Bijdrage Alet Aalders, viering 24 februari 2008  
 

Voorganger: Alet Aalders

Lector: Yvonne van der Velden

 
 

 
 

 

 

Lezingen:

Exodus 17; 3-7

Johannes 4; 5-42

     
 
         
 

Welkom.

Hartelijk welkom in deze dienst van schrift en tafel. Wie je ook bent, waar je ook vandaan komt weet dat je hier welkom bent. Ik hoop dat we samen een inspirerend uur mogen hebben en kracht mogen krijgen voor de komende week door teksten , liederen en gebeden en vooral door elkaars aanwezigheid.

 

Inleiding

Water is van levensbelang, zoals de 1e lezing uit het boek Exodus zal aangeven in het verhaal over het ontevreden volk in de woestijn dat dorst heeft en uiteindelijk water uit de rots ontvangt. Het is een symbool van de zorg die God heeft voor zijn volk.

Vandaag lezen we ook een lange lezing uit het evangelie volgens Johannes. In dit evangelie neemt symboliek een heel belangrijke plaats in. Het is een bekend verhaal: de Samaritaanse vrouw bij de bron. ‘Bron', ‘water' en ‘de kruik' in het verhaal krijgen allen een diepere betekenis. Daarnaast speelt ook nog een geschiedeniskwestie tussen de Joden en de Samaritanen. Alles kan uitgelegd worden en verklaard maar het gaat om de diepste kern in het verhaal. Laten we ons niet proberen te verliezen in al die kleine details. De ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw is een klassiek voorbeeld van een beschrijving van de geloofsweg die mensen kunnen afleggen. Een weg op zoek naar de bron van het geloof. Een geloof in dat water stroomt wanneer dat nodig is, dat wanneer dat moet mensen als water in beweging komen, als levend water.

een gebed .
Heer, ik wil als het water zijn,
dat in de rivieren klatert
en door het oerwoud stroomt,
dat velden vruchtbaar maakt en overal leven brengt.

Heer, ik wil als het water zijn,
dat alle boten draagt,
vol mensen en hun lasten,
om voor hen allemaal hun vaart te verlichten.

Heer, ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven,
dat alle mensen samenbrengt om samen,
overal vandaan, lief en leed te delen
en meer mens te zijn voor iedereen.


Overweging.

In de woestijnlanden waar de verhalen uit de bijbel werden opgetekend is de betekenis van water van levensbelang. Ook voor ons is water van belang, je kunt geen dag zonder, maar wij zijn ook opgegroeid met een zekere angst voor en strijd tegen het water. In de bijbel word een bron symbolisch gebruikt voor leven. Is er en bron dan is er water en rondom de bron is vegetatie mogelijk zodat je in de schaduw kunt zitten en beschutting vindt tegen wind.

Verhalen over bronnen zijn er legio in de Bijbel.

Ik heb daarnaast een paar Nederlandse volksverhalen gelezen waarin de bron echter steeds dreigend gevaar aangeeft. Een ervan beschrijft: ‘Eens gebeurde het dat een dienstmaagd naar de put ging om een emmer water te halen. Ze liet de aker zakken en haalde hem gedachteloos weer op, maar tot haar grote verwondering zag ze in het opgeschepte water een haring zwemmen. De dienstmaagd, die wel begreep dat hier iets zeer zonderlings gebeurde, ging terstond naar haar heer en toonde hem de haring.'

Andere verhalen zijn bekend van zoutwater fonteinen uit een bron en opwellend zout water uit een nieuw gegraven bron. De verhalen worden als voortekenen gezien van grote overstromingen.

In ons land is nooit te kort aan water, vormt water veel meer een bedreiging dan in de woestijn. Wij hebben juist vaak te veel. Wil dat zeggen dat wij ook geen dorst hebben, Jezus niet om water hoeven vragen?

 

Verschillen in opvattingen wat een woord symbolisch voor je betekent kan het moeilijk maken vat te krijgen op de betekenis van de evangelielezing. “ Een rivier die zover stroomt dat hij zijn bron vergeet, bereikt de zee niet”. Wij groeien niet op met water te kort en wat weten wij nog van oogsten en maaien bijvoorbeeld. Ik denk dat wij wel degelijk dorst hebben. Dorst naar liefde, rust, gemeenschapszin en noem maar op. Wie is voor ons die vrouw aan de bron? In het evangelieverhaal is zij een buitenstaander, want wie gaat er nu op het heetst van de dag naar de bron? Ze is door haar dorpsgenoten verstoten: ga jij maar op een ander tijdstip naar de bron, wij willen je daar niet zien.

