mensen met macht geen redding zijn voor de mensheid. Is er dan geen kritisch geluid, geen tegenpartij te bekennen. Slikken we dit allemaal voor zoete koek en zingen we nog eens een mooi liedje met elkaar. Hoe komt het dat de schrijver van Psalm 146 nu zo jubelend is over de Eeuwige ?? Hij die in eerdere liederen wanhoopte aan de hulp van onze God ?? Als je goed in de puree zit, is het verdomd moeilijk om de liefde toe te laten. De aanwezigheid van je medemens en van jouw God zijn bijna onverdraaglijk omdat bij het kwaad van deze wereld eerder haat en onverdraagzaamheid hoort dan liefde en een vreedzame houding. Dan is het bijna onvermijdelijk om te gaan twijfelen aan hulp die je krijgt. Achterdocht slaat toe en onrust, wanhoop aan het vertrouwen wat er in je was. Het gekke is dat je aan alles gaat twijfelen, aan jouw waarde, aan de waarde van andere mensen om je heen. En niet in het minst aan de waarde van de Ene voor jou en mij als mens in nood. Het kwaad is spannend, aantrekkelijk; de haat gerechtvaardigd en de liefde ver weg. En als je dan op zo'n moment hoort, ‘wees heilig' of ‘je bent niet ver van het koninkrijk'. Dan is het allemaal grote quatsch, flauwekul waar je helemaal niet om zit te springen. Dan hou je je misschien nog aan een paar regels omdat je dat gewend bent en je steekt eens een kaarsje op omdat dat zo hoort, maar van binnen is het leeg en onbewoond.
De tegenkracht in ons leven en in onze samenleving is groot, het leven in de liefde en de genade van die Ene God staat ver af van wat we soms meemaken. En gelukkig ook dikwijls niet, soms weet die Ene jou ook te raken door wat er in je leven gebeurt, je ontmoet een mens die bewust of onbewust drager is van Gods goede boodschap : er zijn mensen die je helpen, die er gewoon zijn met al hun aandacht en zorg. Er zijn lichtpuntjes en soms duikt ook dat oude vertrouwde gevoel van ik-ben-niet-alleen weer op. Die Ene en Barmhartige God is er altijd, diep geborgen in mij en ik ben in Haar alle dagen van mijn leven. Dat is voor mij koninkrijk, dat ik de Ene in mij weet en dat ik ben in Hem. Dat de redding en bevrijding van donkerte en gevangenschap voor mij dichtbij zijn en dat dat soms zomaar vanzelf gaat. Ik hoef er eigenlijk niks voor te doen, alleen open staan voor de de liefde die in mij is. En niet vergeten dat die Ene en Eeuwige God, er een is uit een stuk en dat Hij al eeuwen in ons woont. Amen
Nodiging In het breken van het brood en het delen van de wijn ontmoeten wij elkaar op onze weg naar vrede en gerechtigheid, op ons pad van liefde en troost. Iedereen is welkom aan de tafel van het koninkrijk dat dichtbij is. Wij breken en wij delen brood en wijn als tekenen van leven en van samen. Komt want alles is gereed.
|
||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2006 | Marina's "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers | |
||||
|
||||
RG 2006-11-12 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||