 

Een week geleden speelden we ergens in het land een voorstelling. Voor in de zaal zal een groepje opgeschoten jongeren ‘met van die petjes op'. Niet ons doorsnee publiek en omdat er tegenover het theater een grote koffieshop zit kregen wij een onprettig gevoel. Achteraf hoorde ik van de theatertechnicus dat het zelfde groepje er een week geleden ook zat bij een klassiek toneelstuk. En de spelers daarvan hetzelfde gevoel hadden als wij. Die jongens kun je vergelijken met onze vrouw aan de bron. We maken ze buitenstaanders. Ze passen niet in ons straatje, zijn anders. Laat ze lekker naar een popconcert gaan wat doen ze in de schouwburg? Het omgekeerde krijg ik trouwens vaak te horen als ik naar een popconcert ga.

We maken mensen tot buitenstaanders. We leven langs elkaar heen. Je bent vrienden met wie er in jouw kringetje past. Mij valt altijd op dat in de bijbel weinig verhalen zijn opgetekend over gesprekken tussen vrienden. Als dramaturg kan ik dan zeggen: ja, dat is ook helemaal niet interessant. Het is niet zo boeiend om over een gesprek tussen twee mensen te lezen die het met elkaar eens zijn.

Ieder verhaal, ieder toneelstuk zou dodelijk saai worden. Als er een meningsverschil is of vreemden ontmoeten elkaar dan is het pas interessant om naar te luisteren. Je leert het meest van de mensen die we als buitenstaander zien. Begeef je eens op een gebied waar je nog nooit bent geweest. Je zult mensen leren kennen en zien dat ook zij je iets te vertellen hebben. Er gaat zo iedere keer een wereld open.

 

Het boeiende in het evangelieverhaal is dat je een hele ontwikkeling ziet plaatsvinden.

 

Je ziet Jezus grenzen doen vervagen en de ander uitdagen om een ontwikkeling in het geloof door te maken. In haar eerste contact spreekt ze Hem aan als Jood, direct daarna met Heer. En even verder: Nu begrijp ik, Heer, dat u een profeet bent. Iets verderop in de tekst: Ik weet wel dat de messias zal komen. Jezus bevestigt haar: Dat ben ik, die met u spreekt. De een daagt de ander uit tot het moment waarop ze elkaar vinden in wederzijds verstaan en zij elkaar te drinken geven en elkanders dorst hebben gelest. Een dorst naar oprecht interesse in je medemens.

We zijn zo vaak als het morrende volk in de woestijn dat zegt dorst te hebben, een dorst naar liefde, rust, gemeenschapszin en noem maar op. Een volk dat mort dat de samenleving geen samen leven meer is. Maar ook bang is om grenzen over te gaan en geen drinken durft te vragen aan de buitenstaanders in onze maatschappij. Wij hebben daarom dorst en moeten Jezus blijven vragen om water.

 

Heer, ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven,
dat alle mensen samenbrengt om samen,
overal vandaan,

lief en leed te delen
en meer mens te zijn

voor iedereen. Amen

 

 

Nodiging

Iedereen is welkom aan zijn tafel

Niemand liet Hij ooit staan

Kom dan want alles staat gereed.

 

Zegenbede

God van onze geschiedenis en

God van onze toekomst,

Wij danken U voor uw woord,

Dat ons gaande houdt,

Dat ons steunt en troost,

Prikkelt en inspireert.

Wij bidden u dat wij,

Waar wij proberen uw weg te gaan,

Niet bang zijn oude zekerheden op te geven,

Conventies te doorbreken

En nieuwe wegen durven in te slaan.

Uw weg ligt niet steeds helder uitgestippeld voor ons;

We zoeken die met tasten en struikelen.

Laat het ons niet ontbreken aan tochtgenoten,

Aan licht en adem onderweg,

Aan bronnen en water.

Levende God, ga met ons mee

En zegen ons

 

De Levende God zegene en behoede je

God, de bron van leven doe zijn aangezicht over je lichten

En zij je genadig.

De Levende God verheffe zijn aangezicht over je en geve je vrede.

 

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

Amen.

 
       
 

| Alets "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2008-02-26 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl